Kleur en Licht T3

Kleur en Licht
Korte intro op de theorie
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Kleur en Licht
Korte intro op de theorie

Slide 1 - Tekstslide

Kleur
Kleur: blz 38 t/m 43

- Ik ken de verschillende kleursoorten, kleurcombinaties en weet welk effect ze kunnen hebben

- Ik kan herkennen welke kleur- soorten en combinaties er gebruikt worden in een kunstwerk
Licht
Licht: blz 44 t/m 47

- Ik ken verschillende vormen van licht en/of schaduw en weet welk effect ze kunnen hebben.

- Ik kan herkennen en uitleggen van welke vormen van licht en/of schaduw er sprake is in een kunstwerk en wat het effect ervan is.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je al over het beeldaspect kleur?

Slide 3 - Open vraag

Kleur
Kleur geeft een kunstwerk een bepaalde sfeer. 


Blauw zorgt voor een grauwe sfeer.

Slide 4 - Tekstslide

Kleuren mengen
- Primaire kleuren
- Secundaire kleuren
- Tertiaire kleuren
- Kleurencirkel
- Kleur zuiverheid/ verzadigde kleuren
- kleur helderheid

Slide 5 - Tekstslide

Kleur combinaties

Combinaties van kleuren geven soms een kleurcontrast. Contrast betekent tegenstelling



- symbolisch kleurgebruik
- Kleur-tegen-kleurcontrast
- Complementaire kleuren
- Licht-donker contrast
- Warm-koud contrast
- Kleurfamilie
- Kleurverloop
- Optische kleurmenging
- Monochroom
- Kleurperspectief
- Atmosferisch perspectief

Slide 6 - Tekstslide

Kleur-tegen-kleur contrast
Warm-koud contrast
Licht-donker contrast
Complementair contrast

Slide 7 - Tekstslide

OPTISCHE KLEURMENGING
Kleuren worden met stipjes of streepjes naast elkaar op het doek gezet. Van dichtbij zie je de kleuren duidelijk apart, maar op een afstand lijken de kleuren in elkaar te vloeien: de kleuren worden op het netvlies in je oog gemengd.

Slide 8 - Tekstslide

Kleurperspectief 
Bij kleurperspectief = ruimte suggestie door gebruik te maken van de eigenschappen van kleuren. Rode kleuren dringen zich bijv. op de voorgrond, terwijl blauw naar achteren wijkt.

Slide 9 - Tekstslide

Schilderij met atmosferisch perspectief  
Schilderij zonder atmosferisch perspectief  

Slide 10 - Tekstslide

kleur-kleur contrast
complementair contrast
warm koud contrast

Slide 11 - Sleepvraag

Wat zijn zuivere/verzadigde kleuren?
A
Kleuren die niet gemengd zijn
B
Kleuren die gemengd zijn
C
Kleuren die niet gemengd zijn met wit of zwart
D
Kleuren die gemengd zijn met wit of zwart

Slide 12 - Quizvraag

Kleur tegen kleur, warm koud, licht donker of complementair?
timer
1:00

Slide 13 - Tekstslide

Hier nog een aantal vragen
over kleur

Slide 14 - Tekstslide

Licht
In een schilderij is vaak een bepaalde lichtval te zien.

Door licht- en schaduwwerking vallen bepaalde delen van de voorstelling meer op en lijkt er diepte te zijn.

Verder geeft licht een bepaalde sfeer.

Slide 15 - Tekstslide

Beeldaspect LICHT
lichtbron: 
natuurlijk / kunstmatige lichtbron
licht / donker contrast
clair-obscur
lichtrichting / lichtval:
mee- / zij- / tegen- / strijklicht
schaduweffecten:
eigen- / slag- schaduw
glimlicht
silhouet
plasticiteit


Slide 16 - Tekstslide

Zijlicht
Eigenschaduw
Slagschaduw

Slide 17 - Sleepvraag

Natuurlijk licht
Kunstmatig licht 
VS

Slide 18 - Tekstslide

Meelicht;
het licht schijnt met 
je mee.
Zijlicht
Tegenlicht: (silhouet)
Strijklicht; de lichtbron staat laag
Doorvallend licht

Slide 19 - Tekstslide

Diffuus licht
Het licht is heel vlak. Er zijn bijna geen schaduwen en ook geen grote contrasten in licht en donker.

Slide 20 - Tekstslide

Sleep de begrippen naar de afbeelding die van toepassing zijn:
meelicht
kunstlicht
strijklicht
tegenlicht
slagschaduw
clair obscur

Slide 21 - Sleepvraag

Slide 22 - Tekstslide

Van Gogh schilderde met de Aardappeleters in 1885 deze schaars verlichte ruimte. Het licht is......
A
B
C
Natuurlijk licht
D
Kunst licht

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide


Kunstenaar Edward Hopper staat bekend om zijn schilderijen met enorm partijen licht. Op dit schilderij zie je
A
kunstlicht
B
meelicht
C
strijklicht
D
lichtig licht

Slide 25 - Quizvraag