Herhaling aanwijzend voornaamwoord en vragend voornaamwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Voornaamwoorden

Lesdoel:

- Ik kan het aanwijzend voornaamwoord herkennen.

- Ik kan de vragende voornaamwoorden herkennen.

- Ik ken alle vier de vragend voornaamwoorden uit mijn hoofd.

Wat zou jij in die situatie doen?
'Wat' is een ...

1. bezittelijk voornaamwoord
2. persoonlijk voornaamwoord
3. aanwijzend voornaamwoord
4. vragend voornaamwoord

Ze heeft al haar vriendinnen uitgenodigd.
'Ze' is een ...

1. bezittelijk voornaamwoord
2. persoonlijk voornaamwoord
3. aanwijzend voornaamwoord
4. vragend voornaamwoord

Grijp die kans!
'Die' is een ...

1. bezittelijk voornaamwoord
2. persoonlijk voornaamwoord
3. aanwijzend voornaamwoord
4. vragend voornaamwoord

Met dit liedje kun je in de finale komen.
'dit' is een ...

1. bezittelijk voornaamwoord
2. persoonlijk voornaamwoord
3. aanwijzend voornaamwoord
4. vragend voornaamwoord

In welke situaties heb jij voorrang?
'welke' is een ...

1. bezittelijk voornaamwoord
2. persoonlijk voornaamwoord
3. aanwijzend voornaamwoord
4. vragend voornaamwoord

Dat is onze caravan.
'Dat' is een ...

1. bezittelijk voornaamwoord
2. persoonlijk voornaamwoord
3. aanwijzend voornaamwoord
4. vragend voornaamwoord

Waar staan jullie schoenen?
'jullie' is een ...

1. bezittelijk voornaamwoord
2. persoonlijk voornaamwoord
3. aanwijzend voornaamwoord
4. vragend voornaamwoord

Je hebt dat boek te laat ingeleverd.
'dat' is een ...

1. bezittelijk voornaamwoord
2. persoonlijk voornaamwoord
3. aanwijzend voornaamwoord
4. vragend voornaamwoord

Die tas is van haar.
'haar' is een ...

1. bezittelijk voornaamwoord
2. persoonlijk voornaamwoord
3. aanwijzend voornaamwoord
4. vragend voornaamwoord

Aan de slag!

Maak opdracht 1, 3, 4 en 5 van Cursus 5 Grammatica §4

Klaar?

• kijk je opdrachten na
• maak de trainingsopgaven van §4
• Lees verder in je leesboek