1. Wat is het eerste werkwoord?
2. Is het 1 van de hulp werkwoorden? (zet er nog achter)
3. Is het tegenwoordige tijd, geen shit? (zet er don't voor)
4. Is het tegenwoordige tijd, wel shit? (doens't en ww in stam)
5. Is het verleden tijd? (didn't en ww in stam)
6. is het present perfect of past continuous?
(not tussen de twee woorden in)