§9.4 Verdubbelingstijden en halveringstijden - les 1

§9.4 Verdubbelingstijden en halveringstijden - les 1
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

§9.4 Verdubbelingstijden en halveringstijden - les 1

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Verdubbelingstijd bij een exponentieel verband kunnen berekenen. 

Slide 2 - Tekstslide

Verdubbelingstijd bij een exp. verband
Stel je zet op de bank 300 euro met een groeifactor van 1,8. 
N=300   1,8t
De verdubbelingstijd is de tijdsduur die je nodig hebt voor de verdubbeling van je beginhoeveelheid. 
Dus bij welke t is N=600? 

Slide 3 - Tekstslide

Manier 1:
N=300    1,8t
N=600 


Manier 2: 




gt=2
1,8t=2

Slide 4 - Tekstslide

Manier 1:
N=300    1,8t
N=600 

Meteen intersecten. 
of beide kanten delen door 300

Deze vergelijkingen intersecten.
Manier 2: 



Meteen deze vergelijking intersecten. 
3001,8t=600
1,8t=2
gt=2
1,8t=2

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld 
Een hoeveelheid wordt in drie jaar verdubbeld. 
Bereken de groeifactor. 

           

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld 
Een hoeveelheid wordt in drie jaar verdubbeld. 
Bereken de groeifactor. 

                      en 
                      
Intersect geeft 
Dus de groeifactor is 1,260 

gt=2
g3=2
y1=x3
y2=2
x1,260

Slide 7 - Tekstslide

Oefening 1 
Een hoeveelheid neemt per uur met 8,9% toe. 
Bereken de verdubbelingstijd in uren. 

Slide 8 - Tekstslide

Oefening 1 
Een hoeveelheid neemt per uur met 8,9% toe. 
Bereken de verdubbelingstijd in uren. Rond af op 1 dec. 

g=100%+8,9%=108,9%=1,089

                                 en 
Intersect geeft:                      Dus verdubbelingstijd is 8,1 uur. 
1,089t=2
y1=1,089x
y2=2
x8,1

Slide 9 - Tekstslide

Oefening 2
Een hoeveelheid heeft een verdubbelingstijd van 9 maanden. 
Geef de groeifactor per 9 maanden. 

Slide 10 - Tekstslide

Oefening 2
Een hoeveelheid heeft een verdubbelingstijd van 9 maanden. 
Geef de groeifactor per 9 maanden. 
 
                      en

Intersect geeft:                           Dus de groeifactor is 1,080.
g9=2
y1=x9
y2=2
x1,080

Slide 11 - Tekstslide

Weektaak 38
Examenopgave 
§9.4: 23 t/m 26 


Slide 12 - Tekstslide