2021 3VM H5.2 Waar kun je werken?

H5.2 Waar kun je werken?
Leerdoelen:
Je leert:
  • Vier ondernemingsvormen
  • Het verband tussen een organigram, arbeidsverdeling en specialisatie
  • In welke vier productiesectoren je kunt werken
Je oefent:
  • Verschillende ondernemingen en sectoren van elkaar onderscheiden

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

H5.2 Waar kun je werken?
Leerdoelen:
Je leert:
  • Vier ondernemingsvormen
  • Het verband tussen een organigram, arbeidsverdeling en specialisatie
  • In welke vier productiesectoren je kunt werken
Je oefent:
  • Verschillende ondernemingen en sectoren van elkaar onderscheiden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Ondernemingen zijn er in verschillende soorten en maten, ieder soort verschilt van de rest. We bespreken er een paar:
De eenmanszaak is een erg veel voorkomende kleine ondernemingsvorm. Bij een eenmanszaak is er 1 eigenaar die vaak al het werk doet. Denk aan Don van Dedonleon. Omdat er 1 eigenaar is, is die persoon ook alleen verantwoordelijk voor alles wat de onderneming doet.
De VoF (Vennootschap onder Firma) is een onderneming waarbij twee of meerdere personen (vennoten) samenwerken onder 1 naam (firma). Klusjesbedrijven waarbij je op de bedrijfsauto bijvoorbeeld “Janssen en Klaassen Klussen” ziet staan, zijn vaak VoF’s, waarbij Janssen en Klaassen de vennoten zijn. Ze zijn samen de eigenaar van het bedrijf en zijn dus ook samen verantwoordelijk voor het uitvoeren van het werk.
De BV (Besloten Vennootschap) is een grotere vennootschap waarbij de eigenaren aandelen van het bedrijf hebben. De eigenaren van een BV zijn persoonlijk niet aansprakelijk voor wat de BV doet.
De NV (Naamloze Vennootschap) is een grote onderneming waarbij de eigenaren aandelen van het bedrijf hebben. Het verschil tussen de BV en de NV is dat de aandelen van een NV vrij verhandeld worden, iedereen kan ze dus kopen. Als je hoort over “aandelen kopen”, of over “de beurs”, dan gaat dat over aandelen van NV’s.

Een zelfstandige ondernemer moet:
  • Zich inschrijven bij de Kamer van Koophandel (KVK)
  • Een ondernemingsvorm kiezen

  • Eenmanszaak
  • Één eigenaar
  • Zakelijk & privé
  • VOF (venootschap onder firma)
  • Meerdere eigenaren
  • Zakelijk & privé
  • NV (naamloze venootschap)
  • aandeelhouder 
    naamloos
  • Zakelijk
  • BV (Besloten venootschap)
  • aandeelhouder op naam
  • Zakelijk

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

In ondernemingen wordt het werk dat gedaan moet worden verdeeld over de personen die in dienst zijn. De verdeling van taken en functies binnen een onderneming, wordt weergegeven in een Organigram.
De Organigram geeft bovenaan weer wie het hoogst in de rangorde is, in het voorbeeld is dat de ondernemer (Directeur, CEO). Iedere keer dat je in de organigram een stap naar beneden gaat, komen de personeelsleden die lager in de rangorde zijn tevoorschijn.
Medewerkers die naast elkaar in de organigram staan, hebben dezelfde rang.

Organigram
Om het werk zo goed mogelijk te doen is er een arbeidsverdeling (specialisatie)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Als door arbeidsverdeling het werk (arbeid) in een onderneming verdeeld wordt en bepaalde mensen focussen zich nog maar op 1 taak, noemen we dat specialisatie. Specialisatie in een onderneming heeft als voordeel dat gespecialiseerde werknemers hun taak steeds beter en sneller kunnen uitvoeren, waardoor er meer werk gedaan wordt in een kortere tijd.
De econoom Adam Smith beschreef dit in 1776 al (Hij was niet de eerste, wel de meest bekende) en nog steeds wordt dat idee vrijwel overal gebruikt.

Slide 9 - Tekstslide

Specialisatie heeft voor- en nadelen voor het personeel. De voordelen hebben we in de vorige dia al genoemd:
Het personeel werkt sneller omdat ze niet steeds van taken hoeven te wisselen
Het personeel wordt erg goed in hun taken omdat ze veel oefening krijgen (Net als leerlingen die goed worden in economie omdat ze veel opdrachten maken)
De nadelen zijn:
Personeel dat alleen maar dezelfde taak te doen krijgt, zal dit na een tijdje saai vinden. Saai werk is geen goede motivatie voor het personeel.
Personeel dat alleen maar dezelfde taak te doen krijgt, wordt niet gestimuleerd om na te denken, ze werken eigenlijk op de “automatische piloot”. Als je als bedrijf wil ontwikkelen en beter wil worden, is het belangrijk dat je personeel wel gestimuleerd wordt om na te denken.
Adam Smith zei dus: “Als we het werk verdelen, bereiken we de grootste welvaart.” Die welvaart blijkt het meest uit het voordeel dat er meer gemaakt kan worden, hierdoor verdient de onderneming meer geld en kunnen ze in meer van hun behoeften voorzien.

Hoe heet het register waar je de eenmanszaak moet inschrijven?
A
Verkoopregister
B
Kamer van Koophandel register
C
handelsregister
D
Belastingregister

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Arbeid en productie worden ingedeeld in vier productiesectoren
Primaire sector
Landbouw, visserij, winning van delfstoffen


Secundaire sector
Industrie, bouw, ambachten (zoals bakkers)

Tertaire sector
Commerciële dienstverlening (winkels, banken, transportbedrijven, etc)

Quartaire sector

Niet-commerciële dienstverlening (gezondheidszorg, onderwijs, overheidsdiensten, etc)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke ondernemingsvorm is de directeur in loondienst?
A
Eenmanszaak
B
VOF
C
CV
D
BV

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke ondernemingsvorm geeft aandelen uit die vrij verhandelbaar zijn?
A
NV
B
BV
C
CV
D
VOF

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van onderstaande bedrijven geeft aandelen uit?
A
NV
B
Eenmanszaak
C
CV
D
VOF

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke ondernemingsvorm is een rechtspersoon?
A
CV
B
NV
C
VOF
D
Eenmanszaak

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Arbeidsmotieven zijn redenen om te werken. Je werkt voor: regelmaat, loon, sociaal contact en?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk van de vier is GEEN ondernemingsvorm?
A
Eenmanszaak
B
V.o.F
C
B.V.
D
A.P.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem de vier productiesectoren. Geef ook een beroep aan per sector

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent de afkorting KvK?
A
Kamer voor kooplieden
B
Kamer van Handel
C
Koopwaar en Koophandel
D
Kamer van Koophandel

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke sector werkt deze man? De primaire, secundaire, tertiaire of quartaire?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke beroepen kom je tegen in de tertiaire sector?
A
kapper
B
boer
C
taxichauffeur
D
leraar

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort niet thuis in de quartaire sector?
A
ziekenhuis
B
brandweer
C
school
D
bank

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Industrie is een onderdeel van de secundaire sector.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Timmerman is een beroep in de primaire sector.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de vier productiesectoren zie je op de achtergrond?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van onderstaande bedrijven geeft aandelen uit?
A
NV
B
Eenmanszaak
C
CV
D
VOF

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies