MTH DA 2.1.4 venapunctie BSE en Cholesterol

Medisch Technisch handelen
DA 2
Periode 1
Les 4
Venapunctie, BSE, cholesterol
2022-2023
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Medisch Technisch handelen
DA 2
Periode 1
Les 4
Venapunctie, BSE, cholesterol
2022-2023

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
Welkom + Osiris
Vorige les
Venapunctie 
BSE 
Cholesterol
Afsluiten + huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les
  • Vragen?
  • Opdracht reeds besproken 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Venapunctie
  • Wat is dat ook alweer?
  • Wat te doen als het misgaat? prikaccident?
  • Waarom is er voor veel bloedonderzoek veneus bloed nodig?
  • Wat is een gesloten vacuümsysteem?
  • Wanneer welke buis?  

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht Venapunctie
Inleveren VOOR dinsdag 4 oktober 12.30 uur
timer
15:00

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Foutenbronnen
Vacuüm blijven behouden --> pijnlijk
Aanprikken mislukt? 
Toestemming patiënt
Niet langer dan 1 minuut stuwen
Buizen voldoende vullen

Slide 6 - Tekstslide

(blz. 118 MTH boek)
Handig om te weten
1. Wanneer valt een patiënt minder snel flauw?
2. Wat te doen als er bij venapunctie geen bloedkomt?
3. Bloedfontein --> wat te doen?
4. Volgorde stollingsbuizen (zie pag. 117)

Slide 7 - Tekstslide

1. halve liter water drinken, bilspieren aanspannen, benen kruizen, knie buigingen laten maken
2. Naald enkele mm opschuiven wel vacuüm behouden! - naald kwartslag draaien- stuwband losser maken - nieuwe buis plaatsen
3. stuwband los -naald verwijderen -afdrukken
4. Procedure INR: acenocoumarol/fenprocoumon: citraatbuis (lichtblauw) vullen - buis mag weg als je hem niet nodig hebt -stuwband losmaken en rest ongestuwd afnemen, daarna nomaals lichtblauwe dop (citraatbuis) vullen 
BSE
  • Doel/ inzetten huisartsen
  • Bezinkingssnelheid = de snelheid waarmee de erytrocyten  d.m.v. zwaarte kracht in een bepaalde tijd naar beneden zakken
  • Voor het inzetten van: eerst onstolbaar maken. Hierom buizen met gesloten buizen met natriumcitraat die in een vacuümafnamesysteem worden gevuld. 
  • Bloedcellen zakt naar beneden -> hierdoor lichtgele plasmakolom.

Slide 8 - Tekstslide

Doel: onsteking/maligniteit bv.
Deze snelheid hangt af van:
* Eiwitsamenstelling van het plasma: albumine/globuline
* De vorm en de grootte van de erytrocyten
Het onderzoek is niet specifiek, wat betekent dat? Net als bijv. bij bloeddruk: niet afwijkend bij 1 bepaalde aandoening.
Referentiewaarden > MTH-boek.
Afkapwaarde 24 mm/ per uur als grens.
Verhoogde bezinking komt voor bij:
• Infectieziekten; acuut of chronisch
• Kwaadaardige ziekten; o.a. tumoren
• Anemie
• Acuut en chronisch reuma
• Graviditeit
Verlaagde bezinking komt voor bij:
• polycythaemie
• uitdroging
• hoge bloedsuikerwaarde
De bezinking is ook een methode om het verloop van een ziekte te volgen, maar wordt ook vaak in combinatie met andere bepalingen aangevraagd door een huisarts.
Een normale bezinking sluit echter niet uit, dat er niets ernstigs aan de hand is.
Is dus niet specifiek!!
De methode > wordt uitgelegd in de praktijkles. Verhouding 0,4 en 1,6 ml is wel zeer belangrijk voor betrouwbare uitslag.
• de macro-methode volgens Westergren
0,4 ml. Na-citraat 3,8% en 1.6 ml. bloed
Aandachtspunten bij het aflezen, deze noteer je bij de uitslag.
• sluiering: de scheiding tussen plasma laag en erytrocyten is niet duidelijk
• BUFFYCOAT = grijswitte laag boven de erytrocyten, aantal leukocyten zijn verhoogd = leukocytose
• De KLEUR van het plasma indien afwijkend:
Geel - icterisch
Wit - lipemisch
Rozerood - hemolytisch
Kleurloos/waterig- anemisch

