Werkwoordspelling: herhaling

Kijk het filmpje en geef antwoord

Welke regel gebruik je in de tegenwoordige tijd? (tt)  
Welke regel gebruik je voor verleden tijd? (vt) 
Welke regel gebruik je voor een voltooid deelwoord?(vd)
Welke regel gebruik je voor het bijvoeglijk naamwoord?(bn)

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare school

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Kijk het filmpje en geef antwoord

Welke regel gebruik je in de tegenwoordige tijd? (tt)  
Welke regel gebruik je voor verleden tijd? (vt) 
Welke regel gebruik je voor een voltooid deelwoord?(vd)
Welke regel gebruik je voor het bijvoeglijk naamwoord?(bn)

Slide 1 - Tekstslide

werkwoordspelling: regels

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

Wor... je nog opgenomen in de selectie van het eerste elftal?
A
Word
B
Wort
C
Wordt

Slide 4 - Quizvraag

De wedstrijden ontaar.... in een schoppartij waarna deze gestaakt werden.
A
ontaarde
B
ontaardden
C
ontaarden
D
ontaardde

Slide 5 - Quizvraag

Nadat je hem hebt ondervraag..., gaat hij terug naar huis.
A
ondervraagd
B
ondervraagt
C
ondervraagdt

Slide 6 - Quizvraag

De vergro.... foto's laten de oorzaak van het ongeluk duidelijk zien.
A
vergrote
B
vergrootte
C
vergrootten

Slide 7 - Quizvraag

Bran.... je handen niet aan die hete pan!
A
brand
B
brant
C
brandt

Slide 8 - Quizvraag

Ik ben benieuwd hoe lang hij het uithou....
A
uithoud
B
uithout
C
uithoudt

Slide 9 - Quizvraag

Hij heeft al eerder op de circuit gerac.... in deze nieuwe auto van Porsche.
A
geracet
B
geraced
C
geract

Slide 10 - Quizvraag

Weet je wel wat het beteken.... als je werkwoordspelling echt beheerst!
A
betekend
B
betekent
C
betekende
D
betekente

Slide 11 - Quizvraag

Hij zat op de plek waar hij wel vaker uitrus.... na zware arbeid.
A
uitrustte
B
uitruste
C
uitrusten

Slide 12 - Quizvraag

Zij beoordeel.... de gebeurtenis niet erg objectief.
A
beoordeeld
B
beoordeelt
C
beoordeeldt

Slide 13 - Quizvraag

Wat vind ik het moeilijkste onderdeel?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide