Reëel en nominaal inkomen 4.6

Hoofdstuk 4: Inkomen
4.6 reëel en nominaal inkomen
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4: Inkomen
4.6 reëel en nominaal inkomen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Herhaling (5 min)
  • Uitleg paragraaf 6 (15 min) 
  • zelfstandig werken (15 min)
  • Wat hebben we geleerd (5 min)

Slide 2 - Tekstslide

Wat voor soort inflatie?
Bestedings-
inflatie
Kosten-
inflatie
De hoge importprijzen worden doorberekend
(importinflatie)
De overheidskosten worden doorberekend
Er is meer vraag dan aanbod

Slide 3 - Sleepvraag

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen 4.6 reëel en nominaal inkomen
Aan het eind van de les:

Weet je wat het verschil is tussen het nominale inkomen en het reëel inkomen

Slide 5 - Tekstslide

4.6 reëel en nominaal inkomen
Nominaal inkomen
Het inkomen dat je feitelijk in euro's verdient, is een nominaal inkomen. (Dus gewoon je salaris/loon)


Als je nominale inkomen met 5% stijgt
en er is 3% inflatie, dan ga je er in
koopkracht 2% op vooruit. 

Slide 6 - Tekstslide

4.6 reëel en nominaal inkomen
nominaal nationaal inkomen
  • Alle primaire inkomens (loon, rente, huur, winst en pacht) bij elkaar opgeteld van alle inwoners.

Slide 7 - Tekstslide

4.6 reëel en nominaal inkomen
Reëel inkomen (koopkracht van je inkomen)
Als je rekening houdt met de gevolgen van inflatie voor je inkomen, spreek je van een reëel inkomen.

Formule: nominale inkomensverandering (%)-inflatie (%)= reëel inkomensverandering

Jip en Janneke taal: wijziging loon - de prijsstijging/daling= je koopkracht verandering

Slide 8 - Tekstslide

4.6 reëel en nominaal inkomen
rekenmethodes:

reëele inkomensverandering = nominale inkomensverandering in % - inflatie in %

voor een heel land: 
verandering reële nominale inkomen in % = verandering nominale inkomensverandering in % - inflatie in %

Slide 9 - Tekstslide

4.6 reëel en nominaal inkomen
prijscompensatie
Als je nominale inkomen met 5% stijgt en er is 6% inflatie, dan ga je er in koopkracht 1% op achteruit.
Vakbonden willen dan 1% prijscompensatie (bijvoorbeeld loonsverhoging van 1%).
prijscompensatie is dat de stijging van de nominale lonen tenminste gelijk is aan de inflatie

Waarom kun je hierdoor in een loon-prijsspiraal terecht komen?

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk
--> Maken opgaven  4, 5, 8, 9 en 11 t/m 14 (4.6) 

--> rustig overleggen mag met de gene naast je.

--> Klaar? mag je iets voor jezelf doen.

Slide 11 - Tekstslide

Stijging inkomen in % - inflatie in % = ....
A
reëel inkomen
B
nominaal inkomen
C
modaal inkomen
D
duurzaam inkomen

Slide 12 - Quizvraag