Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
relative pronouns and comparisons
Relative pronouns & comparisons
1 / 13
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
13 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Relative pronouns & comparisons
Slide 1 - Tekstslide
Relative pronouns
Who/that
als je wilt verwijzen naar personen
which/that
als je wilt verwijzen naar dieren of dingen
whose
als je wilt verwijzen naar bezit bij personen
en naar onderlinge relaties.
The man
who/that
visited my birthday is my father
His wedding,
which
was fantastic, ended with a big party
The boy
whose
cat just died will stay at home today
Slide 2 - Tekstslide
That is the dog __________saved his owner.
A
who
B
whose
C
which
D
that
Slide 3 - Quizvraag
That singer, ____ name I don't remember, has such weird hair.
A
Who
B
Which
C
Whose
D
that
Slide 4 - Quizvraag
I don't know _____ laptop is mine.
A
Who
B
Which
C
Whose
D
that
Slide 5 - Quizvraag
She's the teacher____teaches us English.
A
who
B
which
C
whose
D
that
Slide 6 - Quizvraag
Relative pronouns
Dingen met elkaar vergelijken.
Vergrotende trap
(-er than/more .... than) en
overtreffende trap
(the ... -est/most....)
This christmas tree is
shorter than
that christmas tree, but that christmas tree is
the shortest
Comparisons
Slide 7 - Tekstslide
Relative pronouns
Comparisons
Eén lettergreep
Twee lettergrepen die eindigen in een medeklinker + -y
...-er than
the ....-est
Overige twee lettergrepen
of meer dan twee lettergrepen
more ... than
the most ....
big -bigger
tiny - tiniest
more beautiful than
the most powerful
Slide 8 - Tekstslide
Relative pronouns
as....as
NL --> n
et zo....als
of
niet zo....als
This coat is
as
soft
as
yours.
Op de toets staat met * of ** aangegeven als je as....as moet gebruiken.
Onregelmatige vormen
good - better - best
bad - worse - worst
Comparisons
Tekst
Slide 9 - Tekstslide
My sister's dress is ________ than mine
A
shortter
B
shorter
C
Shorttest
D
Shortest
Slide 10 - Quizvraag
bad - ____ - _____
A
badder, baddest
B
worse, worst
C
more bad, most bad
D
more worse, most worst
Slide 11 - Quizvraag
They are ______ than we are.
A
Busyer
B
Bussier
C
Busier
D
Bussiest
Slide 12 - Quizvraag
She is wearing ____ dress.
A
more beautiful than
B
beautifuller than
C
the most beautiful
D
the beautifullest
Slide 13 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
relative pronouns & comparisons
December 2023
- Les met
21 slides
English
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
relative pronouns & comparisons
December 2023
- Les met
18 slides
English
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Relative pronouns and comparisons
December 2022
- Les met
21 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Herhaling - relative pronouns & comparisons
December 2021
- Les met
24 slides
English
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2
2H - week 41
Oktober 2024
- Les met
16 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Lesson 22: Relative pronouns + 2.5 writing
December 2023
- Les met
21 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2
Relative pronouns: who, which, that, whose
Januari 2024
- Les met
17 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Inhalen + herkasen van SO irregular verbs
Oktober 2024
- Les met
22 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2