Les 25 en 26 - AcI

Les 25 en 26 AcI
Na deze les kun je de AcI-constructie in het Latijn herkennen en vertalen. 
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 25 en 26 AcI
Na deze les kun je de AcI-constructie in het Latijn herkennen en vertalen. 

Slide 1 - Tekstslide

De AcI
Een AcI is een accusativus en een infinitivus:
  • puellam currere > het meisje rennen.
  • puellam currere video > Ik zie het meisje rennen. / Ik zie dat het meisje rent.

Slide 2 - Tekstslide

Een AcI in het wild
Een AcI voel je meestal aankomen. Dit komt omdat een AcI altijd afhangt van de persoonsvorm. Je wilt achter sommige persoonsvormen in het Nederlands ook graag 'dat' denken.

Ik zeg dat..., ik zie dat..., ik hoor dat..., ik ben blij dat...

Al deze werkwoorden hebben in het Latijn een AcI bij zich!

Slide 3 - Tekstslide

Bedenk nog minstens 3 Nederlandse werkwoorden waarna je een AcI kunt verwachten.

Slide 4 - Open vraag

Hoe vertaal je een AcI?
  • Maak een bijzin die begint met 'dat'.
  • De accusativus wordt je onderwerp in de bijzin.
  • De infinitivus wordt je persoonsvorm in de bijzin.

Caesar dicit hostes fugere.
= Caesar zegt dat de vijanden vluchten.
Hostes = acc mv van groep 3
fugere = infinitivus praesens (herkenbaar aan de uitgang -re)
onderwerp in de bijzin.
persoonsvorm in de bijzin.

Slide 5 - Tekstslide

Alles tussen A en I...
Algemene regel:
ALLE WOORDEN DIE IN HET LATIJN TUSSEN DE A EN DE I IN STAAN, HOREN IN DE DAT-BIJZIN! 

Bijvoorbeeld: 
Mater pueros in silva cum amicis ludere dicit.
De moeder zegt dat de jongens in het bos met hun vrienden spelen.
pueros = acc mv van groep 2 en is mijn A.
ludere = infinitivus en is mijn I
in silva cum amicis = staat tussen A en I in, dus moet in mijn dat-bijzin.

Slide 6 - Tekstslide

Wat betekent de A in AcI?
A
accusativus
B
ablativus

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent de I in AcI?
A
imperativus
B
infinitivus
C
imperfectum

Slide 8 - Quizvraag

Met wat voor bijzin vertaal je een AcI?
A
die-bijzin
B
als-bijzin
C
dat-bijzin
D
omdat-bijzin

Slide 9 - Quizvraag

Na welke werkwoorden verwacht je een AcI?
A
dederat, perficiunt
B
dixit, audiverat
C
custodiebat, vidit
D
portare, colligere

Slide 10 - Quizvraag

De A in de AcI wordt in je vertaling ... in je dat-bijzin
A
het onderwerp
B
het lijdend voorwerp
C
de persoonsvorm
D
een bijwoordelijke bepaling

Slide 11 - Quizvraag

De I in de AcI wordt in je vertaling ... in je dat-bijzin
A
het onderwerp
B
het lijdend voorwerp
C
de persoonsvorm
D
een bijwoordelijke bepaling

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de AcI in de volgende zin?
Pater nobis narraverat deos in bello semper Romanis favere.
A
Pater nobis narraverat
B
Romanis favere
C
deos in bello semper Romanis favere
D
deos in bello semper

Slide 13 - Quizvraag

Maar wat als er twee accusativi in de zin staan?
Dan is één van de twee accusativi de onderwerpsaccusativus (subjectsaccusativus) en de andere de lijdend-voorwerpsaccusativus (objectsaccusativus). 

Meestal is de eerste accusativus je onderwerp in de dat-bijzin en de tweede je lijdend voorwerp (maar niet altijd!). Let dus op de context.

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld
Caesar dicit Romanos hostes vincere posse
=

Caesar zegt dat de Romeinen de vijanden kunnen overwinnen.
Maar zou eventueel ook kunnen zijn:
Caesar zegt dat de vijanden de Romeinen kunnen overwinnen.
DUS LET OP DE CONTEXT VAN DE ZIN!
Romanos = acc mv van groep 2.
hostes = acc mv van groep 3.
vincere = infinitivus praesens 
posse = infinitivus praesens 
Eerste accusativus, dus waarschijnlijk onderwerp in de dat-bijzin. 
Tweede accusativus, dus waarschijnlijk lijdend voorwerp in de dat-bijzin. 
Er staan in deze zin twee infinitivi, alleen posse kan logischerwijs de persoonsvorm in de dat-bijzin worden.. 

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de AcI in de volgende zin?
Qui parentes non cupiunt filium suum vitam felicem agere?
A
Parentes non cupiunt
B
parentes non cupiunt filium suum vitam felicem agere
C
filium suum vitam felicem agere
D
vitam felicem agere

Slide 16 - Quizvraag

Vertaalaanpak AcI
  1. Vertaal het onderwerp en de persoonsvorm.
  2. Voeg het woord 'dat' in.
  3. Zoek de onderwerpsaccusativus en maak die onderwerp van de 'dat'-zin. 
  4. Zoek de infinitivus en maak daarvan de pv in de 'dat'-zin.
  5. Zoek de lijdend voorwerpsaccusativus en maak die lijdend voorwerp van de 'dat'-zin.
  6. Vertaal de rest van de woorden tussen A en I in.

Slide 17 - Tekstslide

Gelijktijdigheid
Een infinitivus praesens (-re) in de AcI is altijd gelijktijdig.

Dit betekent dat je de persoonsvorm in de dat-bijzin in dezelfde tijd zet als de persoonsvorm in de hoofdzin.

