In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
En route!
Slide 1 - Tekstslide
Doelen- en toetsoverzicht periode 2
1. Ik kan de woorden en zinnen die te maken hebben met school, eten/drinken, en wonen op het platteland correct vertalen (FN)
2. Ik kan de woorden en zinnen die te maken hebben met 'le camping' correct vertalen (NF/FN)
3. Ik kan de woorden en zinnen die te maken hebben met 'reizen' correct vertalen (NF/FN)
4. Ik kan van leesteksten (A2-niveau) over 'reizen' de belangrijkste informatie benoemen
5. Ik kan de passé composé met het juiste hulpwerkwoord correct gebruiken voor de regelmatige werkwoorden -er, -ir, -re en de onregelmatige werkwoorden avoir, être, faire en prendre
6. Ik kan een lijdend voorwerp in een Franse zin vervangen door le, la, l' of les (persoonlijk voornaamwoord)
1. SO exid 2, 3, 4
2. SO 'le camping' (taaldorpboekje)
3. GL3ABEF; 3CG
4. GL3BF/ LB extra
5. GL3D/ LB extra
6. GL3H/ LB extra
REPETITIE doel 3 t/m6 (+SO huiswerkcheck)
Slide 2 - Tekstslide
Wat doen we vandaag?
afmaken REPETITIE (luisterdeel)
start 'le camping' (doel 2)
Slide 3 - Tekstslide
repetitie
check je puntenaantal (niet goed, verbeter met een andere kleur)
luister mee en beantwoord de vragen van opdracht 'but 4'
wissel na het luisteren met klasgenoot
kijk het deel van je klasgenoot na (1,5 pnt per goed antwoord)
Slide 4 - Tekstslide
open periode 2/ leerdoelen
Slide 5 - Tekstslide
Au camping:
bekijk het filmpje en beantwoord de vragen
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
00:40
"J'ai une réservation pour 3 nuits" Wat verwacht je dat de vrouw gaat vragen?
Slide 8 - Woordweb
00:55
Wat betekent 'Pouvez-vous m'épeler, s'il vous plaît?'
Slide 9 - Woordweb
00:59
Beantwoord de vraag: Quelle est votre date de naissance? (gebruik een hele zin)
Slide 10 - Open vraag
01:43
Wat kost 'un emplacement pour une personne'?
Slide 11 - Open vraag
02:23
Wat betekent: Je vais vous montrer où vous pouvez vous installer?
A
Lus jij walvis rauw of gepeld?
B
Zal ik u uw plek laten zien?
C
Hoeveel vierkanten passen er in een cirkel?
D
Ken jij de tante van de binnenvaartsschipper?
Slide 12 - Quizvraag
02:26
Vanaf nu komen een paar vragen en onderwerpen aan bod. Onthoud welke onderwerpen dit zijn ...
(niet alles is even goed verstaanbaar)
Slide 13 - Tekstslide
04:10
welke onderwerpen kwamen nog aan bod?
Slide 14 - Woordweb
04:20
Hoe heet dit spel trouwens?
A
jeu de boules
B
pétanque
C
jeter les boules
D
jouer au boules
Slide 15 - Quizvraag
taaldorp leerdoelen: le camping
Ik kan mijzelf en anderen voorstellen
Ik kan op een eenvoudige manier groeten en afscheid nemen.
Ik kan de tijd aangeven en begrijpen.
Ik kan vragen naar openingstijden, mogelijkheden om iets te huren.
Ik kan vragen naar activiteiten, excursies.
Ik kan reserveren, bijv. voor de tennisbaan of het campingrestaurant.
Ik kan vragen naar een campingplek.
Ik kan mijn voorkeuren aangeven, bijv. w.b. de campingplek, schaduw/zon, electriciteit.
.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
werk in tweetallen (iedere keer dezelfde partner!)
maak het gesprek in het Frans
(gebruik woorden en zinnen uit het boekje)
Slide 18 - Tekstslide
Au travail:
les devoirs
Faire:
maak situatie 1
Apprendre:
lees het taaldorpboekje: le camping (zie Learnbeat)
leer de woorden van le camping
leer de zinnen van le camping
LET OP: week 47 SO le camping
Werk zachtjes (in 2-tallen),
zodat iedereen zich kan concentreren
vraag zoveel mogelijk om hulp!
2. Ik kan de woorden en zinnen die te maken hebben met 'le camping' correct vertalen (NF/FN)