Lezen H3 - les 3

Lezen H3
Argumentatie
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lezen H3
Argumentatie

Slide 1 - Tekstslide

Theorie
Een argumentatie bestaat uit twee delen:
- het standpunt of mening
- de argumenten

Slide 2 - Tekstslide

Standpunt/mening: wat iemand vindt
Argumenten: waarom iemand iets vindt
Doel van een argumentatie is een ander overtuigen, zodat diegene het standpunt overneemt.

Slide 3 - Tekstslide

soorten argumenten
Je hebt twee soorten argumenten:
- feitelijk: dit is te controleren en is waar of niet waar
- waarderend: dit is niet te controleren, kan voor iedereen anders zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het standpunt in deze zin:
Ik ga liever niet mee naar Parijs, want Parijs is een grote dichtbevolkte stad.
A
Ik ga liever niet mee naar Parijs
B
want Parijs is een grote, dichtbevolkte stad.
C
De hele zin is een standpunt.
D
Er zit geen standpunt in deze zin.

Slide 5 - Quizvraag

Is het argument van de vorige zin (want Parijs is een drukke, dichtbevolkte stad.) feitelijk of waarderend?
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 6 - Quizvraag

Omdat we verplicht zijn om mensen in nood altijd te helpen, vind ik dat we alle vluchtelingen in Nederland moeten opnemen. Wat is in deze zin het argument?
A
Omdat we verplicht zijn mensen in nood altijd te helpen,
B
vind ik dat we alle vluchtelingen in Nederland moeten opnemen.
C
De hele zin is een argument.
D
Er zit geen argument in deze zin.

Slide 7 - Quizvraag

Is het argument (Omdat we verplicht zijn om mensen in nood altijd te helpen) feitelijk of waarderend?
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 8 - Quizvraag

Ik ga graag mee naar Parijs, want Parijs heeft de mooiste musea van de hele wereld. Wat is het standpunt in deze zin?
A
Ik ga graag mee naar Parijs,
B
want Parijs heeft de mooiste musea van de hele wereld
C
De hele zin is een standpunt.
D
Deze zin heeft geen standpunt.

Slide 9 - Quizvraag

Is het argument in de vorige zin (want Parijs heeft de mooiste musea van de wereld) feitelijk of waarderend?
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 10 - Quizvraag

Israël en de Palestijnen zullen niet snel nader tot elkaar komen; ze hebben immers nu al meer dan zestig jaar een ernstig conflict. Wat is in deze zin het argument?
A
Israël en de Palestijnen zullen niet snel nader tot elkaar komen;
B
ze hebben immers nu al meer dan zestig jaar een ernstig conflict.
C
De hele zin is een argument.
D
Deze zin heeft geen argument.

Slide 11 - Quizvraag

Is het argument in de vorige zin (ze hebben immers nu al meer dan zestig jaar een ernstig conflict.) feitelijk of waarderend?
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 12 - Quizvraag

Soorten argumentatie
  • enkelvoudige argumentatie
  • meervoudige argumentatie:
-nevenschikkende argumentatie
- onderschikkende argumentatie

Slide 13 - Tekstslide

enkelvoudige argumentatie
Bij het standpunt wordt maar één argument gegeven

Slide 14 - Tekstslide

nevenschikkende argumentatie
Bij een standpunt worden meerdere argumenten gegeven. Elk argument staat op zichzelf.

Slide 15 - Tekstslide

Onderschikkende argumentatie
Hierbij krijgt een argument een eigen argument

Slide 16 - Tekstslide

Aan welke (signaal)woorden kun je een standpunt herkennen?

Slide 17 - Woordweb

Welke signaalwoorden geven een argument aan?

Slide 18 - Woordweb

standpunt
waarderend 
argument
feitelijk 
argument
Je moet je warm kleden als je de deur uitgaat,
want de temperatuur komt vandaag niet boven nul.
De meeste inzendingen zijn niet om aan te horen;
daarom kunnen we beter stoppen met het Eurovisie Songfestival.

Slide 19 - Sleepvraag

Bespreken huiswerk
Opdracht 3 van H3 Lezen

Controle met het rad!

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 3
13

Het is zorgelijk dat steeds minder Nederlanders Duits leren.

We zouden Duits eigenlijk net zo belangrijk moeten vinden als Engels.

Duitsland is ons buurland.






Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 5 van H3 Lezen (blz 79).

Slide 23 - Tekstslide