Formatief Testje

Sleep de woorden naar het juiste vakje door van klein naar groot te gaan.
cel

weefsel
organisme
orgaan
orgaanstelsel
1 / 16
volgende
Slide 1: Sleepvraag
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Sleep de woorden naar het juiste vakje door van klein naar groot te gaan.
cel

weefsel
organisme
orgaan
orgaanstelsel

Slide 1 - Sleepvraag

Welk hormonen zorgen ervoor dat het glucose gehalte in het bloed stijgt.
A
glycogeen
B
glucagon
C
insuline
D
adrenaline

Slide 2 - Quizvraag

Glucose is te ....
Glucose is te ....
hoog
laag

Slide 3 - Sleepvraag

Alvleesklier maakt ....
Alvleesklier maakt ....
insuline
glucagon

Slide 4 - Sleepvraag

Er is naast het hormoon glucagon nog een manier waarop je glucosegehalte weer kan stijgen. Welke manier?
A
de bijnieren maken het hormoon glucine
B
de bijnieren maken het hormoon adrenaline
C
de eilandjes van Langerhans (op de alvleesklier) maken het hormoon glucine
D
de eilandjes van Langerhans (op de alvleesklier) maken het hormoon adrenaline

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de juiste formule van de verbranding van glucose:
A
glucose + CO2 + energie --> zuurstof + water
B
glucose + zuurstof + energie --> CO2 + water
C
glucose + CO2 --> zuurstof + water + energie
D
glucose + zuurstof --> CO2 + water + energie

Slide 6 - Quizvraag

In welk orgaan worden de hormonen gemaakt die het glucosegehalte van je bloed regelen?
A
lever
B
spieren
C
alvleesklier
D
milt

Slide 7 - Quizvraag

Welk hormoon kan zijn werk niet goed doen bij iemand met suikerziekte?
A
glycogeen
B
insuline
C
glucagon
D
adrenaline

Slide 8 - Quizvraag

Welke weg legt een zuurstofdeeltje af van de lucht naar je bloed als je inademt door de neus?
A
neusholte - keelholte - luchtpijp - luchtpijptakjes - bronchiën - longblaasjes - bloed
B
neusholte - keelholte - luchtpijp - bronchiën - luchtpijptakjes - longblaasjes - bloed
C
neusholte - keelholte - bronchiën - luchtpijp - luchtpijptakjes - longblaasjes - bloed
D
neusholte - keelholte - bronchiën - luchtpijptakjes - luchtpijp - longblaasjes - bloed

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de functie van de kraakbeenringen die zich in de wand van de luchtpijp bevinden?
A
gaswisseling
B
ingeademde lucht zuiveren
C
luchtpijp open laten staan
D
slijm produceren

Slide 10 - Quizvraag

Welke van onderstaande voedingsstoffen kunnen direct in het bloed worden opgenomen zonder eerst verteerd te worden?
A
Eiwitten
B
Glucose
C
Vetten
D
Zetmeel

Slide 11 - Quizvraag

ZETMEEL (KOOLHYDRATEN)
EIWITTEN
VETTEN
speeksel
maagsap
alvleessap
darmsap
darmsap
alvleessap
alvleessap

Slide 12 - Sleepvraag

verteringssap
voedingsstoffen die verteerd worden
alleen zetmeel
alleen eiwitten
koolhydraten,
eiwitten en vetten
koolhydraten
en eiwitten
alvleessap
darmsap
maagsap
speeksel

Slide 13 - Sleepvraag

voedingsstof die direct in je bloed wordt opgenomen
voedingsstof die eerst verteerd wordt voordat het in je bloed wordt opgenomen
geen voedingsstof
alle koolhydraten behalve glucose
glucose
vetten
voedingsvezel
mineralen
eiwitten
vitaminen
water

Slide 14 - Sleepvraag

Waar worden geen verteringssappen aan de voedselbrij toegevoegd?

A
Maag
B
Twaalfvingerige darm
C
Dunne darm
D
Dikke darm

Slide 15 - Quizvraag

Hoe heet het deel van het verteringskanaal waarin onverteerde resten worden ingedikt?
A
Dunne darm
B
Dikke darm

Slide 16 - Quizvraag