Weeksluit week 1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Reflecteren op je eigen leren

Leerdoelen 

1. Je kan reflecteren op je eigen leren;
2. Je kan uitleggen waarom het leren deze week goed of minder goed gaat;
3. Je kan aangeven wat je nodig hebt om beter te kunnen leren.

Weektaak

M. deze LessonUP

Hoe is het leren in de afgelopen week gegaan?

Hoe heb ik de eerste week ervaren...

Gaat het huiswerk goed?
Ja / Nee / Soms, omdat ...

Gaat het leerwerk goed?
Ja / Nee / Soms, omdat ...

Gaat het plannen van mijn leertaken goed?
Ja / Nee / Soms, omdat ...

Hoe heb je je opgesteld tijdens de lessen?

Wat is de oorzaak?
Deze week hadden de volgende factoren een nadelige invloed op mijn schoolwerk:

1. uitstelgedrag
2. concentratieproblemen
3. moeite met het plannen en organiseren
4. te veel andere activiteiten waardoor ik weinig tijd had voor mijn weektaken

Wat is de oorzaak?
Deze week hadden de volgende factoren een nadelige invloed op mijn schoolwerk:

1. motivatieproblemen
2. niet goed weten hoe ik iets moest aanpakken
3. ziekte
4. te veel afleiding (gamen, social media, sociale activiteiten)

Wat is de oorzaak?
Deze week hadden de volgende factoren een nadelige invloed op mijn schoolwerk:

1. geen fijne studeerplek
2. thuissituatie
3. anders, namelijk ...

Welke vorderingen maak ik?
Geef aan wat voor dit vak bij jou van toepassing is. Nederlands

1. goed
2. matig
3. slecht

Welke vorderingen maak ik?
Geef aan wat voor dit vak bij jou van toepassing is. Frans

1. goed
2. matig
3. slecht

Welke vorderingen maak ik?
Geef aan wat voor dit vak bij jou van toepassing is. Engels

1. goed
2. matig
3. slecht

Welke vorderingen maak ik?
Geef aan wat voor dit vak bij jou van toepassing is. Wiskunde

1. goed
2. matig
3. slecht

Welke vorderingen maak ik?
Geef aan wat voor dit vak bij jou van toepassing is. Science

1. goed
2. matig
3. slecht

Welke vorderingen maak ik?
Geef aan wat voor dit vak bij jou van toepassing is. Biologie

1. goed
2. matig
3. slecht

Welke vorderingen maak ik?
Geef aan wat voor dit vak bij jou van toepassing is. Geschiedenis

1. goed
2. matig
3. slecht

Welke vorderingen maak ik?
Geef aan wat voor dit vak bij jou van toepassing is. Aardrijkskunde

1. goed
2. matig
3. slecht

Welke vorderingen maak ik?
Geef aan wat voor dit vak bij jou van toepassing is. Duits

1. goed
2. matig
3. slecht

Voor welke vakken heb je matig of slecht ingevuld?

Wat heb je nodig om je resultaten te kunnen verbeteren?

1. extra instructie over de lesstof
2. meer tijd om te oefenen /leren
3. meer oefenstof
4. mijn werk voor dit vak beter bijhouden

Wat heb je nodig om je resultaten te kunnen verbeteren?

1. motivatie
2. bijles
3. kennis over manieren om te leren (leerstrategieën)
4. hulp om erachter te komen hoe ik dit vak het beste kan leren

Wat heb je nodig om je resultaten te kunnen verbeteren?

1. hulp van mijn vakdocent
2. anders, namelijk ...

Tevreden of niet?
Ik ben ... over de aanpak van mijn schooltaken.

1. zeer tevreden
2. een beetje tevreden
3. niet tevreden

Hoe komt het dat je zeer tevreden/een beetje tevreden/niet tevreden bent?

Wat wil je in het volgende coachgesprek met je coach over je resultaten bespreken?

Welke vraag/vragen heb je over je weektaakaanpak voor je vakdocent?
Vermeld de naam van de docent.

Als je lesstof niet begrijpt, wacht dan niet en vraag zo mogelijk tijdens de les je vakdocent om hulp!

Wat vind je van de 1 op 1 gesprekken?