B2a 1.2 deel 3

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Nettowinst

Paragraaf 1.2

Weten we het nog?

Wat is afzet?

Wat is brutowinst?

Wat zijn bedrijfskosten?

Winst

Je brutowinst gebruik je om je bedrijfskosten te betalen

Nettowinst

De winst die overblijft nadat de kosten betaald zijn heet: nettowinst

Voorbeeld

Je hebt een brutowinst van €30 000

Je bedrijfskosten zijn €22 000

Wat is de nettowinst?

Voorbeeld

Je bakkerij heeft een afzet van 1000 broden

De verkoopprijs is €5 per stuk

Het inkopen van een brood kost je €2

Je bedrijfskosten zijn €1500

Wat is de nettowinst die je maakt?

Tip: bereken eerst je omzet en daarna je brutowinst

Opdrachten maken

Lees bladzijde 18

Maak opdracht 10 t/m 13

Werk op fluistertoon samen

Nakijken (alle opdrachten)

Klaar? Maak blz. 20 of 21

00:30

Waar zou het aan liggen dat er te weinig omzet is?

1. De prijzen zijn te laag
2. De inkoopwaarde is te hoog
3. Klanten kopen minder
4. De bedrijfskosten zijn te hoog

01:32

BCC had hun winkel dus anders moeten inrichten. Onder welke productiefactor valt een winkel?

1. Natuur
2. Arbeid
3. Kapitaal

00:30

Welke reden wordt hier genoemd voor het faillissement van BCC?

1. Te weinig afzet
2. Te weinig omzet
3. Te hoge inkoopwaarde
4. Te hoge bedrijfskosten

01:32

Op welk gebied loopt BCC het meest achter op andere bedrijven?

1. Technologische ontwikkelingen
2. Investeringen
3. Productiefactoren
4. Bedrijfskosten

00:45

Als je personeelskosten te hoog zijn, wordt dan je brutowinst of je nettowinst te laag?

1. Brutowinst
2. Nettowinst

00:45

Welk probleem is er voor deze bouwbedrijven?

1. Te hoge energiekosten
2. Te weinig omzet
3. Te hoge personeelskosten
4. Te weinig afzet

Aan de slag!

• Maak de opdrachten van paragraaf 1.1 en 1.2 af.
• Klaar? Leer alvast de begrippen op bladzijde 36
• Overhoor elkaar
• Daarmee klaar? Maak bladzijde 20 of 21
• Tot het einde van de les