Basiskennis oefening 1
1 / 15
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat betekent competent?
A
Dat je iets niet goed kunt
B
Dat je iets lastig vind, maar wel kan
C
Dat je iets wel goed kunt
D
Dat je aardig bent tegen anderen.
Slide 3 - Quizvraag
Noem 2 competenties die belangrijk zijn voor een leerling (op school).
Slide 4 - Open vraag
Flexibiliteit
Doorzettings vermogen
Omgaan met druk en tegenslag
Gemakkelijk kunnen aanpassen.
Als iets mislukt, dan probeer je het opnieuw.
Je gaat altijd door. Zelf als iemand je tegenhoud.
Slide 5 - Sleepvraag
Noem een faciliteit
van een vakantiepark.
van een vakantiepark.
Slide 6 - Woordweb
GFT- Container
Plastic container
Restafval container
Bananenschil
Fles mayonaise.
Broodzak
Slide 7 - Sleepvraag
Wat is belangrijk bij
een plattegrond maken
in visio?
een plattegrond maken
in visio?
Slide 8 - Woordweb
Op welke 2 manieren kan je een instructie geven?
Slide 9 - Open vraag
Stel, er moet 1 ehbo'er komen per 20 personen. Hoeveel EHBO'ers zijn er dan nodig bij 300 man?
A
10 EHBO'ers
B
14 EHBO'ers
C
15 EHBO'ers
D
16 EHBO'ers
Slide 10 - Quizvraag
Mensen kunnen afval naar de stort brengen. Waar of niet-waar?
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Wat was milieu gezien het slechtst volgens de afvalladder?
A
Storten
B
Preventie
C
Verbranden
D
Energie
