les 1

Terugblik vorige les
- wetenschappelijke notatie
- rekenen met snelheid
- procenten
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Voortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Terugblik vorige les
- wetenschappelijke notatie
- rekenen met snelheid
- procenten

Slide 1 - Tekstslide

Machten van 10
101=10
102=100
103=1000
104=10000
105=100000
106=1000000

Slide 2 - Tekstslide

7 x

 6,1 x 

4,721 x 
103
105
106

Slide 3 - Tekstslide

Aantekening
Van wetenschappelijke notatie naar volledig uitschrijven:
exponent geeft aan hoeveel plaatsen de komma moet verschuiven (of nuller erachter zetten).

Slide 4 - Tekstslide

Schrijven als wetenschappelijke notatie
Noteer het eerste getal.
Schrijf een komma (tenzij alle andere getallen 0 zijn)
Noteer alle andere getallen achter de komma (behalve de laatse nullen)
schrijf x 
Kijk hoeveel plaatsen de komma op moet schuiven om het volledige getal weer te krijgen, dit is het exponent wat je opschrijft
10...

Slide 5 - Tekstslide

Machten van 10
101=10
102=100
103=1000
104=10000
105=100000
106=1000000
100=
101=
102=

Slide 6 - Tekstslide

0,0005 = 5 x 0,0001 
0,0005=5104

Slide 7 - Tekstslide

Aantekening
Kleine getallen in wetenschappelijke notatie schrijven
1) neem het eerste cijfer over wat geen 0 is.
2) schrijf een komma
3) schrijf de andere getallen (behalve de laatste nullen) erachter
4) schrijf x
5) tel het aantal nullen vooraan van je originele getal, dat is je exponent.
10...

Slide 8 - Tekstslide

Rekenen met snelheid
- Zorg voor de goede eenheden (meters en seconde of kilometers en uren.
- Denk goed aan 60 seconde in een minuut en 60 seconden in een uur.

Slide 9 - Tekstslide

procenten
Bepaal wat 100% is (geheel of oude situatie)
Maak een verhoudingstabel.
Voorbeeld: 
Van de 29 leerlingen van een 4e klas zijn er zeven die meer dan één onvoldoende bij het examen haalden.
Hoeveel % is dat?

Slide 10 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak 44 t/m 71 van hoofdstuk 5

Slide 11 - Tekstslide