Spieren


b4 Spieren

blz 28 boek 3B

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les


b4 Spieren

blz 28 boek 3B

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt de bouw en werking van spieren beschrijven

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Spierstelsel

Slide 4 - Tekstslide

Hier zie je het spierstelsel.
Het menselijk lichaam telt meer dan 600 spieren. 

Spieren zitten overal, zelfs in de ogen en de huid. Ook het hart is een spier.

Veel spieren zorgen voor beweging. 


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouw van de spier
  • Veel spiercellen samen =  spiervezel
  • een groep spiervezels vormen een spierbundel, hier omheen zit een vlies
  • Spieruiteinden zijn pezen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spieren bewegen maar naar één kant
Elke spier heeft een tegenovergestelde spier

Antagonistisch paar (buig & strekspier)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antagonisten 
Iedere spier heeft een antagonist.

Een spier kan namelijk zichzelf niet ontspannen: daar heeft hij zijn antagonist voor nodig!!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beweging mogelijk maken:
aanhechting spieren via pezen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Skeletspieren
Werken vaak samen: antagonisten/ antagonistisch paar


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

pezen
1
spieren
2
botten
3

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
- Maak Kennis opdr 1 t/m 3 van b4 Spieren blz 30

- Maak inzicht opdracht 5 b4 spieren blz 32

- Maak de Test Jezelf van b4

-

Leerdoelen:

Je kunt de bouw en werking van spieren beschrijven

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

01:45
Waarom hebben de buschauffeurs een twee keer zo grote kans om te overlijden dan de conducteurs?
A
Hij kan niet wegrennen als hij overvallen wordt
B
Hij zit de hele dag stil en weinig beweging
C
Bij een botsing is de klap voor een chauffeur groter
D
De conducteur loopt de hele dag

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

02:11
Meer dan ...
A
Te veel ongezond eten
B
Te veel alcohol drinken
C
Roken
D
Oorlogen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

02:39
Ik zit 10,5 uur per dag
A
Nee, meer dan 10,5 uur
B
Nee, minder dan 10,5 uur
C
Ja, ongeveer 10, 5 uur

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

03:28
Hoe voorkom jij dat je de hele dag zit?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

04:35
Door een kromme rug worden bepaalde delen erg belast. Welke onderdelen zijn dit?
A
Rugspieren
B
Rugwervels
C
Het ruggenmerg
D
Kraakbeen tussen de rugwervels

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste volgorde van groot naar klein
A
Spieren spiercellen spierstelsel
B
Spierstelsel Spieren Spiercellen
C
Spiercellen spieren spierstelsel

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar zitten pezen?
A
Tussen 2 gewrichten
B
Tussen botten en spieren
C
Tussen gewrichten en spieren
D
Tussen 2 spieren

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet de taaie, stevige onderdelen die spieren met een botten verbinden?
A
Spierbundels
B
Platte spieren
C
Holle spieren
D
Pezen

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar zitten pezen?
A
Tussen 2 gewrichten
B
Tussen botten en spieren
C
Tussen gewrichten en spieren
D
Tussen 2 spieren

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is zijn antagonisten, kies het beste antwoord.
A
Spieren die een tegengestelde beweging mogelijk maken
B
Spieren die jouw arm bewegen.
C
Spieren die altijd doorwerken
D
Spieren die verkrampen

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Beweging ontstaat doordat .... 1 .... kunnen samentrekken.

.... 2 .... kunnen niet samentrekken, maar zorgen voor verbinding met het bot.
A
1: spieren 2: spieren
B
1: pezen 2: pezen
C
1: pezen 2: spieren
D
1: spieren 2: pezen

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Spierpijn/kramp
Spierpijn: Afvalstoffen in de spieren, spieren doen pijn of stijf gevoel.
Kramp: spier trekt samen en voelt hard en erg pijnlijk.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit bestaan spieren ?
A
Pezen
B
Spiervezels
C
Vlies

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies