S&B les 2

Wat wordt er door de gemeenten (WMO) gevraagd aan begeleiders, welke doelen moeten zij bereiken bij en met hun cliënten?

A
vergroten van zelfstandig functioneren, vergroten zelf- en samenredzaamheid
B
stabiliseren of handhaven huidige situatie voorkomen of vertragen van achteruitgang
C
vergroten van participatie
D
alle drie de antwoorden zijn goed
1 / 11
volgende
Slide 1: Quizvraag
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Wat wordt er door de gemeenten (WMO) gevraagd aan begeleiders, welke doelen moeten zij bereiken bij en met hun cliënten?

A
vergroten van zelfstandig functioneren, vergroten zelf- en samenredzaamheid
B
stabiliseren of handhaven huidige situatie voorkomen of vertragen van achteruitgang
C
vergroten van participatie
D
alle drie de antwoorden zijn goed

Slide 1 - Quizvraag

signaleren is ongepland
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quizvraag

observeren is doelgericht
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Symptomen van COPD zijn:
A
benauwd, vermoeidheid, verminderde eetlust
B
benauwd, onrust, vergeetachtigheid
C
benauwd, vermoeidheid, spierzwakte
D
pijn op de borst, hoesten, spierzwakte

Slide 4 - Quizvraag

Eigen regie kan betekenen dat je een taak overneemt die de cliënt in principe zelf kan uitvoeren.

A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Methodisch werken is hetzelfde als:
A
plannen, doen, controleren bijstellen
B
gegevens verzamelen, problemen vaststellen, doelen vaststellen, interventies vaststellen, uitvoeren, evalueren en bijstellen
C
signaleren, plannen, uitvoeren, bijstellen
D
bedenken, doen, terugkijken, bijstellen

Slide 6 - Quizvraag

het leefgebied huiselijke relaties houdt in:
A
veiligheid
B
huiselijk geweld
C
rol van huisgenoten
D
alle drie de antwoorden

Slide 7 - Quizvraag

kortademigheid kan een signaal zijn van hartfalen
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Dikke enkels kunnen een signaal zijn van hartfalen
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

mobiliteit heeft te maken met:
A
spierkracht
B
uithoudingsvermogen
C
coördinatie
D
alle drie de antwoorden

Slide 10 - Quizvraag

Bij het leefgebied "praktisch functioneren" gaat het om:
telefoneren, met het ov gaan, boodschappen doen, kleding wassen, maaltijd klaarmaken medicijnen innemen
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag