251124 WAS Alfa kleding

1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 3

In deze les zitten 50 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

We leren...
De kleuren 
Woorden bij de kleding
De getallen uitspreken
Spreken: Kleding kopen
Woorden: lang-kort, klein-groot, de maat , dik-dun, 
wassen, kopen, ruilen

Slide 2 - Tekstslide

Praatplaat kledingwinkel
Ik zie...

Slide 3 - Tekstslide

Wassen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Wat is dit? Noem ook het lidwoord en het meervoud.


  • het hemd    
  • de hemden

Slide 7 - Tekstslide

Wat is dit? Noem ook het lidwoord en het meervoud.


  • de broek     
  • de broeken

Slide 8 - Tekstslide

Wat is dit? Noem ook het lidwoord en het meervoud.


  • de sok        
  • de sokken

Slide 9 - Tekstslide

Wat is dit? Noem ook het lidwoord en het meervoud.


  • de onderbroek      
  • de onderbroeken

Slide 10 - Tekstslide

Wat is dit? 


  • het T-shirt 
  • de T-shirts

Slide 11 - Tekstslide

Wat is dit?


  • de trui      
  • de truien

Slide 12 - Tekstslide

Wat is dit? 


  • de schoen      
  • de schoenen

Slide 13 - Tekstslide

Wat is dit?


  • de rok        
  • de rokken

Slide 14 - Tekstslide

Wat is dit?


  • het vest    
  • de vesten

Slide 15 - Tekstslide

Wat is dit?


  • het overhemd    
  • de overhemden

Slide 16 - Tekstslide

Wat is dit?


  • de jas        
  • de jassen

Slide 17 - Tekstslide

Wat is dit?


  • de bloes      
  •  de bloezen

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Goed of fout?
Opdracht: Goed? Ga staan. Fout? Ga zitten.

  1. De jurken zijn rood. 
  2. Hij draag een mooi pak. 
  3. De kinderen dragen een muts.
  4. Ik koopt schoenen in de stad.
  5. Zij bent in de kledingwinkel.
  6. Zij dragen spijkerbroeken.
  7. U hebt geen handschoenen.
  8. Wij koop laarzen voor de winter.
timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

Wat is dit?


  • de tas        
  • de tassen

Slide 21 - Tekstslide

Wat is dit? 


  • de knoop  
  • de knopen

Slide 22 - Tekstslide

Wat is dit? 


  • de kleding 

Slide 23 - Tekstslide

Wat is dit? 


  • de (kleding) maat
  • de maten                 

Slide 24 - Tekstslide

Wat is dit? 


  • (kleren) passen

Slide 25 - Tekstslide

Kleding pas je in .........


  • de paskamer    
  • de paskamers 

Slide 26 - Tekstslide

Wat is dit? 


  • de medewerker   
  • de medewerkers

Slide 27 - Tekstslide

Samen bespreken
Opdracht:

Cursist A: Je hebt een nieuwe broek gekocht. Na een week is de rits al kapot. Je gaat met de broek terug naar de winkel. Vertel wat je klacht is en welke oplossing je wilt.

Cursist B: Je werkt in een kledingwinkel. Een klant komt met een klacht. Reageer op de klacht en de oplossing. 
timer
10:00

Slide 28 - Tekstslide

Wat draagt deze man?

  • het pak         
  • de pakken   

Slide 29 - Tekstslide

Wat is dit?

  • de jurk          
  • de jurken     

Slide 30 - Tekstslide

Wat is dit?

  • de laars         
  • de laarzen   

Slide 31 - Tekstslide

Wat is dit?

  • de regenlaars      
  • de regenlaarzen

Slide 32 - Tekstslide

Wat is dit?

  • de korte broek     
  • de korte broeken

Slide 33 - Tekstslide

Wat is dit?

  • de korte mouwen

Slide 34 - Tekstslide

Wat is dit?

  • de ring       
  • de ringen  

Slide 35 - Tekstslide

Wat is dit?

  • de muts      
  • de mutsen 

Slide 36 - Tekstslide

Wat is dit?

  • de hoed       
  • de hoeden  

Slide 37 - Tekstslide

Wat is dit?

  • het horloge      
  • de horloges      

Slide 38 - Tekstslide

Wat is dit?

  • de handschoen     
  • de handschoenen

Slide 39 - Tekstslide

Wat is dit?

  • de ketting       
  • de kettingen  

Slide 40 - Tekstslide

Wat is dit?

  • de oorbel       
  • de oorbellen 

Slide 41 - Tekstslide

Wat is dit?

  • de hoofddoek     
  • de hoofddoeken

Slide 42 - Tekstslide

Wat is dit?

  • de sjaal        
  • de sjaals      

Slide 43 - Tekstslide

Wat draagt zij om haar pols?

  • de armband      
  • de armbanden 

Slide 44 - Tekstslide

Wat is dit?

  • het sieraad        
  • de sieraden       

Slide 45 - Tekstslide

Wat is dit?

  • de bril             
  • de brillen       

Slide 46 - Tekstslide

Spreekopdracht

Opdracht 49    blz 228           
               
Probeer hele zinnen te maken!

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Spelletje!!!

Slide 49 - Tekstslide


Goed gewerkt
dank jullie
 wel!

Tot volgende week!

Slide 50 - Tekstslide