U3 Lesson 4.1: Short anwers

Welcome!
Grab your New Interface and laptop. Go to LessonUp.app.

Thursday the 20th of March
- Herhaling plurals
- Herhaling present simple
- Uitleg short answers
- Time to work on homework
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welcome!
Grab your New Interface and laptop. Go to LessonUp.app.

Thursday the 20th of March
- Herhaling plurals
- Herhaling present simple
- Uitleg short answers
- Time to work on homework

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de standaard formule om een meervoudsvorm (plural) in het Engels te maken?

Slide 2 - Open vraag

Welke 5 spellingsuitzonderingen zijn er?

Slide 3 - Open vraag

Welke woorden hebben hun eigen meervoudsvorm?

Slide 4 - Woordweb

Plurals
Gebruik: om aan te geven dat iets meervoud is
Standaard formule:  woord + s                       dog / dogs

Uitzonderingen:
1. Woord eindigt op medeklinker + y = -y veranderd in -ies             bunny - bunnies       boy - boys
2. Woord eindigt op een -s geluid = + es                                                  dress - dresses
3. Woord eindigt op een medeklinker + o = +es                                    tomato -tomatoes
4. Woord eindigt op F/Fe = -F/Fe wordt -ves                                           leaf - leaves








 

Let op! We gebruiken nooit 's in het Engels om meervoud aan te geven!

Slide 5 - Tekstslide

Schrijf alles op wat je nog weet van de Present Simple

Slide 6 - Open vraag

Present Simple
Gebruik: altijd, nooit of regelmatig + feiten
Signaalwoorden: Always, never, sometimes, usually, regularly, every week, sometimes, hardly ever, etc.

+: stam + (s)                                              I always walk to school.
-: don't/doesn't + stam                        I don't always walk to school.
?: Do/Does + onderwerp + stam      Do I always walk to school?

Spellingsuitzonderingen (alleen bij he/she/it):
1. Go -> Goes                   3. Eindigt het woord met een -s klank = +es                            Watch -> Watches
2. Do -> Does                  4. Eindigt het woord met een medeklinker + -y = +ies         Try -> Tries 
She
He   -> rule
I
T

Slide 7 - Tekstslide

Short Answers
Gebruik: om beleefd antwoord te geven.

Vorm: yes/no, persoonlijk voornaamwoord + herhalen hulpwerkwoord
VB.       Have you got the camera?        Yes, I have

              Does he know the answer?       No, he doesn't

Hulpwerkwoorden:
- Vormen van to be              - Vormen van to do                 -could/couldn't
- Vormen van have               - can/cannot

Slide 8 - Tekstslide

Unit 2 Lesson 4:  Speaking
Where? Page 
What? Do exercise 39, 40 in book, practise more U3 L4 grammar 2 online.
How? Whispers only
Help? Ask your neighbour or raise your hand.
Finished?
- Read book
- ReadTheory.org / Lyricstraining.com
- Study all unit 3 vocabulary
- Work on another subject

timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

SO & PW
SO, Friday the 28th of March (2e uur)
SO U3 Leer hiervoor:
- De vocabulary van unit 3 EN-NL & NL-EN
- De grammar van unit 3 (je aantekeningen in je schrift)

PW, Friday the 4th of April (5e uur)
- Herhaal de vocabulary van unit 1, 2 & 3. EN-NL & NL-EN.
- Herhaal de grammar van unit 3.
- Leer de phrases van unit 3. 




Slide 10 - Tekstslide

Next classes
Friday the 21st of March (5e uur)
Do exercise 39 in book, U3 Lesson 4 practise more grammar 2 & 3
Self-test, herhaal de grammar van U3.
Schriftcontrole, zie Teams voor de lijst met aantekeningen.

Tuesday the 25th of March (5e uur)
Geen les

Thursday the 27th of March (6e uur)
Herhaal de vocabulary van unit 3



Slide 11 - Tekstslide