Test yourself part 2

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Goals for today
At the end of this lesson: You know how to use tag questions
You have finished the test yourself

Program:
- Explanation
- Lessonup quiz
- Test yourself exercise 3,4

Slide 2 - Tekstslide

Tag questions
In het Engels noem je een korte vraag een 'tag question'.
Dit werkt als een soort batterij.
Aan de ene kant heb je + en aan de andere kant heb je -.

You are working at Philips, aren't you?
You will help me, won't you?

Slide 3 - Tekstslide

Tag questions
Het werkt als een soort batterij. Als in deel 1 'not'/ ‘n't’ (-) staat, staat dat in deel 2 niet (+) en andersom. 
You are working at Philips, aren't you?

Hoe is dat in de volgende zinnen?
James will do his homework, ...........?'
You are at home, ...........?

Slide 4 - Tekstslide

Tag questions
Als er maar 1 werkwoord in de zin staat en dit is niet am/is/are/have/has/can/must/will: gebruik do/don’t/does/doesn’t in je tag question.

I work at school, don't I?
He plays the guitar, doesn't he?

Slide 5 - Tekstslide

He works at Philips, .......?
A
do he
B
does he
C
don't he
D
doesn't he

Slide 6 - Quizvraag

Jamy and Darcy are making their homework, ......?
A
are they
B
aren't they
C
do they
D
don't they

Slide 7 - Quizvraag

Miss Swart is drinking coffee, ..........?

Slide 8 - Open vraag

Jens ......... paying attention, isn't he?

Slide 9 - Open vraag

American vs. British 

Slide 10 - Tekstslide

The American word for sweets is:

Slide 11 - Open vraag

The British word for pants is:

Slide 12 - Open vraag

The American word for jumper is:

Slide 13 - Open vraag

Test yourself
Workbook: Page 45
Exercise 1
Exercise 2
Exercise 3 (TB: page 93)
Exercise 4 (TB: page 88+92)

Slide 14 - Tekstslide

Checking test yourself
Workbook: Page 44
Exercise: 1-4

Slide 15 - Tekstslide