werkwoordspelling - 't kofschip-x

't kofschip-x
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

't kofschip-x

Slide 1 - Tekstslide

Dit hebben wij geleerd
- Tegenwoordige tijd
- Stam + t
- Persoonsvorm
- Onderwerp

Slide 2 - Tekstslide

Het lesdoel
Ik kan de regel van 't kofschip gebruiken bij werkwoorden.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Tegenwoordige tijd 

Ik open nu het raam.  

Wij fietsen naar huis.




Verleden tijd

Ik opende gisteren het raam.

Wij fietsten net naar huis.

Slide 6 - Tekstslide

Klankveranderende werkwoorden
lopen - liepen
roepen - riepen
geven - gaven
brengen - brachten

De (klinker)klank verandert 






Klankvaste 
werkwoorden
openen - openden
klappen - klapten
reizen - reisden
fluisteren - fluisterden

De (klinker)klank verandert niet

Slide 7 - Tekstslide

't kofschip-x
Stap 1: haal -en van het hele werkwoord af
Stap 2: Kijk naar de laatste letter
Zit die NIET in 't kofschip-x?  ->  ik-vorm + de(n)
Zit die WEL in 't kofschip-x? -> ik-vorm + te(n)
Stap 3: Zoek het onderwerp van de zin
Is het onderwerp enkelvoud?  -> zonder -n
Is het onderwerp meervoud?  -> met -n

Slide 8 - Tekstslide

't kofschip-x


Stap 1: haal -en van het hele werkwoord af

Stap 2: Kijk naar de laatste letter
Zit NIET in 't kofschip-x?  ->  ik-vorm + de(n)
Zit WEL in 't kofschip-x? -> ik-vorm + te(n)

Stap 3: Zoek het onderwerp van de zin
Is het onderwerp enkelvoud?  -> zonder -n
Is het onderwerp meervoud?  -> met -n
rennen
De man _____  door de straat.

1: rennen

2: n zit NIET in 't kofschip-x
dus:   
hij-vorm + de / de(n)
hij-vorm = ik ren

3: Onderwerp = De man
De man = enkelvoud  
-> zonder -n

De man rende door de straat.

Slide 9 - Tekstslide

-poetsen-
Mijn vader _________ gisteren
een vlek van de tafel.

Slide 10 - Open vraag

't kofschip-x


Stap 1: haal -en van het hele werkwoord af

Stap 2: Kijk naar de laatste letter
Zit NIET in 't kofschip-x?  ->  ik-vorm + de(n)
Zit WEL in 't kofschip-x? -> ik-vorm + te(n)

Stap 3: Zoek het onderwerp van de zin
Is het onderwerp enkelvoud?  -> zonder -n
Is het onderwerp meervoud?  -> met -n
poetsen
Mijn vader _____  gisteren een vlek van de tafel.

1: poetsen

2: s zit WEL in 't kofschip-x
dus:   
ik-vorm + te / te(n)
ik-vorm = ik poets

3: Onderwerp = Mijn vader
Mijn vader = enkelvoud  
-> zonder -n

Mijn vader poetste een vlek van de tafel.

Slide 11 - Tekstslide

-bestellen-
Jop en Ahmed _________ een uur geleden een pizza. (vt)

Slide 12 - Open vraag

't kofschip-x


Stap 1: haal -en van het hele werkwoord af

Stap 2: Kijk naar de laatste letter
Zit NIET in 't kofschip-x? -> ik-vorm + de(n)
Zit WEL in 't kofschip-x? -> ik-vorm + te(n)

Stap 3: Zoek het onderwerp van de zin
Is het onderwerp enkelvoud? -> zonder -n
Is het onderwerp meervoud? -> met -n
bestellen
Jop en Ahmed ______ een pizza...

1: bestellen

2: l zit NIET in 't kofschip-x
dus:   
ik-vorm + de / de(n)
ik-vorm = ik bestel

3: Onderwerp = Jop en Ahmed
Jop en Ahmed = meervoud
-> met -n

Jop en Ahmed bestelden een pizza.


Slide 13 - Tekstslide

-vermelden-
De meisjes ________ de bronnen onderaan hun werkstukken.

Slide 14 - Open vraag

't kofschip-x


Stap 1: haal -en van het hele werkwoord af

Stap 2: Kijk naar de laatste letter
Zit NIET in 't kofschip-x?  ->  ik-vorm + de(n)
Zit WEL in 't kofschip-x? -> ik-vorm + te(n)

Stap 3: Zoek het onderwerp van de zin
Is het onderwerp enkelvoud?  -> zonder -n
Is het onderwerp meervoud?  -> met -n
vermelden
De meisjes _____ de bronnen...

1: vermelden

2: d zit NIET in TaXi KoFSCHiP
dus:   
ik-vorm + de / de(n)
ik-vorm = ik vermeld

3: Onderwerp = De meisjes
De meisjes = meervoud
-> met -n

De meisjes vermeldden de bronnen...


Slide 15 - Tekstslide

-bellen- (vt)
Ik .... gisteren mijn oma.

Slide 16 - Open vraag

-Worden-
Wij .... eerste in de competitie.

Slide 17 - Open vraag

-voetballen- (vt)
...... je gisteren?

Slide 18 - Open vraag

-koken- (vt)
De kok .... een heerlijke maaltijd.

Slide 19 - Open vraag

-starten- (vt)
De auto ..... gisteren niet.

Slide 20 - Open vraag

-maken- (vt)
Wij _____ ons onderzoek vorige week.

Slide 21 - Open vraag

't kofschip-x

Stap 1: haal -en van het hele werkwoord af

Stap 2: Kijk naar de laatste letter
Zit NIET in 't kofschip-x?  ->  ik-vorm + de(n)
Zit WEL in 't kofschip-x? -> ik-vorm + te(n)

Stap 3: Zoek het onderwerp van de zin
Is het onderwerp enkelvoud?  -> zonder -n
Is het onderwerp meervoud?  -> met -n
starten
Wij ______ ons onderzoek vorige week.

1: starten

2: t zit WEL in 't kofschip-x
dus:   
ik-vorm + te / te(n)
ik-vorm = ik start

3: Onderwerp = Wij
Wij = meervoud
-> met -n

Wij startten ons onderzoek vorige week.


Slide 22 - Tekstslide

't kofschip-x
Tips: 
- Volg de stappen!
- Gebruik 't kofschip-x ook bij het voltooid deelwoord:
Heb jij de deur geopend? (openen)
Hebben jullie gisteren gedans
t? (dansen)
- ezelsbruggetje: T zit in 't kofschip-x,
dus zit de laatste letter er WEL in, dan schrijf je het met te/ten



Slide 23 - Tekstslide

Wat vond je van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Je maakt
Opdracht: 
Klaar? 
Nakijken!
Daarna lezen

Slide 25 - Tekstslide