hormonen, neurohormonen en neurotransmitters

Het zenuwstelsel
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Het zenuwstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en uit zenuwen.
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Pariëtale kwab
Temporale kwab
Occipitale kwab
Frontale kwab

Slide 3 - Sleepvraag

kleine hersenen
hersenstam
grote hersenen

Slide 4 - Sleepvraag

Hersenkwabben
Voorhoofdskwab (frontaalkwab)
Wandbeenkwab (pariëntaalkwab)
Slaapkwab (temporaalkwab)
Achterhoofdskwab (occipitaalkwab)
plannen en beheersen impulsen
belangrijk voor verwerken van informatie uit zintuigen, ruimtelijk inzicht, lezen en schrijven.
belangrijk voor gehoor, en begrijpen van taal.
belangrijk voor het zien

Slide 5 - Sleepvraag

grote hersenen
kleine hersenen
hersenstam
hersenschors
bewustwording
hersencentrum
geheugen
coördinatie
onbewust
reflexen

Slide 6 - Sleepvraag

Reflex (en reflexboog)
Reflexboog


Slide 7 - Tekstslide

Bewuste beweging
(gewilde beweging)
Reflex
(onbewuste beweging)

Slide 8 - Tekstslide

Hormonen, neurohormonen en neurotransmitters

Slide 9 - Tekstslide

Succescriteria
Ik leg de functie en het effect van enkele hormonen uit.
Ik beschrijf door welke klieren deze hormonen uitgescheiden worden.
Ik leg  uit wat een hormoon is.
Ik leg de functie en het effect van enkele neurohormonen uit.
Ik  beschrijf waar neurohormonen aangemaakt worden.
Ik leg uit wat een neurohormoon is.
Ik leg de functie en het effect van enkele neurotransmitters uit.
Ik  beschrijf waar deze neurotransmitters aangemaakt worden.
Je beschrijf de link tussen concentratie dopamine, serotonine en noradrenaline in de hersenen en emoties.
Je leg uit wat een neurotransmitter is.

Slide 10 - Tekstslide

Hormonen
  • hormoonklieren  maken hormonen.
  • gaan via bloed naar andere organen.

Slide 11 - Tekstslide

Hormonen
  • insuline en glucagon
  • adrenaline, noradrenaline en cortisol
  • oestrogeen en progesteron 
  • testosteron 

Slide 12 - Tekstslide

BIJNIEREN
maakt:

  • (Nor)Adrenaline: komt vrij bij acute stress (verhoogde bloeddruk, hartslag, metabolisme, verwijding van bloedvaten naar hart, gebruikte spieren, vernauwing andere bloedvaten)

  • Cortisol: komt vrij bij stress (invloed op metabolisme en immuunsysteem)

Slide 13 - Tekstslide

ALVLEESKLIER 
Maakt:

> Insuline (hoge bloedsuikerspiegel --> opname van glucose in spieren of lever uit het bloed)

> Glucagon (lage bloedsuikerspiegel --> afgifte glucose uit lever of spieren aan bloed

Slide 14 - Tekstslide

EIERSTOKKEN
  • Oestrogeen: ontwikkeling van geslachtsorganen, secundaire geslachtskenmerken en beïnvloedt gedrag

  • Progesteron: rol bij zwangerschap en menstruatie.

Slide 15 - Tekstslide

Neurohormonen
  • hypothalamus  maakt neurohormonen.
  • gaan via bloed naar andere organen.

Slide 16 - Tekstslide

TEELBALLEN
  • Testosteron: ontwikkeling mannelijke geslachtsorganen, secundaire geslachtskenmerken en beïnvloedt gedrag. Stimulering aanmaak zaadcellen

Slide 17 - Tekstslide

Neurohormonen
  • Oxytocine: beïnvloedt borsten en baarmoeder, chemische boodschapper voor voortplantingssysteem en menselijk gedrag (knuffelhormoon)
  • Vasopressine: behoud van bloeddruk, bloedvolume en vocht door controleren urine-uitscheiding

Slide 18 - Tekstslide

Neurotransmitters

Slide 19 - Tekstslide

ZENUWCELLEN
  • serotonine: regulatie van gemoedstoestand

  • dopamine: goed gevoel geven

  • noradrenaline: focus en reactie in stressvolle situatie

  • endorfine: welbevinden, geluk en pijn dempende werking 

Slide 20 - Tekstslide

Hormonen
Neurohormonen
Neurotransmitters
zijn chemische boodschappers die niet geproduceerd worden door klieren, maar die geproduceerd worden in de hersenen.

zijn chemische boodschappers die signaaloverdracht tussen neuronen of tussen neuronen en andere celtypes mogelijk maken
zijn chemische boodschappers die worden uitgescheiden door klieren en die via de bloedbaan vervoerd worden om op een andere plaats in het lichaam hun functie uit te oefenen.

Slide 21 - Sleepvraag

Serotonine
Dopamine
(nor)adrenaline
Endorfine
zorgt ervoor dat we dingen willen doen (die ons een goed gevoel geven)
zorgt voor regulatie van gemoedstoestand, sociaal gedrag, eetlust, vertering, slaap, herinneringen en lust
 zorgt ervoor dat we ons kunnen focussen en reageren in stressvolle situaties
zorgt voor een gevoel van welbevinden en geluk, en heeft een pijndempende werking

Slide 22 - Sleepvraag

Hypothalamus
Eierstokken
Teelballen
Bijnieren
Alvleesklier
Hersenen
serotonine
dopamine
adrenaline
noradrenaline
endorfine
oxytocine
vasopressine
oestrogeen
testosteron
progesteron
cortisol
Insuline
glucagon

Slide 23 - Sleepvraag