Correlatie tussen het aantal promoties in wiskunde in de VS en de voorraad uranium bij kerncentrales in de VS https://tylervigen.com/discover
Slide 10 - Tekstslide
Er volgt nu een filmpje met tussendoor een aantal quizvragen
Tedx Talk van Ionica Smeets over
'the danger of mixing up causality and correlation'
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
00:43
Er is een statistisch verband tussen de ijsverkoop en het aantal verdrinkingen, maar er is geen sprake van causaliteit want:
timer
1:00
A
het ene volgt niet op het andere in tijd
B
er is een andere variabele in het spel
Slide 13 - Quizvraag
02:01
Er is een statistisch verband tussen het getrouwd zijn van een man en een langere levensverwachting maar er is geen sprake van causaliteit omdat:
timer
1:00
A
Het ene volgt niet op het andere in tijd
B
Er is een andere variabele in het spel
Slide 14 - Quizvraag
03:32
Er is een statistisch verband tussen de bijziendheid van een kind en 's nachts een bedlampje aan, maar er is geen sprake van causaliteit omdat:
timer
1:00
A
Het ene volgt niet op het andere in tijd
B
Er is een andere variabele in het spel
Slide 15 - Quizvraag
04:33
Er is een statistisch verband tussen complimenten/het geven van zelfvertrouwen aan een kind en goede resultaten, maar er is geen sprake van causaliteit omdat:
timer
1:00
A
Het ene volgt niet op het andere in tijd
B
Er is een andere variabele in het spel
Slide 16 - Quizvraag
Artikel Maurice de Hond 'Er is bewijsbaar een causaal verband' (tussen luchtvochtigheid en mate van verspreiding van het coronavirus)
Er is een cijfermatige samenhang tussen de specifieke luchtvochtigheid en het aantal sterfgevallen door COVID-19. (correlatie, maar misschien andere factor die meespeelt?)
nav een onderzoek kon men op basis van de specifieke luchtvochtigheid met meer dan 80% nauwkeurigheid voorspellen dat er een maand later een griepepidemie zou zijn. (nog steeds geen bewijs voor causaliteit)
besmetting met een virus kan geschieden via microdruppels in de lucht (aangetoond met experiment)
Op grond van een onderzoek naar besmetting bij dieren werd geconstateerd dat er een duidelijke samenhang was tussen de luchtvochtigheid en de mate van verspreiding van het virus (Bewijs voor causaliteit bij verspreiding van dat specifieke virus bij dieren)
Slide 17 - Tekstslide
Conclusie:
Vaak is het lastig om causaliteit te bewijzen. Ook in dit geval, want je zou eigenlijk groepen mensen moeten besmetten met covid-19 waarbij je steeds de luchtvochtigheid aanpast. Daar zijn weinig vrijwilligers voor te vinden....
Wees kritisch als je grafiekjes/artikelen tegenkomt, waar men oorzaak-gevolg wil aantonen!!
Slide 18 - Tekstslide
Korte herhaling 5.1, 5.2 en 5.3
-> pak je GR erbij!
Slide 19 - Tekstslide
In onderstaande frequentietabel zie je de behaalde cijfers van Vwo 6 voor wiskunde A in 2019 op het ISW
cijfer
6
7
8
9
frequentie
11
14
3
2
Behaalde examencijfers
Slide 20 - Tekstslide
cijfer
6
7
8
9
frequentie
11
14
3
2
Hoeveel procent van de leerlingen haalde een 8 of hoger? Rond je antwoord af op 1 decimaal. Het procentteken mag je weglaten.
Slide 21 - Open vraag
cijfer
6
7
8
9
frequentie
11
14
3
2
Welke stelling klopt?
A
De modus is 7 en de mediaan is het 15e getal dus ook 7
B
De modus is 14 en de mediaan is het gemiddelde van het 15e en 16e getal dus 7
C
De modus is 7 en de mediaan is het gemiddelde van het 15e en 16e getal dus ook 7
D
De modus is 14 en de mediaan is het 15e getal dus 7
Slide 22 - Quizvraag
cijfer
6
7
8
9
frequentie
11
14
3
2
Welke stellingen kloppen?
A
Alle drie de centrummaten zijn 7 of afgerond 7
B
De spreidingsbreedte is 9
C
De kwartielafstand is 7-6=1
D
De standaardafwijking is afgerond 0,85
Slide 23 - Quizvraag
Inwoners wijken in het Westland
Aantal inwoners in de tien (!) wijken van het Westland
In de volgende vragen maak je gebruik van een boxplot bij de inwoneraantallen van deze 10 wijken.
Slide 24 - Tekstslide
Gegeven: min. =665, Q1=4015, mediaan=10032, Q3=17266, max. = 21800
Maak gebruik van bovenstaande gegevens en de boxplot hiernaast.
Bereken de spreidingsbreedte en geef je antwoord
Slide 25 - Open vraag
Ma
Gegeven: min. =665, Q1=4015, mediaan=10032, Q3=17266, max. = 21800
Maak gebruik van bovenstaande gegevens en de boxplot hiernaast.
Bereken de kwartielafstand en geef je antwoord.
Slide 26 - Open vraag
Ma
Gegeven: min. =665, Q1=4015, mediaan=10032, Q3=17266, max. = 21800
Maak gebruik van bovenstaande gegevens en de boxplot hiernaast.
Geef een schatting van het totaal aantal inwoners in de 5 wijken met het laagste inwonersaantal. Geef je antwoord in duizendtallen nauwkeurig.
Slide 27 - Open vraag
De variabele onderwijsniveau is:
timer
1:00
A
kwalitatief, nominaal
B
kwalitatief, ordinaal
C
kwantitatief , nominaal
D
kwantitatief, ordinaal
Slide 28 - Quizvraag
De variabele geslacht is:
timer
1:00
A
kwalitatief, nominaal
B
kwalitatief, ordinaal
C
kwantitatief , nominaal
D
kwantitatief, ordinaal
Slide 29 - Quizvraag
De variabele leeftijd is:
timer
1:00
A
kwalitatief, intervalniveau
B
kwalitatief, rationiveau
C
kwantitatief, intervalniveau
D
kwantitatief, rationiveau
Slide 30 - Quizvraag
Vb: onderzoek naar het aantal scholieren met een bijbaan (Het kenmerk is hier dus de bijbaan)
Lan
De populatieproportie blijkt op het vwo ongeveer 0,49 te zijn (49% van de scholieren op het vwo heeft een bijbaan)
Slide 31 - Tekstslide
Stel dat we een steekproef zouden doen met alleen Westlandse scholieren, verwacht je dan een steekproefproportie die hoger is of die lager is dan deze populatieproportie?
timer
2:00
A
lager, want in het Westland hebben ze vaker een bijbaan
B
lager, want in het Westland hebben ze minder vaak een bijbaan
C
hoger, want in het Westland hebben ze vaker een bijbaan
D
hoger, want in het Westland hebben ze minder vaak een bijbaan.