h4 DD Les 9 §5 Regering en Parlement

1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Materiaal op tafel
Lesboek, 
schrijft & pen, 
(opgeladen) laptop dicht.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt de Nederlandse regering?​
§3.5 De regering regeert​ 
1. Op schrijft: begrippen en grafieken §3.5  overnemen.
2. Op laptop: LessonUp:  Toepassingsvraag over §4 Verkiezingen en                                                                                                                                zetelverdeling.
b) Uitleg: Ministers en staatssecretaris, Kabinetsformatie, Minister president, de Koning, kabinetscrisis.

3. Afsluiting: Jij weet hoe de Nederlandse regering werkt.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op schrijft: 
begrippen en grafiek overnemen op jouw schrijft.
1. Lijst van 16 begrippen  (om te leren)
2. Twee schema's: Regering & Kabinet en 
                                       Regering en Parlement. 
3. Drie definities: Constitutionele monarchie; 
Ministeriële verantwoordelijkheid en Onschendbaar.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inloggen op LessonUP -> laptop
a)  Toepassingsvraag over §4 Verkiezingen en zetelverdeling.

b) Uitleg: Ministers en staatssecretaris, Kabinetsformatie, Minister president, de Koning, kabinetscrisis.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

a) Het afgeronde opkomstpercentage is:........b) De kiesdeler is in dit geval:..........
c) Stel dat een partij 300.000 stemmen heeft gekregen. Hoeveel zetels krijgt deze partij dan in de Tweede Kamer?

Slide 13 - Tekstslide

a) Het afgeronde opkomstpercentage is 79 procent.
(10,5 miljoen gedeeld door 13,3 miljoen).
b) De kiesdeler is in dit geval 70.000.
(10,5 miljoen uitgebrachte stemmen gedeeld door 150 zetels).
c) Deze partij krijgt dan vier zetels.
(300.000 gedeeld door 70.000 (is iets meer dan 4)).
a) Het afgeronde opkomstpercentage is:...
b) De kiesdeler is in dit geval:

c) Stel dat een partij 300.000 stemmen heeft gekregen. Hoeveel zetels krijgt deze partij dan in de Tweede Kamer?

Slide 14 - Open vraag

a) Het afgeronde opkomstpercentage is 79 procent.
(10,5 miljoen gedeeld door 13,3 miljoen).
b) De kiesdeler is in dit geval 70.000.
(10,5 miljoen uitgebrachte stemmen gedeeld door 150 zetels).
c) Deze partij krijgt dan vier zetels.
(300.000 gedeeld door 70.000 (is iets meer dan 4)).
Een lijsstrekker is
A
voorzitter van een politieke partij
B
gezicht van politieke partij in verkiezingstijd
C
fractieleider van een partij
D
iemand die minister wordt

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de partijen naar de juiste plaats in het Politieke spectrum
Links
Rechts
Progressief
Conservatief

Slide 16 - Sleepvraag

TIJDLIJN-SLEEPVRAAG
Dit is een tijdlijn sleepvraag, de tekst is vrij aan te passen. Om een sleepvraag aan een doel te verbinden klik je op de blauwe knop bij de vraag naar keuze. 
Uitleg 
Ministers en staatssecretaris,
Kabinetsformatie, Minister president, 
de Koning, kabinetscrisis.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De 2de kamer debatteert over de verkiezingsuitslag en benoemt een INFORMATEUR (verkenner) voor de KABINETSFORMATIE.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

1. Wat is de taak van een informateur?​
2. Waarom is het vaak moeilijk om een regeerakkoord te vormen?​ 3. Waarom is het werk van een INFORMATEUR vaak moeilijker dan van een FORMATEUR?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

is de leider van de groep ministers
zit in de regering en is verantwoordelijk voor 1 bepaalde taak
Een groep mensen die dezelfde ideeen hebben over hoe het land gereerd moet worden. 
Is het dagelijks bestuur van het land. 
minister
minister president
regering
politieke partij

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Het ministerie van Financiën schrijft een uitleg bij de belangrijkste keuzes, plannen en uitgaven in de Rijksbegroting. 
Die uitleg heet de Miljoenennota. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

werkboek opdracht §3.5

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk: werkboek opdrachten §3.5 
Lezen § 5; 
Maken: (F) 2, 3, 4, 5, 8 (V) 11 en 12.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

op maandag 12 decenber

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gastles van Prodemos

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Donderdag 8 december

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting: Jij weet hoe de Nederlandse regering werkt.
1. Regering; 2. Kabinet; 3. Minister; 4. Staatssecretaris; 
5. Premier, minister-president;6. Troonrede; 7. Miljoenennota; 8. Coalitie; 
9. Regeerakkoord; 10. Rijksbegroting; 11. Kabinetsformatie; 12. Formateur;  
13. Constitutionele monarchie; 14. Ministeriële verantwoordelijkheid ; 
15. Onschendbaar; 16. Demissionair kabinet

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting: Jij weet hoe de Nederlandse regering werkt.
Na deze les kan je: - uitleggen wat de belangrijkste taken van de regering zijn
- uitleggen wat de belangrijkste taken van de koning zijn
 10. Kabinetsformatie  ;  11. Formateur;  12. Constitutionele monarchie
13. Ministeriële verantwoordelijkheid
14. Onschendbaar
15. Demissionair kabinet

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies