5.3 Zijden benoemen

5.3 Zijden benoemen
Ik kan in een rechthoekige driehoek de rechthoekszijde en de schuine zijde herkennen. 
1 / 8
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 8 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

5.3 Zijden benoemen
Ik kan in een rechthoekige driehoek de rechthoekszijde en de schuine zijde herkennen. 

Slide 1 - Tekstslide

Gelijkbenige driehoek
Gelijkzijdige driehoek 
Rechthoekige driehoek
gelijkbenige rechthoekige driehoek

Slide 2 - Sleepvraag

Slide 3 - Tekstslide

TESTopgave zijden benoemen (blz 17)


a Welke zijden zijn de rechthoekszijden van driehoek PQR?            
b Welke zijde is de schuine zijde van driehoek PQR?                             
Maken opdracht 37 (2 minuten -> samen bespreken)

       

Slide 4 - Tekstslide

Opdrachten
Maak de opdrachten 38 t/m 42 + LDC 5
(20 minuten)
Klaar? Overige opgaven 5.1 + 5.2 Afronden

Slide 5 - Tekstslide

Een rechte hoek is ...
A
180 graden
B
90 graden
C
100 graden
D
50 graden

Slide 6 - Quizvraag

De schuine zijde in een driehoek...
A
grenst altijd aan de rechte hoek
B
is altijd de kortste zijde
C
is altijd de langste zijde
D
grenst aan de rechte hoek en is de kotste zijde

Slide 7 - Quizvraag

Een gelijkbenige driehoek heeft:
A
twee gelijke zijden
B
drie gelijke zijden
C
altijd een rechte hoek
D
drie gelijke zijden en een rechte hoek

Slide 8 - Quizvraag