BSE
  • 24 mm/ per uur als grens( Rekening gehouden met geslacht, leeftijd, zwangerschap). 
  • Verhoogde bezinking; infectieziekten; acuut of chronisch
  • Verlaagde bezinking; uitdroging, lage bloedsuiker 
  • Kleur; voorbeeld troebel wit gestoorde vetstofwisseling, vrijwel kleurloos plasma ijzergebreksanemie. 

Slide 9 - Tekstslide

Doel: onsteking/maligniteit bv.
Deze snelheid hangt af van:
* Eiwitsamenstelling van het plasma: albumine/globuline
* De vorm en de grootte van de erytrocyten
Het onderzoek is niet specifiek, wat betekent dat? Net als bijv. bij bloeddruk: niet afwijkend bij 1 bepaalde aandoening.
Referentiewaarden > MTH-boek.
Afkapwaarde 24 mm/ per uur als grens.
Verhoogde bezinking komt voor bij:
• Infectieziekten; acuut of chronisch
• Kwaadaardige ziekten; o.a. tumoren
• Anemie
• Acuut en chronisch reuma
• Graviditeit
Verlaagde bezinking komt voor bij:
• polycythaemie
• uitdroging
• hoge bloedsuikerwaarde
De bezinking is ook een methode om het verloop van een ziekte te volgen, maar wordt ook vaak in combinatie met andere bepalingen aangevraagd door een huisarts.
Een normale bezinking sluit echter niet uit, dat er niets ernstigs aan de hand is.
Is dus niet specifiek!!
De methode > wordt uitgelegd in de praktijkles. Verhouding 0,4 en 1,6 ml is wel zeer belangrijk voor betrouwbare uitslag.
• de macro-methode volgens Westergren
0,4 ml. Na-citraat 3,8% en 1.6 ml. bloed
Aandachtspunten bij het aflezen, deze noteer je bij de uitslag.
• sluiering: de scheiding tussen plasma laag en erytrocyten is niet duidelijk
• BUFFYCOAT = grijswitte laag boven de erytrocyten, aantal leukocyten zijn verhoogd = leukocytose
• De KLEUR van het plasma indien afwijkend:
Geel - icterisch
Wit - lipemisch
Rozerood - hemolytisch
Kleurloos/waterig- anemisch

Cholesterol deel 1
Wat is de functie van cholesterol in het lichaam?
Wat zijn de referentiewaarden? 
HDL en LDL: wat is het verschil? 

Slide 10 - Tekstslide

 Cholesterol, deel 1 : Hoofdzaken klassikaal bespreken + filmpje laten zien
- Wat is de functie van cholesterol in het lichaam? Bouwstof voor cellen en hormonen.
- Wat zijn de referentiewaarden? Uit reader aanhouden:
 < 5,0 mmol/L = ideaal,
5,0 – 6,5 mmol/L = licht verhoogd
6,5-8,0 mmol/L = verhoogd
> 8,0 mmol/L = sterk verhoogd
- HDL/LDL introductie: Lipoproteine = vetmolecuul met randje eiwit eromheen.
High Density Lipoprotein = het goede cholesterol, vervoert het teveel aan vetten af naar de lever
Low Density Lipoprotein = het slechte colesterol, vervoert het cholesterol naar allerlei plaatsen in het lichaam waar het zich aan de binnenkant van de bloedvaten kan nestelen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiten + huiswerk
  • Vragen?
  • Cholesterol
  • Scopieën 
  • Alle theorie van de afgelopen weken leren

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning 
  • Week 40:  scopieen 
  • Week 41: Praktijktoets (MTH-praktijk), geen les MTH theorie 
  • Week 42: herfstvakantie 
  • Week 43: eenmalig twee keer MTH theorie les. Oefentoets en wondgenezing 
  • Week 44: wondverzorging- bijzondere wonden 
  • Week 45: theorietoets MTH 2.1 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies