Recht- en wetgeving Kind en jeugd

Kind en jeugd
Wet en regelgeving
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Kind en jeugd
Wet en regelgeving

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige week
Documentaire "Moederliefde"

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kinderen zijn geen kleine volwassenen. Welk antwoord klopt niet bij deze stelling?
A
Kinderen hebben een lagere hartslag dan volwassenen
B
Kinderen kunnen buikpijn als uiting duiden voor pijn bij oorontsteking
C
Kinderen kunnen sneller onderkoeld raken
D
Kinderen zijn nog in ontwikkeling zijn op lich. cognitief, emotioneel en sociaal vlak

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Na de les kan je:

 De rechten van het kind benoemen.
De relevante wetgeving rondom zorg voor kind en jeugdige benoemen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechten van het kind
1959  Verklaring van de Rechten van het Kind (wereldwijd).

Voorwaarden opgenomen om ervoor te zorgen dat kinderen krijgen wat ze nodig hebben om op te groeien.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kan je de 3 belangrijkste rechten van het kind benoemen?

Slide 6 - Open vraag

De belangrijkste rechten van het kind zijn:
recht op onderwijs.
recht op eigen geloof en cultuur.
recht op een naam en een nationaliteit.
recht op een eigen mening.
recht op een veilig en gezond leven.
recht op bescherming tegen kinderarbeid.
recht op bescherming tegen mishandeling en geweld.
Kinderrechten Quiz
6 vragen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jesse van dertien heeft een game gestolen bij een gamewinkel. Moet hij hiervoor gevangenisstraf krijgen?
A
Ja, een gevangenisstraf is goed om te voorkomen dat Jesse nog een keer steelt.
B
Nee, kinderen krijgen pas straf als ze veertien jaar zijn.
C
Nee, voor stelen krijg je nooit een straf.
D
Nee, er wordt eerst gekeken welke straf beter past bij Jesse.

Slide 8 - Quizvraag

Het juiste antwoord is D. In Nederland kan je vanaf twaalf jaar een straf krijgen als je verdacht wordt van iets wat volgens het strafrecht niet mag. Denk aan een taakstraf of een leerstraf, om schade te herstellen of gedrag te verbeteren. Het is belangrijk dat er altijd wordt gekeken welke straf het beste past en dat niet meteen wordt gekozen voor een zware straf. Voor jongeren gelden namelijk de speciale regels van het jeugdstrafrecht waarbij voorop staat dat er kan worden geleerd van fouten. Daarom krijgen jongeren in Nederland niet vaak een gevangenisstraf. Al helemaal niet voor het stelen van een game.
Mag de buurman jou vragen zijn auto te wassen voor drie euro?
A
Ja, als hij je voor die prijs niet meer dan één auto laat wassen.
B
Ja, zolang je het geld dat je verdient niet hoeft af te staan, bijvoorbeeld aan je ouders.
C
Nee, drie euro is te weinig geld voor het wassen van een auto.
D
Nee, het is kinderarbeid als je klusjes doet voor geld en dat is verboden.

Slide 9 - Quizvraag

Je mag als kind klusjes doen tegen een vergoeding, zoals het wassen van een auto of het doen van de afwas. Dat is geen kinderarbeid. Maar, je mag geen werk doen a) dat slecht is voor je gezondheid, b) waardoor je niet naar school kan of c) waarbij je het geld aan je ouders of een andere volwassene moet afstaan. In Nederland mag je vanaf dertien jaar een baantje hebben, maar nog niet veel werken.
De ouders van Sanne en Jeffrey hebben weinig geld en kunnen de huur voor het huis niet meer betalen. Moeten Sanne en Jeffrey naar een pleeggezin?
A
Ja, de rechter bepaalt dat Sanne en Jeffrey naar een pleeggezin moeten.
B
Nee, een pleeggezin is alleen voor kinderen van wie hun ouders niet voor ze kunnen zorgen.
C
Nee, kinderen mogen niet zomaar bij hun ouders weggehaald worden. Er moet andere woonruimte geregeld worden.
D
Ja, als ouders weinig geld hebben moeten de kinderen naar een pleeggezin.

Slide 10 - Quizvraag

Het goede antwoord is C. Je hebt het recht om bij je ouders te wonen. Dat is in de meeste gevallen het beste voor je. Daarom mag je niet zomaar van je ouders worden gescheiden. Ook niet als je ouders de huur niet meer kunnen betalen. De gemeente moet zorgen voor een vervangende woonplek als je ouders dat zelf niet kunnen regelen.
Mogen kinderen in een rolstoel naar dezelfde school als kinderen die niet in een rolstoel zitten?
A
Ja, kinderen in een rolstoel krijgen extra hulp en de school wordt aangepast.
B
Ja, want er zijn geen speciale scholen voor kinderen in een rolstoel.
C
Nee, kinderen in een rolstoel kunnen niet door de deur of aan een schooltafel zitten.
D
Nee, kinderen in een rolstoel moeten naar een speciale school.

Slide 11 - Quizvraag

Het juiste antwoord is A. Kinderen met een handicap hebben dezelfde rechten als alle kinderen. Alleen kunnen zij zich moeilijker bewegen en soms zijn bepaalde activiteiten lastiger. Toch moeten deze kinderen een zo normaal mogelijk leven leiden en dus naar een gewone school kunnen. Scholen moeten zo aangepast zijn dat ook kinderen met een handicap welkom zijn.
Carlos is een Spaans jongetje dat geslagen wordt door zijn vader wanneer hij stout is geweest. Mag dat?
A
Ja, iedere cultuur heeft zijn eigen regels.
B
Ja, ouders bepalen zelf hoe ze hun kind opvoeden.
C
Nee, dat mag niet want dat is kindermishandeling.
D
Nee, dat mag niet want dat is discriminatie.

Slide 12 - Quizvraag

Het juiste antwoord is antwoord C.Er zijn verschillen tussen culturen over wat een goede opvoeding is, maar je mag nooit geslagen worden. Ook niet door je ouders. Volgens het Kinderrechtenverdrag moet je als kind beschermd worden tegen kindermishandeling, en slaan is een vorm van kindermishandeling.
Zainab is met haar vader van Afghanistan naar Nederland gevlucht. Hier wordt Zainab heel ziek, mag zij worden opgenomen in het ziekenhuis?
A
Nee, Zainab is illegaal in Nederland en mag daarom niet naar het ziekenhuis.
B
Ja, alle kinderen in de wereld zijn gelijk en mogen naar het ziekenhuis.
C
Nee, Zainab is in Afghanistan geboren dus kan alleen dáár naar een ziekenhuis.
D
Ja, als de vader van Zainab de kosten van het ziekenhuis zelf betaalt.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wetgeving
De WGBO en de wet BIG
Wat staat er in deze twee wetten specifiek gericht op kinderen? 

Zoek in tweetallen op wat er in deze wetten staat gericht op  kinderen.


 
timer
1:00

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechten van de patiënt (WGBO)
Kinderen van 0-11 jaar | Kinderen dienen informatie te ontvangen – ouders dienen informatie te ontvangen en toestemming te geven
Kinderen van 12-15 jaar | Kinderen en ouders dienen informatie te ontvangen en toestemming te geven
Adolescenten 16 -18 jaar | Adolescenten dienen informatie te ontvangen en toestemming te geven
Medische geheimhouding geldt ook voor ouders en verzorgers

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Geschiedenis
1863 het Sophia Kinderziekenhuis in Rotterdam en in 1865 het Amsterdamse Emma Kinderziekenhuis.

Na 1945 meer professionele invulling van beroep kinderverpleegkunde

Na WO II kwam het welzijn van het zieke kind centraal te staan. 

www.fni.nl/wie-verpleegt-de-kinderen



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geschiedenis

1977 Oprichting Kind en Ziekenhuis

+/- 1990 opkomst ouderparticipatie/ rooming-in

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Stichting Kind en Ziekenhuis
OPDRACHT:
Werk in groepjes van 3 a 4 de volgende vragen uit:  
  1. We hebben gezamenlijk het filmpje bekeken: https://youtu.be/6GCQxsagjL4
  2. Ga nu naar de website https://kindenziekenhuis.nl/
  3. Je maakt met je groepje een mind-map over wat de stichting Kind en Ziekenhuis inhoudt, voor wie ze er zijn , wat ze doen en waarom.
  4. Heb je nog tijd over dan kijk je onder het tabblad Kinderrechten en bestudeerd het Handvest Kind & Ziekenhuis en Handvest Kind & Zorg.
  5. Presenteer jullie uitkomst klassikaal.

timer
5:00

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen behaald?


 De rechten van het kind benoemen.
De relevante wetgeving rondom zorg voor kind en jeugdige benoemen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Voorbereiding lezen: lees voor de volgende keer literatuur over Jeugdzorg en jeugdhulp  en maak een mind-map over Jeugdzorg

Maken: Maak van lesbrief Jeugdzorg en jeugdhulp leeractiviteit 1 t/m 3

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les: Jeugdzorg en jeugdhulp

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies