Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
4. NN H4. Taalverzorging formuleren: trappen van vergelijking en als / dan
Nieuw Nederlands H4 BK
Trappen van vergelijking
Taalverzorging blz. 148
1 / 49
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4
In deze les zitten
49 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Nieuw Nederlands H4 BK
Trappen van vergelijking
Taalverzorging blz. 148
Slide 1 - Tekstslide
Nieuw Nederlands H4 taalverzorging blz. 148
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Deze les maken we
helemaal op LessonUP....
Dus schrift dicht
en mobieltje in de aanslag!
Slide 11 - Tekstslide
Opdracht 17, 18 ,19 blz. 148
Kijk verder voor uitleg!
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Opdracht 17
Noteer de juiste vorm van het woord:
Bijvoorbeeld:
aardig: Ik ben veel........... dan mijn grote broer.
Typ: aardiger
Slide 14 - Tekstslide
Opdracht 17
zin 1 - grappig
Slide 15 - Open vraag
Opdracht 17
zin 2 - slim
Slide 16 - Open vraag
Opdracht 17
zin 3 - mooi
Slide 17 - Open vraag
Opdracht 17
zin 4 - snel
Slide 18 - Open vraag
Opdracht 17
zin 5 - interessant
Slide 19 - Open vraag
Opdracht 18
Vul
als
of
dan
in.
Bijvoorbeeld:
Ik ben net zo groot
als
/
dan
mijn vader.
Typ: als
Slide 20 - Tekstslide
Opdracht 18
zin 1
A
als
B
dan
Slide 21 - Quizvraag
Opdracht 18
zin 2
A
als
B
dan
Slide 22 - Quizvraag
Opdracht 18
zin 3
A
als
B
dan
Slide 23 - Quizvraag
Opdracht 18
zin 4
A
als
B
dan
Slide 24 - Quizvraag
Opdracht 18
zin 5
A
als
B
dan
Slide 25 - Quizvraag
Opdracht 19
Vul de
juiste vorm
van het woord in.
kies
als
of
dan
.
Bijvoorbeeld:
groot
: Ik ben echt net zo
........
als
/
dan
Jos.
Typ: groot als
(denk aan de spatie!)
Slide 26 - Tekstslide
Opdracht 19 - zin 1
vul in: de juiste vorm van het woord
en kies voor als of dan.
bijvoorbeeld: groter dan
Slide 27 - Open vraag
Opdracht 19 - zin 2
vul in: de juiste vorm van het woord
en kies voor als of dan.
Slide 28 - Open vraag
Opdracht 19 - zin 3
vul in: de juiste vorm van het woord
en kies voor als of dan.
Slide 29 - Open vraag
Opdracht 19 - zin 4
vul in: de juiste vorm van het woord
en kies voor als of dan.
Slide 30 - Open vraag
Opdracht 19 - zin 5
vul in: de juiste vorm van het woord
en kies voor als of dan.
Slide 31 - Open vraag
Leer de theorie goed
en
succes met je toets!
Slide 32 - Tekstslide
Er zijn drie trappen van vergelijking: de stellende trap, de vergrotende trap en de overtreffende trap.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 33 - Quizvraag
Als of dan?
Ik vind voetbal net zo leuk ................ basketbal.
A
dan
B
als
Slide 34 - Quizvraag
Je gebruikt als bij een .............trap.
A
overtreffende
B
stellende
C
vergrotende
Slide 35 - Quizvraag
De vergrotende trap maak je door
-er of -der
achter het woord te zetten.
A
Onjuist
B
Juist
Slide 36 - Quizvraag
De stellende trap schrijf je zo ................. mogelijk.
A
lang
B
simpel
C
moeilijk
Slide 37 - Quizvraag
De overtreffende trap maak je door
het voor het woord en -st
achter het woord te zetten.
A
Onjuist
B
Juist
Slide 38 - Quizvraag
Basketballen vind ik leuker.
Mijn moeder is dapperder.
Dit is een .............. trap
A
stellende
B
overtreffende
C
vergrotende
Slide 39 - Quizvraag
Voetballen vind ik leuk.
Mijn broertje is dapper.
Dit is een ................trap
A
overtreffende
B
stellende
C
vergrotende
Slide 40 - Quizvraag
Als of dan?
Mijn broertje is even dapper .............. ik.
A
dan
B
als
Slide 41 - Quizvraag
Volleyballen vind ik het leukst.
Ik ben het dapperst.
Dit is een .............. trap
A
vergrotende
B
overtreffende
C
stellende
Slide 42 - Quizvraag
Je gebruikt dan bij een ..................... trap.
A
overtreffende
B
vergrotende
C
stellende
Slide 43 - Quizvraag
Als of dan?
Ik ben dapperder .............. mijn moeder.
A
als
B
dan
Slide 44 - Quizvraag
Als of dan?
Ik vind volleybal leuker ...............voetbal.
A
als
B
dan
Slide 45 - Quizvraag
Deze trui vind ik ................. .................... die.
A
mooier als
B
mooi als
C
mooier dan
D
mooi dan
Slide 46 - Quizvraag
Boontjes vind ik net zo ........... ........... doperwten.
A
lekker dan
B
lekker als
C
lekkerder dan
D
lekkerder als
Slide 47 - Quizvraag
Onze televisie is even ............... ................... jullie televisie.
A
groot dan
B
groter als
C
groot als
D
groter dan
Slide 48 - Quizvraag
Mijn scooter rijdt .............. ................... die van jou.
A
snel als
B
sneller als
C
sneller dan
D
snel dan
Slide 49 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
4.7.3 Formuleren: trappen van vergelijking en als / dan
Februari 2019
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4
Les 54 Bijvoeglijk naamwoord en 55 Trappen van vergelijking
Maart 2024
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
H4 NN Formuleren: trappen van vergelijking en als / dan
Maart 2022
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4
Les 54 Bijvoeglijk naamwoord en 55 Trappen van vergelijking
Januari 2023
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
H4 NN Formuleren: trappen van vergelijking en als / dan
Februari 2019
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4
Formuleren trappen van vergelijking
Maart 2019
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
NU Ned 1F 2F Deel B Formuleren H2.1 Als of dan?
Augustus 2022
- Les met
19 slides
Formuleren §4: trappen van vergelijking
Maart 2024
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1