HF 2 de huid - les 2

Keuzevak Huidverzorging
HF 2 de huid - les 2
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Keuzevak Huidverzorging
HF 2 de huid - les 2

Slide 1 - Tekstslide

Planning
50
HF 1 werkvelden en HF 6 advies
Demonstratie werkplek opdekken en klant ontvangen. Bezoek Beauty-Factor.
HF 2 de huid - Les 1
Werkplek opdekken en klant ontvangen.
51
HF 2 de huid - Les 2
Werkplek opdekken en klant ontvangen.
Demonstratie reiniging.
Kerstviering
2
Bezoek Curio Breda
HF 3 huidsoorten en huiddiagnose
Reiniging, (demo) peeling en masker - groep 1
3
Reiniging, peeling en masker - groep 2
HF 4 oppervlakte- en dieptereiniging
Rugbehandeling - groep 1
4
HF 5 maskers en gezichtspakkingen
Rugbehandeling - groep 2
HF 7 lichaamsbehandeling
Rugbehandeling - beide groepen
5
Gelaatsbehandeling - beide groepen
Rugbehandeling - beide groepen
6
Gelaatsbehandeling - beide groepen
Rugbehandeling - beide groepen
8
Uitvoering project - groep 1
Uitvoering project - groep 2
9
Les vrij
Inhalen toets
10
Manicure/visagie
Wimpers en wenkbrauwen verven, lashlift

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
Aan het eind van deze les
  • weet je hoe het huid is opgebouwd;
  • weet je welke functie en eigenschappen de huid heeft.

Slide 3 - Tekstslide

Zoek de paren
De opperhuid bevindt zich aan de buitenkant.
De opperhuid is steeds aan het vernieuwen. Dit is het verhoorningsproces.
De opperhuid is de beschermlaag van de huid.
De lederhuid heeft verschillende functies.
Onderhuids weefsel.
De belangrijkste functies van het onderhuids weefsel.
Onderhuids weefsel bepaalt de hoeveelheid bindweefsel op bepaalde plekken.
Dit is de huidlaag waarop we verzorgingsproducten aanbrengen.
De oude hoorncellen worden afgestoten en de nieuwe cellen worden gevormd.
Deze bestaat uit 5 lagen: hoornlaag, heldere laag, korrellaag, stekellaag en basale laag.
Stevigheid, elasticiteit, afvalstoffen afvoeren, zenuwen (herkenning van pijn, temperatuur en voelen), voeden van opperhuid en beschermen tegen invloeden van buitenaf.
Bestaat uit vet, bloedvaten en bindweefselschotten.
Beschermen van organen, veerkracht van de huid en vorm van het lichaam.
Op bepaalde plekken van je lichaam ben je slanker of voller. Vergelijk je scheenbeen maar met je billen.

Slide 4 - Sleepvraag

Functies van de huid zijn onder andere:
A
Bescherming, gal aanmaken en lichaamstemperatuur constant houden.
B
Aanmaak vitamine D, afgifte afvalstoffen en alarm slaan.
C
Spiegel gezondheid, bescherming en gal aanmaken.

Slide 5 - Quizvraag

Noem de huidlaag waarop we verzorgingsproducten aanbrengen.
A
Subcutis (onderhuids weefsel)
B
Dermis (lederhuid)
C
Epidermis (opperhuid)

Slide 6 - Quizvraag

Noem de huidlaag die stevigheid en elasticiteit geeft aan de huid
A
Dermis (lederhuid)
B
Epidermis (opperhuid)
C
Subcutis (onderhuids weefsel)

Slide 7 - Quizvraag

Dit weefsel bestaat uit vet, bloedvaten en bindweefselschotten:
A
Epidermis (opperhuid)
B
Dermis (lederhuid)
C
Subcutis (onderhuids weefsel)

Slide 8 - Quizvraag

Noem de huidlaag waar de zenuwen zitten om te voelen, maar ook die waarschuwen voor pijn en warm/kou.
A
Epidermis (opperhuid)
B
Dermis (lederhuid)
C
Subcutis (onderhuids weefsel)

Slide 9 - Quizvraag

Wat zijn de belangrijkste functies van de subcutis (onderhuids weefsel)?
A
Beschermen organen, veerkracht huid en vorm lichaam.
B
De oude hoorncellen afstoten en nieuwe cellen vormen.
C
Voeden opperhuid en beschermen tegen invloeden buitenaf.

Slide 10 - Quizvraag

Deze huidlaag bestaat uit 5 lagen: hoornlaag, heldere laag, korrellaag, stekellaag en basale laag.
A
Subcutis (onderhuids weefsel)
B
Dermis (lederhuid)
C
Epidermis (opperhuid)

Slide 11 - Quizvraag

Pigment
Pigment bepaalt hoe licht of hoe donker de huid is.

Pigment = Melanine
  • Eumelanine = donker bruin tot zwarte pigment
  • Feomelanine = rode tot gele kleur

Slide 12 - Tekstslide

Post een afbeelding van een persoon met albinisme en vitiligo. Leg ook uit wat het verschil is!

Slide 13 - Open vraag

Post een afbeelding van poriën.

Slide 14 - Open vraag

Zoek de paren
Talg zorgt ervoor dat de huid soepel en vochtig blijft. Wanneer de talg niet goed uit de poriën komt dan raken deze verstopt en krijg je puistjes.
Acne is een ontsteking van de huid rond de talgklieren, hierdoor ontstaan verschillende soorten puistjes.
Een mee-eter (comedoon) herken je aan een zwart of wit puntje aan de buitenkant van je huid. Een mee-eter die vervuild raakt door bacteriën kan uiteindelijk een puist worden.
Een pustule is een ontstoken maar wel een gesloten comedoon. Oftewel een puist.
Een hard korreltje dat vaak voorkomt bij een droge huid. Door een opstapeling van hoorncellen die vast zitten in een porie, waar de huid overheen is gegroeid. Oftewel een gerstenkorrel!
Een rood of huidskleurig bultje waar geen pus in zit. Een papule = huidcellen en talg in de porie -> wand van het huidzakje scheurt -> inhoud loopt er (onderhuids) uit -> ontstekking

Slide 15 - Sleepvraag

Rimpels
  • Een rimpel is een vouw in de oppervlakte van de huid.
  • Sommige rimpels zijn tijdelijk, bijvoorbeeld wanneer je fronst.
  • Andere rimpels zijn blijvend en dit noem je een cutane breuk in de huid.
  • Cutaan = huid.

Slide 16 - Tekstslide

Rimpels
De huid bevat twee belangrijke eiwitten, namelijk:
  • Collageen (stevigheid)
  • Elastine (soepel houden van de huid)

Collageen en elastine neemt af dit komt onder andere door:
  • UV straling
  • Erfelijkheid
  • Verandering in hormonaal evenwicht.
  • Ouder worden, stress, slechte voeding, roken en drinken.

Slide 17 - Tekstslide

Een                 is een vouw in de                             van de huid. Sommige rimpels zijn                 , bijvoorbeeld wanneer je               .
Andere rimpels zijn                  en dit noem je een cutane
in de huid. Een ander woord voor huid is                 .
Zet de woorden op de goede plaats.
rimpel
opperlvlakte
tijdelijk
fronst
blijvend
breuk
cutaan

Slide 18 - Sleepvraag

In je huid zitten 2 belangrijke eiwitten, namelijk:
A
Collageen en proteïnen
B
Elastine en collageen
C
Proteïnen en elastine

Slide 19 - Quizvraag

Collageen in je huid wordt in de loop van de jaren minder, door onder andere de mimiek, wondjes en door invloeden van buitenaf. Collageen zorgt voor:
A
stevigheid van de huid.
B
soepel houden van de huid.

Slide 20 - Quizvraag

Bij het ouder worden wordt de huid 'minder bij elkaar gehouden' en verzakt hierdoor. Elastine zorgt voor:
A
stevigheid van de huid.
B
soepel houden van de huid.

