Je leert waarom de regio Eindhoven de slimste regio ter wereld wordt genoemd
Je leert wat een krimpgebied is
Je leert welke kansen een krimpgebied heeft
globaliseringsindex
- Je leert waarom Brainport Eindhoven de 'slimste regio ter
+mogelijke normering KTI vraag antwoord
3p
(elke f = –1p) K 1 A politieke systeem; B global shift; C regionaal ontwikkelingsbeleid; D brainport; E exploitatiekolonie
1p K 2 C
1p K 3 D
2p K 4 1 De veel lagere loonkosten in lagelonenlanden / de veel hogere loonkosten in de rijke landen (1p).
2 De stijgende welvaart in de BRICS-landen / niet-westerse gebieden waardoor de afzetmarkt daar groeit (1p).
2p K 5 C, D, E
2p K 6 Nederland is een klein land (1p) dat sterk op het buitenland is gericht / een open economie heeft (1p).
2p T 7 De stijging van de koopkracht / welvaart.
3p
(elke f = –1p) T 8 C, D, E, G
2p
(omwisseling = 1f) T 9 A 3; B 1; C 2
2p = 3g T 10 A, E, F
1p T 11 Lijngrafiek.
2p T 12 Je ziet nu in een oogopslag hoe de exportwaarde van de verschillende gebieden is gestegen / je kunt nu de ontwikkeling van de verschillende gebieden makkelijk vergelijken.
3p T 13 Handelskolonialisme (1p). Het binnenland wordt niet gekoloniseerd / de steden liggen allemaal aan de kust (2p).
3p T 14 Wel (1p). Een gebied dat het economisch goed doet, trekt juist mensen aan / houdt mensen beter vast dan een gebied dat het economisch slecht doet (2p).
2p T 15 Bijvoorbeeld: Angola is sterk afhankelijk van de export van één grondstof: aardolie / het land is kwetsbaar omdat meer dan 30% van de uitvoer naar één land gaat.
3p
(elke f = –1p) T 16 1 Bolivia; 2 C; 3 ligt ingesloten; 4 C; 5 investeerders
3p
(elke f = –1p) T 17 Gebied A is veel rijker (1p). Dat komt omdat dit gebied aan zee ligt / veel beter bereikbaar is vanuit het buitenland dan gebied B (2p).
mogelijke normering KTI vraag antwoord
3p
(elke f = –1p) K 1 A politieke systeem; B global shift; C regionaal ontwikkelingsbeleid; D brainport; E exploitatiekolonie
1p K 2 C
1p K 3 D
2p K 4 1 De veel lagere loonkosten in lagelonenlanden / de veel hogere loonkosten in de rijke landen (1p).
2 De stijgende welvaart in de BRICS-landen / niet-westerse gebieden waardoor de afzetmarkt daar groeit (1p).
2p K 5 C, D, E
2p K 6 Nederland is een klein land (1p) dat sterk op het buitenland is gericht / een open economie heeft (1p).
2p T 7 De stijging van de koopkracht / welvaart.
3p
(elke f = –1p) T 8 C, D, E, G
2p
(omwisseling = 1f) T 9 A 3; B 1; C 2
2p = 3g T 10 A, E, F
1p T 11 Lijngrafiek.
2p T 12 Je ziet nu in een oogopslag hoe de exportwaarde van de verschillende gebieden is gestegen / je kunt nu de ontwikkeling van de verschillende gebieden makkelijk vergelijken.
3p T 13 Handelskolonialisme (1p). Het binnenland wordt niet gekoloniseerd / de steden liggen allemaal aan de kust (2p).
3p T 14 Wel (1p). Een gebied dat het economisch goed doet, trekt juist mensen aan / houdt mensen beter vast dan een gebied dat het economisch slecht doet (2p).
2p T 15 Bijvoorbeeld: Angola is sterk afhankelijk van de export van één grondstof: aardolie / het land is kwetsbaar omdat meer dan 30% van de uitvoer naar één land gaat.
3p
(elke f = –1p) T 16 1 Bolivia; 2 C; 3 ligt ingesloten; 4 C; 5 investeerders
3p
(elke f = –1p) T 17 Gebied A is veel rijker (1p). Dat komt omdat dit gebied aan zee ligt / veel beter bereikbaar is vanuit het buitenland dan gebied B (2p).
wereld 'is
- Je leert wat een regionaal