In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
7.5 - Houding en beweging
houding en beweging
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Week 1: online les
Week 2: repetitie afronden/opdracht, les (2 basisstoffen)
Week 3 (eerste week na de meivakantie): les (2 basisstoffen)
Week 4 (tweede week na de meivakantie): repetitie (17 en 18 mei)
Slide 2 - Tekstslide
Vandaag:
Herhalen basisstof 1 t/m 4
Uitleg basisstof 5
Opdrachten maken
Opdrachten bespreken/doelen checken
Slide 3 - Tekstslide
Lesdoelen:
Je kunt de onderdelen van het skelet van de mens benoemen;
Je kunt de functies van het skelet benoemen;
Je kunt de verschillen tussen platte beenderen en pijpbeenderen uitleggen;
Je kunt de koppeling maken tussen vorm en functie van poten/benen;
Je kunt de verschillen tussen beenweefsel en kraakbeenweefsel toelichten;
Je kunt de verschillende soorten beenverbindingen beschrijven;
Je kunt de bouw van een gewricht beschrijven;
Je kunt de werking van een kogelgewricht, een scharniergewricht en een rolgewricht beschrijven ;
Je kunt de onderdelen van spieren benoemen;
Je kunt de functies van de onderdelen van de spier benoemen;
Je kunt uitleggen wat antagonisten zijn;
Je kunt uitleggen hoe spieren beweging mogelijk maken;
Je kunt de vorm van de wervelkolom beschrijven;
Je kunt uitleggen waarom een goede lichaamshouding belangrijk is.
Slide 4 - Tekstslide
Welke functie van het skelet zie je het beste terug bij de schedel?
A
Het skelet geeft vorm aan het lichaam
B
Het skelet beschermt kwetsbare organen
C
Het skelet maakt het lichaam stevig
D
Het skelet zorgt dat het lichaam kan bewegen
Slide 5 - Quizvraag
Topganger
Teenganger
Zoolganger
Slide 6 - Sleepvraag
Geel beenmerg
Rood beenmerg
vet opslag
Aanmaak van bloedcellen
Platte beenderen
Pijpbeenderen
Slide 7 - Sleepvraag
Zorgt kalk of lijmstof voor stevigheid?
A
Kalk
B
Lijmstof
Slide 8 - Quizvraag
Gewricht
Naad
Vergroeid
Kraakbeen
Slide 9 - Sleepvraag
Er is geen beweging mogelijk bij de volgende beenverbindingen
A
Naden
B
Gewricht
C
Kraakbeen
D
Vergroeid
Slide 10 - Quizvraag
Welke beenverbinding zit er tussen de wervels?
A
Naden
B
Vergroeid
C
Kraakbeen
D
Gewricht
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het meest bewegelijk gewricht?
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
rolgewricht
Slide 12 - Quizvraag
Waardoor kunnen botten in een gewricht gemakkelijk langs elkaar bewegen?
A
Door gewrichtssmeer
B
Door gewrichtsbanden
C
Door kraakbeen
D
Door de beenverbinding
Slide 13 - Quizvraag
Welk gewricht is dit?
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
Rolgericht
D
Atlas en draaier
Slide 14 - Quizvraag
Welk gewricht is dit?
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
Rolgewricht
Slide 15 - Quizvraag
Gewrichtskogel
Gewrichtskapsel
Gewrichtskom
Slide 16 - Sleepvraag
Gewrichtssmeer
Gewrichtskapsel
Kapselband
Kraakbeenlaagje
Houdt botten bij elkaar
Geeft extra stevigheid aan grote gewrichten
Bescherming van botten tegen slijtage
Soepel bewegen van het gewricht
Slide 17 - Sleepvraag
Hoe noem je 2 tegengesteld werkende spieren?
A
Synergisten
B
Willekeurigw spieren
C
Onwillekeurige spieren
D
Antagonisten
Slide 18 - Quizvraag
Waar zitten pezen?
A
Tussen 2 gewrichten
B
Tussen botten en spieren
C
Tussen gewrichten en spieren
D
Tussen 2 spieren
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de juiste volgorde van groot naar klein
A
Spieren
spiercellen
spierstelsel
B
Spierstelsel
Spieren
Spiercellen
C
Spiercellen
spieren
spierstelsel
Slide 20 - Quizvraag
Als een spier samentrekt:
hoe lang kun jij dit?
De plank is een statische oefening, wat inhoudt dat je je lichaam een tijdje in een bepaalde houding moet houden zonder te bewegen.
A
wordt de spier korter en dunner
B
wordt de spier langer en dikker
C
wordt de spier korter en dikker
D
wordt de spier langer en dunner
Slide 21 - Quizvraag
spier
spierbundel
pees
spiervezel
Slide 22 - Sleepvraag
Houding en beweging
Slide 23 - Tekstslide
Bewegen is belangrijk
Je krijgt er een goede conditie van.
Je spieren kunnen beter presteren.
Je krijgt minder snel blessures.
Slide 24 - Tekstslide
Dubbele-S-vorm
Door deze vorm kan je wervelkolom schokken opvangen als je
loopt.
De tussenschijfwervels zijn een soort schokdempers.
Rugspieren die aan de wervels vast zitten zorgen ervoor dat
deze stand wordt vastgehouden.
De dubbele S-vorm
Door deze vorm kan je wervelkolom schokken opvangen als je loopt.
De tussenwervelschijven zijn een soort schokdempers.
Rugspieren die aan de wervels vast zitten zorgen ervoor dat deze stand wordt vastgehouden.
Slide 25 - Tekstslide
Wervelkolom
De wervelkolom bestaat uit wervels met tussen de wervels steeds een schijfje kraakbeen. Die schijfjes noem je tussenwervelschijven.
Door de tussenwervelschijven is de rug een beetje flexibel.
Slide 26 - Tekstslide
Lichaamshouding
Door een verkeerde lichaamshouding kan de wervelkolom scheef komen te staan. Hierdoor komt er op één kant van de wervelkolom meer druk te staan. Sommige spieren moeten dan harder werken en kunnen overbelast raken.
Slide 27 - Tekstslide
Rughernia
Slide 28 - Tekstslide
Zithouding
Om de kans op nek- en rugklachten te verminderen moet je een goede lichaamshouding aannemen. Ook een goede zithouding is daarbij ook belangrijk.
Zit rechtop: wervelkolom dubbele-S-vorm
Ellebogen in een hoek van 90 graden
Knieën in een hoek van 90 graden
Let ook op de houding van je nek.
Slide 29 - Tekstslide
Uitdaging!
Kunnen jullie de hele les in een goede houding zitten?
- billen achterin je stoel
- rug recht
- benen recht naar voren en een beetje uit elkaar
Slide 30 - Tekstslide
0
Slide 31 - Video
Tilhouding
Slide 32 - Tekstslide
Zelfstandig werken:
- 24 t/m 28
Slide 33 - Tekstslide
Aan het einde van de les kun je de vorm van de wervelkolom beschrijven en uitleggen waarom een goede lichaamshouding belangrijk is