In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Schrijven
Slide 1 - Tekstslide
In de beroepspraktijk ga je allerlei teksten schrijven, zoals e-mails, memo's, instructies en artikelen. Het is daarom belangrijk om hier mee te oefenen. Zo word je vaardig in schrijven.
Slide 2 - Tekstslide
Schrijven
1.1 memo
1.2 advertentie, affiche, flyer
1.3 instructies
1.4 formulier
1.5 enquête
1.6 aantekeningen
Slide 3 - Tekstslide
Lesdoel
Je weet aan welke kenmerken een instructie voldoet en kunt zelf een instructie schrijven.
Slide 4 - Tekstslide
Noem voorbeelden van een instructie:
Slide 5 - Woordweb
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Bekijk de door jou meegebrachte instructie. Wat zijn kenmerken van een instructie?
Slide 8 - Open vraag
kenmerken instructie
Duidelijke titel ( het onderwerp)
Uitleg in stappen; begin met werkwoord
Korte zinnen
Beschrijf eventueel bij een stap het resultaat
Gebruik nummers of dots
Gebruik signaalwoorden
Gebruik afbeeldingen
Slide 9 - Tekstslide
Geef één of meer voorbeelden van signaalwoorden uit een instructie
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Video
Aan de slag
Je krijgt zo een video te zien met aantal instructies over het juist parkeren van een heftruck.
Maak aantekeningen tijdens het bekijken van de video.
Deze aantekeningen heb je nodig bij de volgende opdracht.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Aan de slag (in tweetallen)
Maak (aan de hand van opdracht 3)
een werkinstructie.
Wat: werkinstructie voor het parkeren van een heftruck
Voor wie: een nieuwe logistiek medewerker (zonder kennis)
Klaar: lever je uitwerking in via opdracht in Teams.
Slide 14 - Tekstslide
Denk aan:
stappen/nummering
werkwoorden
signaalwoorden
afbeeldingen
taalgebruik passend bij doelgroep
beschrijf het resultaat (per stap en/of totaal)
de 5 W en H vragen
Slide 15 - Tekstslide
Aan de slag (in tweetallen)
Je krijgt een envelop met daarin onderdelen
van een instructie om een vliegtuigje te vouwen.
Leg de onderdelen op de goede volgorde
Als je klaar bent geef je dat aan om het te laten controleren.
Klaar?
Ga aan de slag met schrijven 1.4 en maak opdracht 1 en 2 (online)