Much, many, a lot, lots of = veel in het Nederlands.
Much:
In vragende en ontkennende zinnen als het zelfstandig naamwoord ontelbaar is:
–> Have you got much work to do?
–>There isn’t much information about the accident.
Many:
In vragende en ontkennende zinnen als het zelfstandig naamwoord telbaar is:
–> How many brothers or sisters have you got?
–> I haven’t got many pens left.