H2.1 Klimaten en plantengroei

H2 'Wonen en werken in een wereld'


cursus 2.1 'klimaten en plantengroei'


Tijdvak 6:

Tijd van regenten en vorsten (1600-1700)

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H2 'Wonen en werken in een wereld'


cursus 2.1 'klimaten en plantengroei'


Tijdvak 6:

Tijd van regenten en vorsten (1600-1700)

Slide 1 - Tekstslide

Planning

  • Lesdoelen deze les
  • Instructie / zelfstandig werken
  • Aan de slag
  • Nabespreking


Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen 2.1
  •  Je kunt het verschil tussen weer en klimaat benoemen


  • Je kunt 2 van de 3 oorzaken benoemen waardoor klimaten verschillen

Slide 3 - Tekstslide

Weer en klimaat
Wanneer heb je het over het weer?
Wat is neerslag?
Wanneer spreek je over klimaat?
Wat zijn klimaat gebieden?

Slide 4 - Tekstslide

Weer en Klimaat

Weer

  • De temperatuur, neerslag, zonneschijn, bewolking en wind op een plaats voor een korte periode

Neerslag

  • Regen, sneeuw, hagel en mist

Klimaat

  • Als je kijkt naar het weer in een groot gebied over een lange tijd

Klimaatgebieden

  • Er zijn op aarde 5 grote gebieden waar het weer op elkaar lijkt.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Waarom zijn er verschillende klimaten?

Slide 7 - Open vraag

Klimaatverschillen

3 oorzaken:

  1. Verschil in breedte ligging
  2. Ligging dichtbij of ver weg van de zee
  3. Verschil in hoogteligging

Slide 8 - Tekstslide

Verschil in breedteligging

Slide 9 - Tekstslide

Dichtbij of ver van de zee

Slide 10 - Tekstslide

Hoogteligging
Met elke 1000 meter die je stijgt daalt de temperatuur met 6 graden.

Slide 11 - Tekstslide

Deze afbeelding gaat over...
A
Verschil in breedteligging
B
Dicht bij of ver van de zee
C
Verschil in hoogteligging

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de breedteligging?
A
De afstand tot de noordpool
B
De afstand tot de evenaar
C
De afstand tussen twee breedtepunten
D
De ligging ten opzichte van een breedtelijn

Slide 13 - Quizvraag

Wat is geen vorm van neerslag?
A
regen
B
sneeuw
C
mist
D
hagel

Slide 14 - Quizvraag

Zelfstandig / Instructie volgen

Zelfstandig werken:

Je leest eerst alle leerstoffen door (ong. 10-15min).
Je maakt alle opdrachten van de cursus, ook de blauwe.
Tijdens het werken overleg je op fluistertoon!
Je kunt aan het einde van de les de lesdoelen beantwoorden

Instructie volgen:

Je doet mee met de uitleg.
Je maakt aantekeningen als dat nodig is.

Slide 15 - Tekstslide

Afsluiting


Slide 16 - Tekstslide

H2 'Wonen en werken in een wereld'


cursus 2.1 'klimaten en plantengroei'


Tijdvak 6:

Tijd van regenten en vorsten (1600-1700)

Slide 17 - Tekstslide

Planning
Wat gaan we leren?
Instructie / zelfstandig werken
Aan de slag
Nabespreking

Slide 18 - Tekstslide

Klimaatgebieden
Hoeveel klimaatgebieden hebben wij op aarde? 

Welke kennen jullie al?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Klimaatgebieden
  1. Tropische klimaten
  2. Droge klimaten
  3. Zeeklimaten
  4. Landklimaten
  5. Koud klimaat

Slide 21 - Tekstslide

Plantenzones
  1. Tropisch regenwoud
  2. Steppe en woestijn
  3. Loofbos
  4. Naaldbos
  5. Toendra en ijs

Slide 22 - Tekstslide

Hoeveel klimaatgebieden zijn er op aarde?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 23 - Quizvraag

Welk klimaat zie je op de afbeelding?
A
Tropisch klimaat
B
droog klimaat
C
zeeklimaat
D
landklimaat

Slide 24 - Quizvraag

Welk klimaat zie je op de afbeelding?
A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Zeeklimaat
D
Koud klimaat

Slide 25 - Quizvraag

Welk klimaat zie je op de afbeelding?
A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
landklimaat
D
Koud klimaat

Slide 26 - Quizvraag

Aan de slag
Maken:
  • Cursus 2.1 blz. 50 t/m  55 
  • Nakijken ( klassikaal)


Klaar:

  • Doe rustig wat voor jezelf tot wij klassikaal de opdrachten bespreken

Slide 27 - Tekstslide

Evaluatie Lesdoelen 2.1
  • Je kunt de 5 klimaatgebieden benoemen.


  • Je kunt 2 van de 3 oorzaken benoemen waardoor klimaten verschillen.

 

  • Je kunt de 5 plantenzones benoemen.

Slide 28 - Tekstslide