Slide 21 - Quizvraag

Waardoor neemt het collageen en elastine in de huid af? Meerdere antwoorden zijn mogelijk.
A
UV-straling.
B
Erfelijkheid.
C
Verandering in het hormonaal evenwicht.
D
Leeftstijl zoals spanningen (stress, slechte voeding, roken en drinken.

Slide 22 - Quizvraag

De glans
Glanst de huid of is de huid juist dof?

Een glanzende huid heeft een gezonde uitstraling. 
  • Hoe meer dons, hoe matter je huid is. Weinig dons is glanzende huid.
  • Talg en transpiratievocht zorgen voor een glanzende huid.

Slide 23 - Tekstslide

Glanst je huid of ziet je huid er juist dof uit? Dit is onder andere
afhankelijk van de:
- Hoeveelheid dons op je huid. Hoe meer dons, hoe                 de
   huid is. Bij                 dons heeft de huid juist meer              .
- Hoeveelheid talgafscheiding, meer talg zorgt voor een
                          huid.
- Hoeveelheid transpiratie-afscheiding, meer
   zorgt voor meer glans. 
Zet de woorden op de goede plaats.
matter
weinig
glans
glanzende
vochtafscheiding

Slide 24 - Sleepvraag

Het bindweefsel
Of een huid strak is of minder strak is heeft te maken met de huidspanning.

Dit is afhankelijk van:
  • Vochtgehalte in het bindweefsel
  • Kwaliteit van het bindweefsel
  • Spierspanning
  • De hoeveelheid onderhuids vetweefsel

Slide 25 - Tekstslide

Of een huid strak is of minder strak is heeft te maken met de
                             . Dit is afhankelijk van het                              in het
bindweefsel, de                     van het bindweefsel, de
en de hoeveelheid onderhuids                        .
Zet de woorden op de goede plaats.
huidspanning
vochtgehalte
kwaliteit
spierspanning
vetweefsel

Slide 26 - Sleepvraag

De spieren
In het gezicht (gelaat) zitten meerdere spieren. Een schoonheidsspecialiste moet goed weten welke spieren zich in het gelaat bevinden. Dit is belangrijk bij het uitvoeren van een gezichtsmassage.

In het gezicht (gelaat) zitten meerdere spieren die ingedeeld kunnen worden in gelaatsspieren (mimische spieren) en kauw- en wangspieren.

  • Gelaatsspieren zorgen ervoor dat je je gezicht kunt bewegen en bepalen jouw gelaatsuitdrukking. 
  • Kauw- en wangspieren zorgen ervoor dat je kunt kauwen, lift kaak weer naar boven.

Slide 27 - Tekstslide

Vragen?

Slide 28 - Tekstslide

Praktijk
  • Iedere week krijg je een demonstratie van een onderdeel, vervolgens ga je zelfstandig met de werkkaart aan de slag.
  • In de andere les ga je wat je geleerd hebt zelfstandig oefenen. Durf jij een andere werkkaart er achteraan te doen? Help elkaar!
  • Aan het eind van de les zorg je dat de spullen op de goede plek in de kast weer terug zet, dit wordt gecontroleerd door de docent!
  • Tijdens de komende  lessen zorg je dat je alle onderdelen minimaal 3 x geoefend hebt. 
  • Degene die salondienst heeft, zorgt dat aan het eind van de les de vloer droog is, de werktafels schoongemaakt, de was in de wasmachine zit en de schone was opgevouwen en opgeruimd is. Het lokaal ziet er netjes en opgeruimd uit voor de volgende les. Je stop 20 minuten voordat de les is afgelopen, om je eigen werkplek op te ruimen of alvast de schone was op te vouwen.
  • Pas als heel het lokaal netjes is en alle op de goede plek in de kast staan, mag iedereen tegelijkertijd gaan.

Slide 29 - Tekstslide

Groepsindeling
Groep 1
Groep 2

Slide 30 - Tekstslide