Herhaling §4.1 en §4.2
1 / 16
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is geen oorzaak van de Eerste Wereldoorlog?
A
Militarisme
B
Wapenwedloop
C
Nationalisme
D
Neutraliteit
Slide 3 - Quizvraag
Welke twee bondgenootschappen vochten tegen elkaar in de Eerste Wereldoorlog?
Slide 4 - Open vraag
Welke landen hoorden bij de bondgenootschappen. Noteer eerst de naam van het bondgenootschap en dan de namen van de landen
Slide 5 - Open vraag
Oorzaak van de neutraliteit van Nederland
Gevolgen van de neutraliteit van Nederland
De Britten blokkeerden de haven Rotterdam niet.
Er kwamen veel Belgische vluchtelingen naar NL
In Nederland was een tekort aan voedsel en brandstof
Voor Duitsland was de haven van Rotterdam belangrijk voor de aanvoer van goederen
Slide 6 - Sleepvraag
Welke zin is juist?
A
Bij de tweefrontenoorlog tussen Dld en Fra lag het front telkens op een andere plek
B
Na de oorlog begonnen de landen met een wapenwedloop
C
Vanaf 1917 deden de Verenigde Staten mee met de oorlog
Slide 7 - Quizvraag
Bekijk de foto hiernaast. Is deze gemaakt aan het begin of eind van WOI? Leg je antwoord uit met behulp van de bron.
Slide 8 - Open vraag
Hiernaast zie je de wereldkaart uit 1914. Verschillende Europese landen hebben koloniën in andere delen van de wereld.
Leg uit waarom de Eerste Wereldoorlog een wereldoorlog was.
Leg uit waarom de Eerste Wereldoorlog een wereldoorlog was.
Slide 9 - Open vraag
Leg uit waarom het Verdrag van Versailles één van de oorzaken is van WOII
Verdrag van Versailles - Vooral Frankrijk hamerde tijdens de vredesonderhandelingen op een harde aanpak van Duitsland. Het beruchte artikel 231 van het Verdrag stelde Duitsland en zijn bondgenoten aansprakelijk voor de oorlog. Ze kregen de Alleinschuld voor alle schade en verliezen die zij hadden veroorzaakt. Ook raakte Duitsland een zevende deel van zijn grondgebied kwijt en een tiende van zijn bevolking. De Duitsers hadden gehoopt dat de geallieerden vergevingsgezinder zouden zijn nu Duitsland een democratie was
Slide 10 - Open vraag
Na de WO1 kwamen er veel nieuwe landen. Welk land ontstond niet na de Eerste Wereldoorlog?
A
Turkije
B
Joegoslavië
C
Polen
D
Groot-Brittannië
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Dictator
Indoctrinatie
Totalitair
Planeconomie
Alleenheerser
Systematisch opdringen van ideeën
Als de overheid bepaalt wat er geproduceerd wordt
Als de overheid volledig heerst over de samenleving
Slide 13 - Sleepvraag
Vergelijk Duitsland en Italië in de jaren 1930. Noteer een overeenkomst en een verschil en gebruik in je antwoord de begrippen fascisme en nationaalsocialisme
Slide 14 - Open vraag
Welke zin is juist?
A
De nationaalsocialisten maakten van Duitsland een democratie.
B
In de jaren 1920 ging het goed met de economie in veel landen.
C
Onder leiding van Hitler werd de Sovjet-Unie een totalitaire staat.
Slide 15 - Quizvraag
Bekijk de afbeelding. Welke zin past het beste bij de bron? Let op: twee zinnen zijn goed, kies er eentje.
Bijschrift bron: Onze laatste hoop: Hitler.
Bijschrift bron: Onze laatste hoop: Hitler.
A
De nazi's wilden dat veel arme Duitsers op Hitler stemden.
B
De wilden dat veel werkgevers op Hitler stemden
C
Volgens de nazi's was Hitler de laatste hoop voor Duitse werkgevers
D
Volgens naz'is was Hitler de laatste hoop voor gewone Duitsers
