Zouten herhaling_4de Klas_Jan_2024

Zouten
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Zouten

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling
Pak je BINAS erbij 45 A en 45 B

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de lading van een magnesium-ion?
Gebruik je Binas (40A)

(20 s)
A
+
B
2+
C
-
D
2-

Slide 3 - Quizvraag

Welke ladingen kan een ijzerion hebben?
(Binas 40A)

(20 s)
A
1+, 2+
B
2+, 3+
C
1+, 3+
D
2+, 4+

Slide 4 - Quizvraag

Geef de formule en lading van
een sulfaat-ion (Binas 66B)
(je hoeft geen sub/superscript te gebruiken)
timer
1:00

Slide 5 - Open vraag

Opstellen zoutformule:

  1. noteer naam van het zout
  2. zet de ionen in symbolen
  3. zet de lading van de ionen eronder
  4. zet de verhouding eronder. de totale lading moet nul zijn
  5. schrijf de verhoudingsformule op, gebruik haakjes. Aantallen noteer je rechtsonder
  6. laat het cijfer 1 weg, kijk of de haakjes nodig zijn. schrijf de formule op
  7. schrijf de zoutformule op zonder lading


Voorbeeld 2:

  1. aluminiumsulfaat
  2.       Al3+       SO42-     
  3.         3+             2-
  4.         2       :       3                                                                    
  5.   ( Al3+ )2    ( SO42-  )3                                                     
  6.    Al3+ 2        ( SO42- )3  
  7.    Al2 ( SO4 )3  

Slide 6 - Tekstslide

Opstellen zoutformule:

  1. noteer naam van het zout
  2. zet de ionen in symbolen
  3. zet de lading van de ionen eronder
  4. zet de verhouding eronder. de totale lading moet nul zijn
  5. schrijf de verhoudingsformule op, gebruik haakjes. Aantallen noteer je rechtsonder
  6. laat het cijfer 1 weg, kijk of de haakjes nodig zijn. schrijf de formule op
  7. schrijf de zoutformule op zonder lading


Voorbeeld 3:

  1. ijzer(III)fosfaat
  2.       Fe3+       PO43-     
  3.         3+             3-
  4.         1       :      1                                                                    
  5.   ( Fe3+ )1    ( PO43-  )                                                    
  6.    Fe3+          (PO43- 
  7.          Fe  PO4  

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de juiste verhoudingsformule van nikkel(II)jodide ?
(20 s)
A
Ni2I2
B
Ni2I
C
NiI2
D
NiI

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de juiste verhoudingsformule van zinkhydroxide ?
(20 s)
A
Zn2 (OH)2
B
Zn2 OH
C
Zn (OH)2
D
Zn OH

Slide 9 - Quizvraag

Geef de verhoudingsformule van naam van ijzer (II) fosfaat:
timer
1:00

Slide 10 - Open vraag

Naamgeving
Eerst positief ion, dan negatief ion met uitgang -ide
Denk ook aan de eventuele Romijnse cijfers
bijv:
NaCl          natriumchloride
SnO           tin(II)oxide          (waarom Romijns cijfer 2?)

Uitzondering: samengestelde ionen krijgen niet de uitgang -ide:
MgCO     magnesiumcarbonaat
                                           Zie blz 17 stappenplan en voorbeeldopgave

Slide 11 - Tekstslide

Geef de naam van:
timer
1:00

Slide 12 - Open vraag

Wat is de juiste verhoudingsformule van kaliumoxide ?
(20 sec)
A
K2O2
B
K2O
C
KO2
D
KO

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de juiste verhoudingsformule van calciumfosfaat ?
(20 sec)
A
Ca3(PO4)2
B
Ca(PO4)3
C
Ca2(PO4)3
D
Ca3PO42

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de juiste verhoudingsformule van ijzer (III) nitraat ?
(20 sec)
A
Fe2 (NO3)2
B
Fe (NO3)3
C
Fe (NO3)2
D
Fe NO3

Slide 15 - Quizvraag

Het oplossen van natriumchloride
  • Cl-ionen worden harder aangetrokken tot het meest positieve deel van de H2O moleculen dan tot Na+ ion. 
  • Na+ ionen worden juist meer aangetrokken tot het meest negatieve deel van de H2O moleculen. Dus laten ze elkaar los

Slide 16 - Tekstslide

Hoe is de oplosbaarheid van ammoniumfosfaat
(20 sec)
A
goed
B
matig
C
slecht

Slide 17 - Quizvraag

Wanneer is een zout oplossing verzadigd?
Als...
A
...de maximale hoeveelheid zout is opgelost
B
...de maximale hoeveelheid water is opgelost
C
...je niet meer kan roeren.
D
...de oplossing vast wordt.

Slide 18 - Quizvraag





Je ziet dat alle ionen los van elkaar komen, uit dit ene zout komen dus 5 ionen!
notatie van oplossen van een zout

Het oplossen van aluminiumsulfaat:

Slide 19 - Tekstslide

De oplosvergelijking van aluminiumfosfaat is:
AlPO4
A
Al3+(aq)+PO43(aq)AlPO4(s)
B
AlPO4(s)Al3+(aq)+PO43(aq)
C
Dit zout lost slecht op.
D
AlPO4Al3++PO43

Slide 20 - Quizvraag

Indampen van een zout:
De ionen trekken weer naar elkaar toe zoals bij het indampen van een ijzer(II)nitraat oplossing.

Slide 21 - Tekstslide

De indampvergelijking van
zinknitraat is:
ZnNO3
A
Zn2+(aq)+2NO3(aq)Zn(NO3)2(s)
B
Zn(NO3)2(s)Zn2+(aq)+2NO3(aq)
C
Zn2++2NO3Zn(NO3)2
D
Zn(NO3)2Zn2++2NO3

Slide 22 - Quizvraag

Oplossen en indampen
Oplosvergelijking:


Indampvergelijking:
NaCl(s)Na+(aq)+Cl(aq)
Na+(aq)+Cl(aq)NaCl(s)

Slide 23 - Tekstslide

Is deze stof goed oplosbaar?
(20 sec)
Na2CO3
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quizvraag

Geef de oplosvergelijking van het zout ZnBr2

Slide 25 - Open vraag

Geef de indampvergelijking van een ammoniumchlorideoplossing

Slide 26 - Open vraag