Unit 4: Lesson 4

Welcome
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welcome

Slide 1 - Tekstslide

Target(s)
- I know what the structures of both the first and second conditionals are.
- I can apply both conditionals in an English sentence.

Slide 2 - Tekstslide

Lesson plan
- Instruction 1st Conditional + quiz questions
- Instruction 2nd Conditional + quiz questions
- Homework

Slide 3 - Tekstslide

Conditionals

Slide 4 - Tekstslide

If - sentences (first conditional)
If you study well,
you will pass the test. 
Wanneer gebruik je de first conditional?
* Als er aan deze voorwaarde wordt voldaan, is de kans heel groot dat dit zal gebeuren.

Dus, als iets waarschijnlijk is om te gebeuren - nu of in de toekomst.

Slide 5 - Tekstslide

If - sentences (first conditional)
If you study well,
you will pass the test. 
voorwaarde
waarschijnlijk gevolg
* "If-clause", het zinsdeel waar if in staat.
* In dit zinsdeel gebruik je altijd de present simple
  study

Slide 6 - Tekstslide

If - sentences (first conditional)
If you study well,
you will pass the test. 
voorwaarde
waarschijnlijk gevolg
* In dit zinsdeel gebruik je altijd will + een werkwoord
  will pass

Slide 7 - Tekstslide

If - sentences (first conditional)
If you study well,
you will pass the test. 
voorwaarde
waarschijnlijk gevolg
* In dit zinsdeel gebruik je altijd will + een werkwoord
  will pass

* "If-clause", het zinsdeel waar if in staat.
* In dit zinsdeel gebruik je altijd de present simple
  study

Slide 8 - Tekstslide

If - sentences (first conditional)
Waar moet je op letten? 
* De First Conditional bestaat uit twee zinsdelen: eentje bevat een voorwaarde, de ander een waarschijnlijk resultaat / gevolg.
* Deze zinsdelen hebben beide een andere tense: in de if-clause (het zinsgedeelte met if) gebruik je altijd de Present Simple, in het andere zinsgedeelte (main clause) will + een werkwoord.

Let op! Je kunt de zin ook omdraaien!
VB: I will pass the test, if I study well.  

Slide 9 - Tekstslide

If I ... (to have) enough money, I ... (to buy) new shoes.
A
have - will buy
B
will have - buy
C
have - buy
D
will have - will have

Slide 10 - Quizvraag

If I ... (to win) the lottery, I ... (to treat) myself with a new car.
A
will win - will treat
B
win - will treat
C
win - treat
D
will win - treat

Slide 11 - Quizvraag

I ... (to stay) home, if it ... (to rain)
A
stay - will rain
B
stay - rains
C
will stay - rains
D
will stay - will rain

Slide 12 - Quizvraag

If - sentences(second conditional)
If I won the lottery,
I would buy a bigger house.
voorwaarde
(onwaarschijnlijk)
waarschijnlijk gevolg
* "If-clause", het zinsdeel waar if in staat.
* In dit zinsdeel gebruik je altijd de past simple
  won

Slide 13 - Tekstslide

If - sentences(second conditional)
If I won the lottery,
I would buy a bigger house.
voorwaarde
(onwaarschijnlijk)
waarschijnlijk gevolg
* In dit zinsdeel gebruik je altijd would + een werkwoord
  would buy

Slide 14 - Tekstslide

If - sentences(second conditional)
If I won the lottery
I would buy a bigger house.
voorwaarde
(onwaarschijnlijk)
waarschijnlijk gevolg
* In dit zinsdeel gebruik je altijd would + een werkwoord
  would buy

* "If-clause", het zinsdeel waar if in staat.
* In dit zinsdeel gebruik je altijd de past simple
  won

Slide 15 - Tekstslide

If - sentences(second conditional)
Waar moet je op letten? 
* De Second Conditional bestaat uit twee zinsdelen: eentje bevat een onwaarschijnlijke voorwaarde, de ander een waarschijnlijk resultaat / gevolg.

* Deze zinsdelen hebben beide een andere tense: in de if-clause (het zinsgedeelte met if) gebruik je altijd de Past Simple, in het andere zinsgedeelte (main clause) would + een werkwoord.

Let op! Ook hier kan de volgorde omgedraaid zijn. 
VB: I would buy a bigger house, if I won the lottery.

Slide 16 - Tekstslide

If I ... (to be) the president, I ... (to take) better care of the homeless.
A
would be - would take
B
were - took
C
were - would take
D
would be - take

Slide 17 - Quizvraag

If England ... (have) better weather, it ... (be) the perfect place to live.

Slide 18 - Open vraag

If we won the lottery, I ..... (be) very happy

Slide 19 - Open vraag

If it .... (snow) tonight,
the coach will cancel the match

Slide 20 - Open vraag

What have you learned about the 1st and 2nd conditionals today?

Slide 21 - Open vraag

Give 1 example of a 1st conditional sentence yourself.

Slide 22 - Open vraag

Give 1 example of a second conditional sentence yourself.

Slide 23 - Open vraag

Homework - 22nd of May
Unit 4 Lesson 4
Ex. 1, 2, 3, 4 and 5


Slide 24 - Tekstslide

Plan today
Read holes
Finish writing assignment (Hand in after class for bonus point)
Do ex. 6 till 11


Slide 25 - Tekstslide

Holes
timer
20:00

Slide 26 - Tekstslide

Homework 22 may
Unit 4 Lesson 4
ex. 1 till 11

Slide 27 - Tekstslide