Dementie

• Verzorgende
• MBO
• Studiejaar 1

VVT Deel I: H1.2.1 t/m H1.2.4, H5.2

Wat betekent 'dubbele vergrijzing'?

1. Er komen meer ouderen en ze worden ook steeds ouder
2. Mensen worden steeds ouder
3. Er komen steeds meer ouderen
4. De behandeling van ouderen is steeds beter, waardoor ze ouder worden.

Geef voorbeelden van lichamelijke veroudering

Brozer worden van de botten

Endogene factor

Exogene factor

Er overlijden steeds meer familieleden, waardoor de oudere eenzamer wordt

Endogene factor

Exogene factor

De oudere krijgt COPD door te roken

Endogene factor

Exogene factor

Wat is GEEN voorbeeld van korte termijn geheugen?

1. Als iemand zichzelf aan je voorstelt
2. Het onthouden van een getal bij rekenen
3. Hoe je moet fietsen
4. Een boodschap die je moet halen

De volgende les

Dementie

Wat is een geheugenstoornis? Wat is een cognitieve stoornis? Wat is afasie, confabuleren en MCI?

Stadia cognitieve functies

Stadium 1 = beginnende dementie (raken spullen kwijt)

Stadium 2 = matig ernstige dementie (problemen met boodschappen doen of maaltijd bereiden)

Stadium 3 = ernstige dementie: moeite met oriënteren

Stadium 4 = Ernstige dementie: zorgvrager kan niet meer lopen

Volgende week

Huiswerk: schrijf op wat de gedragingen inhouden (blz. 111). Schrijf je vragen n.a.v. het huiswerk op.

Volgende les: 

Kort stukje over LBD, Korsakov en Creutzfeldt Jacob

Daarna: delier