In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 20 min
Onderdelen in deze les
Taalproblemen van nu
Opdracht 42
Slide 1 - Tekstslide
Let op!
Op de komende slides staat iedere keer een zin. In die zin is een (1) woord verkeerd geschreven. Als antwoord geef je het woord dat daar had moeten staan.
Voorbeeld:
In het voetbalstadion hoorden we een enorme gejuich.
Antwoord dat je typt: enorm
Slide 2 - Tekstslide
Welke paard heeft de race gewonnen?
Slide 3 - Open vraag
Ik mag niet mee van me moeder. (Kies hier de formele variant.)
Slide 4 - Open vraag
Die rijke tante's hebben een makkelijk leventje.
Slide 5 - Open vraag
Samen met mijn neef zochte we een goedkoop hotelletje.
Slide 6 - Open vraag
Zo'n belangrijke experiment mag best veel geld kosten.
Slide 7 - Open vraag
Ik zie hoe trots het jongetje kijkt die gewonnen heeft.
Slide 8 - Open vraag
Volgens mij moet jou fiets eens goed opgeknapt worden!
Slide 9 - Open vraag
Dat soort kinderen snoepen echt veel te veel.
Slide 10 - Open vraag
Het laatste jaar zijn de salarisen van ambtenaren nauwelijks gestegen.