Senex dicit puerum lacrimare. = De oude man zegt dat de jongen huilt.
Senex dixit puerum lacimare. = De oude man zei dat de jongen huilde.
dicit = pv in de hoofdzin en is praesens
lacrimare = infinitivus praesens en moet dus gelijktijdig zijn aan dicit.
dicit = praesens, dus ik vertaal tegenwoordige tijd.
lacrimare = inf praesens, dus ik vertaal het in dezelfde tijd als dicit, dus tegenwoordige tijd.
dixit = pv in de hoofdzin en is perfectum
lacrimare = infinitivus praesens en moet dus gelijktijdig zijn aan dixit.
dixit = perfectum, dus ik vertaal verleden tijd.
lacrimare = inf praesens, dus ik vertaal het in dezelfde tijd als dixit, dus verleden tijd.

Slide 18 - Tekstslide

Vertaal:
Senex uxorem in atrio dormire videt.

Slide 19 - Open vraag

Vertaal:
Iuvat me omnem familiam apud triclinium adesse.

Slide 20 - Open vraag

Differentiatie!
Foutje gemaakt bij een van de vorige twee zinnen? 
Maak dan de paarse zin in de volgende dia.

Geen foutje gemaakt bij een van de vorige twee zinnen?
Sla dan de paarse zin over en maak de (iets moeilijkere) gele zin op de dia daarna.

Slide 21 - Tekstslide

Vertaal:
Puella patrem fabulam fratri narrare audiebat.

Slide 22 - Open vraag

Vertaal:
Imaginem iuvenis in aqua suam imaginem esse Narcissus parum intellegit.

Slide 23 - Open vraag

Voortijdigheid
Een infinitivus perfectum (-isse) in de AcI is altijd voortijdig.


Dit betekent dat je de persoonsvorm in de dat-bijzin in een tijd vóór de tijd in de hoofdzin vertaalt. (bijv. pv in de hoofdzin is praesens, dan vertaal je de bijzin in de verleden tijd).

Video servos fulloniam intravisse. = Ik zie dat de slaven de vollerij binnengingen.
Videbam servos fulloniam intravisse. = Ik zag dat de slaven de vollerij binnengegaan waren. 
video = pv in de hoofdzin en is praesens
intravisse = infinitivus perfectum en de I in de AcI
video was praesens, dus ik vertaal tegenwoordige tijd.
intravisse was een infintivus perfectum en video was praesens, dus ik moet intravisse voortijdig vertalen. Een tijd voor de tegenwoordige tijd is de verleden tijd. 
videbam = pv in de hoofdzin en is imperfectum
intravisse = infinitivus perfectum en de I in de AcI
videbam was imperfectum, dus ik vertaal verleden tijd.
intravisse was een infintivus perfectum en videbam was imperfectum, dus ik moet intravisse voortijdig vertalen. Een tijd voor de verleden tijd is de voorverleden tijd (plusquamperfectum). 

Slide 24 - Tekstslide

Vertaal:
Pater deos Narcissum in florem mutavisse narrat.

Slide 25 - Open vraag

Vertaal de volgende zin in het Latijn en maak gebruik van een AcI:
Vader zegt dat de slaven hebben gewerkt in de vollerij.
(pater/servus/laborare/fullonia)

Slide 26 - Open vraag

Gebruik van se in de ACI
Het woordje se kan gebruikt worden als accusativus in de AcI. Dit betekent dat het onderwerp in de bijzin hetzelfde is als in de hoofdzin.

Dominus dicit se venire = De meest zegt dat hij komt.
Servi dixerunt se dominum vidisse = De slaven zeiden dat zij de meester hadden gezien.

Slide 27 - Tekstslide

Tibi dicit pater se me vidisse
A
Mijn vader zegt dat hij mij heeft gezien.
B
Vader zegt tegen jou dat ik hem heb gezien,
C
Vader zegt tegen jou dat hij mij heeft gezien.
D
Vader zegt tegen mij dat jij hem hebt gezien.

Slide 28 - Quizvraag

Rex dicit magistrum discipulos laudare

Wat is de onderwerpsaccusativus?
A
Rex
B
magistrum
C
discipulos
D
dicit

Slide 29 - Quizvraag

Rex dicit magistrum discipulos laudare

Wat is de lijdend voorwerpsaccusativus?
A
Rex
B
magistrum
C
discipulos
D
dicit

Slide 30 - Quizvraag

Rex dicit magistrum discipulos laudare.

Wat is de juiste vertaling van de Latijnse infinitivus?
A
prijst
B
prijzen
C
prees
D
prezen

Slide 31 - Quizvraag

Rex dicit magistrum discipulos laudare
Wie prijst of prees wie?
A
de koning prijst/prees de leraar
B
de koning prijst/prees de leerlingen
C
de leraar prijst/prees de leerlingen
D
de leerlingen prijzen/prezen de leraar

Slide 32 - Quizvraag

Nummer de vertaalstappen van de A.c.I. in de juiste volgorde door de nummers ernaartoe te slepen
Vertaal de PV van het werkwoord van zeggen/menen/waarnemen en het onderwerp daarvan
Voeg het woord 'dat' toe
Vertaal de onderwerpsaccusativus als onderwerp van de dat-zin
Vertaal de lijdend voorwerpsaccusativus als LV van de dat-zin
(als er een tweede accusativus is)
Vertaal de infinitivus als PV van de dat-zin, passend bij het onderwerp
1.
2.
3.
4.
5.

Slide 33 - Sleepvraag

Persoonsvorm
Accusativus in ACI (=onderwerp in dat-zin)
Inifinitivus in ACI (=persoonsvorm in dat-zin)
Overig

Num
putas
te
posse
regnare

Slide 34 - Sleepvraag

Hoe goed snap je de AcI?
010

Slide 35 - Poll