Les 2.2

Programma 
  • Terugblik deeltaak 1 
  • Nieuwe manier aftekenen 
  • Wat gaan we deze deeltaak doen? 
  • Doelen van deze les 
  • Uitleg paragraaf 2.1 
  • 10 minuten in stilte aan het werk
  • Aan het werk (keuze) 
  • Afronding van deze les 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Programma 
  • Terugblik deeltaak 1 
  • Nieuwe manier aftekenen 
  • Wat gaan we deze deeltaak doen? 
  • Doelen van deze les 
  • Uitleg paragraaf 2.1 
  • 10 minuten in stilte aan het werk
  • Aan het werk (keuze) 
  • Afronding van deze les 

Slide 1 - Tekstslide

Schrijf één woord op welk gevoel je hebt overgehouden aan de eerste deeltaak economie (PO).

Slide 2 - Open vraag

Nieuwe manier van aftekenen
> uiterlijk laatste les v/d deeltaak!

Je hebt voortaan drie opties waarbij je mag herkansen:
- Maken alle opdrachten;
- Alleen maken opdrachten die verplicht zijn;
- Eigen voorstel (mag alleen bij minimale resultaat 7,0). 

Slide 3 - Tekstslide

Deze deeltaak
Toetsweek toets hoofdstuk 1 en 2

Slide 4 - Tekstslide

Doelen van deze les 
  • Je weet de redenen waarom mensen sparen (spaarmotieven).
  • Je kunt voorbeelden noemen van verschillende spaarvormen
  • Je kunt uitleggen wat rente is.
  • Je kunt rekenen met enkelvoudige en samengestelde rente
  • Je weet wat beleggen is, kunt hier varianten van noemen en het risico benoemen. 

Slide 5 - Tekstslide

Waarom sparen mensen?

Slide 6 - Tekstslide

Reden 1: Het levert rente op.

Slide 7 - Tekstslide

Reden 2: Je hebt een spaardoel

Slide 8 - Tekstslide

Reden 3: je spaart uit voorzorg

Slide 9 - Tekstslide

Welke spaarvormen zijn er?
Deposito                                                               Spaarrekening 

- Vaste rente                                                        - Geen vaste rente
- Vaste looptijd                                                   - Geen vaste looptijd
- Niet tussentijds opnemen/storten        - Opnemen en storten 
                                                                                      is altijd mogelijk                    

Slide 10 - Tekstslide

Rol van banken

Slide 11 - Tekstslide

Rekenen met rente 
Enkelvoudige rente 
stap 1: reken 1% uit (delen door 100) 
stap 2: bedrag 1% x rentepercentage = rentebedrag. 

Samengestelde rente (over meerdere jaren)
stap 1: bepaal de groeifactor (percentage : 100 + 1,0). 
stap 2: spaarsaldo x groeifactor ^ aantal jaren 

Slide 12 - Tekstslide

Rekenen met spaarrente 
Thijs spaart 5.000 euro op een spaarrekening 
met een rente van 5% (per jaar). 

1. Hoeveel (enkelvoudige) rente ontvangt Thijs na één jaar? 
2. Hoeveel (samengestelde) rente ontvangt Thijs na vijf jaar?
3. Wat is het nieuwe saldo op de spaarrekening van Thijs na vijf jaar? 

Slide 13 - Tekstslide

Beleggen 
Investeren in iets waarvan je verwacht dat de waarde toeneemt. 

Hierin heb je heel veel mogelijkheden, zoals: 

Slide 14 - Tekstslide

Aandelen 
koerswinst en dividend.

Slide 15 - Tekstslide

Woning kopen: waarde neemt toe

Slide 16 - Tekstslide

Obligaties: lening overheid of bedrijf. Levert rente op. 

Slide 17 - Tekstslide

Voordelen beleggen

  • Je kunt hoge winsten halen. 
  • Naast dat de waarde van je investering kan stijgen krijg je ook vaak extraatjes zoals rente of  dividend. 
Nadelen beleggen

  • Je loopt een risico. Je kunt (een deel) van je inleg verliezen. 
  • De waarde van je  belegging kan vaak veranderen. 
  • Onzekerheid kan voor stress zorgen. 

Slide 18 - Tekstslide

Aan het werk 


De komende 10 minuten gaat iedereen aan het werk met deze opdrachten. Je kunt nu geen vragen stellen of overleggen. 

Verplicht maken: 2 t/m 15.
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Keuzewerk


Je kunt aan de slag met de volgende keuzes: 

  • Huiswerk maken: Verplicht maken: 2 t/m 15.
  • Maken eigen samenvatting 
  • Eigen keuze: in overleg met Tobias 
timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

Afronding van deze les 
  • Je weet de redenen waarom mensen sparen (spaarmotieven).
  • Je kunt voorbeelden noemen van verschillende spaarvormen
  • Je kunt uitleggen wat rente is.
  • Je kunt rekenen met enkelvoudige en samengestelde rente
  • Je weet wat beleggen is, kunt hier varianten van noemen en het risico benoemen. 

Slide 21 - Tekstslide