4.1 Van stad tot wereldrijk

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

4. De Romeinen

4.1 Van stad tot wereldrijk

4.1 Van stad tot wereldrijk

• Ik kan uitleggen hoe Rome bestuurd werd tussen 753 v.C. en 509 v.C.
• Ik kan op een kaart aanduiden welke gebieden Rome veroverd.
• Ik kan uitleggen hoe Rome uitgroeide tot een wereldrijk.
• Ik kan uitleggen hoe Rome bestuurd werd tussen 509 v.C. en 27 v.C.
• Ik kan uitleggen hoe Rome bestuurd werd tussen 27 v.C. en 476 n.C.

Romeinen?

Verhaal van Romulus en Remus

Wat voor bestuursvorm had Rome toen de stad gesticht werd?

1. aristocratie
2. democratie
3. monarchie
4. tirannie

4.1 Van stad tot wereldrijk

Koninkrijk

Van 753 v.C. tot 509 v.C. is Rome een monarchie:

• stadstaat met een landbouwstedelijke samenleving.
• gelegen op 7 heuvels aan de Tiber.

4.1 Van stad tot wereldrijk

Republiek

• In 509 v.C. werd koning weggejaagd. 
• Rome werd een republiek: een land zonder koning.
• Rome werd voortaan bestuurd door de senaat.
• In de Senaat zetelden alleen patriciërs (rijke adellijke families).

Een staat zonder koning

Wat voor bestuursvorm had Rome toen het een republiek werd?

1. aristocratie
2. democratie
3. monarchie
4. tirannie

republiek?

player.ntr.nl

4.1 Van stad tot wereldrijk

Romeinse veroveringen

Tussen 350 v.C. en 270 v.C. veroverd Rome bijna heel Italië.

• Goed georganiseerd en bewapend leger.
• Legeraanvoerder komen uit rijke senatorenfamilies.
• Overwonnen gebieden moeten soldaten leveren en belasting betalen.

Tot 264v.C.
De Romeinen veroveren bijna heel Italië.

Tot 146v.C.

Rome breidt zich uit rond de Middellandse
Zee en verslaat Carthago.

Tot 44v.C.
Verovering van gebieden rondom de Middellandse Zee en in West-Europa

Julius Caesar

4.1 Van stad tot wereldrijk

Wereldrijk

Tussen 264 v.C. en 30 v.C. wordt alles rond de Middellandse Zee veroverd:

• Mare Nostrum (onze zee)
• Imperialisme: Rome breidt zijn macht over een groot gebied uit.
• Veroverde gebieden (provincies) worden bestuurd door gouverneurs.

Caesar

Crassus

Pompeius

4.1 Van stad tot wereldrijk

Einde republiek

Veroveringen maken legeraanvoerders erg machtig:

• Burgeroorlogen tussen generaals.
  
• Beroepssoldaten steunen generaals.

In  44 v.C. dwingt Caesar de senaat om hem tot dictator te benoemen.

• Caesar wordt vermoord door senatoren.

Tot 44v.C.
Verovering van gebieden rondom de Middellandse Zee en in West-Europa

Tot 14 n.C.

Het rijk breidt zich in Europa, Afrika
en Azië in alle richtingen uit.

Tot 200n.C.
Het rijk groeit uit tot zijn grootste omvang.

Opdracht

Zoek alle natuurlijke grenzen van het Romeinse Rijk op.

Rijn

B

Donau

C

Atlantische Oceaan

A

Zwarte Zee

E

Kaukasus

F

Tigris

G

Eufraat

H

Rode Zee

J

Sahara

K

Grote Zoutwoestijn

I

ZEE

RIVIER

GEBERGTE

WOESTIJN

4.1 Van stad tot wereldrijk

Keizerrijk en Pax Romana

Octavianus volgt Julius Caesar op:

• In 27 v.C. heeft hij alle politieke macht.
• Hij regeert 40 jaar en verbetert organisatie van het rijk.
• Hij noemt zichzelf keizer Augustus (verhevene).
• Opvolgers breiden rijk verder uit (tot 200 n.C.)
• Gedurende 200 jaar is er vrede (Pax Romana).

4.1 Van stad tot wereldrijk

• Ik kan uitleggen hoe Rome bestuurd werd tussen 753 v.C. en 509 v.C.
• Ik kan op een kaart aanduiden welke gebieden Rome veroverd.
• Ik kan uitleggen hoe Rome uitgroeide tot een wereldrijk.
• Ik kan uitleggen hoe Rome bestuurd werd tussen 509 v.C. en 27 v.C.
• Ik kan uitleggen hoe Rome bestuurd werd tussen 27 v.C. en 476 n.C.

4.1 Van stad tot wereldrijk

Oefeningen

Maak 1, 2 en 4

4.1 Van stad tot wereldrijk

Feiten en meningen

Feit

Iets waarvan je aanneemt dat het werkelijk zo is gebeurd.

Mening

Iets wat iemand ergens van vindt.

feit

mening

Julius Caesar was volgens mij de belangrijkste Romein aller tijden.

1. feit
2. mening

Keizer Augustus regeerde 40 jaar.

1. feit
2. mening

De Rijn was de noordelijke grens van het Romeinse Rijk.

1. feit
2. mening

De docent is een irritant mannetje.

1. feit
2. mening

Ik moet naar school omwille van de leerplicht.

1. feit
2. mening

Geschiedenis is leuk.

1. feit
2. mening

Geschiedenis is een moeilijk vak.

1. feit
2. mening

Ik heb een smartphone.

1. feit
2. mening

De docent vindt dat ik mijn smartphones niet mag gebruiken in de les.

1. feit
2. mening

Het smartphoneverbod is belachelijk.

1. feit
2. mening

4.1 Van stad tot wereldrijk

Oefeningen

Maak 3, 5, 6 en 9.