In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Welkom v4ta!
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Korte herhaling vorige les
Inleiding van een uiteenzetting
Kern uiteenzetting
Slot uiteenzetting
Afsluiting en vooruitblik
Slide 2 - Tekstslide
Wat zijn de kenmerken van een uiteenzetting?
Slide 3 - Open vraag
Kern / middenstuk van een uiteenzetting
Doel: Je leert hoe de kern / het middenstuk van een uiteenzetting eruitziet.
Slide 4 - Tekstslide
Bekijk de 6 inleidingen op het blad. Maak een top 6. Leg uit waarom je nummer 1 je nummer 1 is en je nummer 6 je nummer 6 (oftewel waarom is de beste de beste en de slechtste de slechtste). Jullie krijgen hier 15 minuten de tijd voor.
Slide 5 - Open vraag
Samenvattend: waar voldoet een goede inleiding van een uiteenzetting aan?
Slide 6 - Open vraag
Inleiding
Slot
anekdote / voorbeeld
conclusie
aanleiding / actualiteit
stukje geschiedenis
advies
hoofdgedachte
toekomstverwachting
vragen stellen
samenvatting
Slide 7 - Sleepvraag
Welke manier van inleiden is hier gebruikt?
A
stukje geschiedenis
B
actualiteit/aanleiding
C
anekdote/voorbeeld
D
stellen van vragen
Slide 8 - Quizvraag
Welke manier van inleiden is hier gebruikt?
A
stukje geschiedenis
B
actualiteit/aanleiding
C
anekdote/voorbeeld
D
stellen van vragen
Slide 9 - Quizvraag
Welke manier van inleiden is hier gebruikt?
A
stukje geschiedenis
B
actualiteit/aanleiding
C
anekdote/voorbeeld
D
stellen van vragen
Slide 10 - Quizvraag
Welke manier van inleiden is hier gebruikt?
A
stukje geschiedenis
B
actualiteit/aanleiding
C
anekdote/voorbeeld
D
stellen van vragen
Slide 11 - Quizvraag
Welke manier van inleiden is hier gebruikt?
A
stukje geschiedenis
B
actualiteit/aanleiding
C
anekdote/voorbeeld
D
stellen van vragen
Slide 12 - Quizvraag
Zou dit de inleiding van een uiteenzetting kunnen zijn?
A
ja
B
nee
Slide 13 - Quizvraag
Je hebt nu een aantal voorbeelden van inleidingen gezien. Schrijf nu zelf een inleiding van minimaal 75 woorden bij één van de volgende onderwerpen: (1) Tasmaanse tijgers (2) De coke-hoofdstad van Europa (3) De omvolkingstheorie (4) Schulden onder jongeren Jullie krijgen hier 15 minuten de tijd voor.
Slide 14 - Open vraag
Ik weet nu hoe de inleiding van een uiteenzetting eruitziet en hoe ik een inleiding van een uiteenzetting moet schrijven.
A
ja
B
nee
C
zo ongeveer
Slide 15 - Quizvraag
Waar of niet waar?
Het middenstuk van een uiteenzetting is afhankelijk van de tekststructuur.
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quizvraag
Waar of niet waar?
Tussenkopjes zijn passend in een uiteenzetting.
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quizvraag
Waar of niet waar?
Niet in elke alinea staat een kernzin in een uiteenzetting.
A
waar
B
niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Waar of niet waar?
In een uiteenzetting gebruik je veel redengevende signaalwoorden.
A
waar
B
niet waar
Slide 19 - Quizvraag
Lees met je buur de uiteenzetting Hoeveel geweld mag je tegen een aanvaller gebruiken? Bedenk voor elke alinea in het middenstuk een passend tussenkopje.
Slide 20 - Open vraag
Bekijk nog eens de uiteenzetting Hoeveel geweld mag je tegen een aanvaller gebruiken? samen met je buur. Hoe is elke alinea opgebouwd? Maak in je antwoord gebruik van de termen: kernzin, toelichting/voorbeeld, signaalwoord.
Slide 21 - Open vraag
Huiswerkopdracht
Lees (alleen) de uiteenzetting Als je moord, ben je gestoord.
Deze tekst heeft alleen een inleiding en een slot.
Schrijf een middenstuk bij deze tekst van minimaal 4 alinea's.
Dit middenstuk neem je mee naar volgende les.
Slide 22 - Tekstslide
Bekijk het middenstuk van je klasgenoot en geef antwoord op de volgende vragen:
Heeft het middenstuk meerdere alinea's?
Behandelt elke alinea een ander deelonderwerp?
Heeft elke alinea een signaalwoord en een kernzin?
Wordt elk deelonderwerp voldoende toegelicht?
Zet de antwoorden op de vragen onderaan het middenstuk net als je eigen naam.
Klaar met nakijken? Geef de tekst/ laptop terug aan je klasgenoot.
Slide 23 - Tekstslide
Wat ga je anders/beter doen bij het schrijven van het middenstuk van de uiteenzetting op basis van de gekregen feedback?
Slide 24 - Open vraag
Wat zijn de kenmerken van een uiteenzetting?
Slide 25 - Open vraag
Noem een manier van inleiden die geschikt is voor een uiteenzetting.
Slide 26 - Open vraag
Hoe ziet de opbouw van een alinea in het middenstuk van een uiteenzetting eruit?
Slide 27 - Open vraag
Slot van een uiteenzetting
Doel: Je leert hoe het slot van een uiteenzetting eruitziet.
Slide 28 - Tekstslide
Inleiding
Slot
anekdote / voorbeeld
conclusie
aanleiding / actualiteit
stukje geschiedenis
advies
hoofdgedachte
toekomstverwachting
vragen stellen
samenvatting
Slide 29 - Sleepvraag
Wat wordt er bedoeld met het cirkeltje rond maken? En wat is een uitsmijter?
Slide 30 - Woordweb
Welke manier van afsluiten is hier gebruikt?
A
samenvatting
B
toekomstverwachting
C
advies
Slide 31 - Quizvraag
Heeft dit slot een uitsmijter? En is het cirkeltje rond gemaakt?
A
wel cirkeltje, geen uitsmijter
B
geen cirkeltje, wel uitsmijter
C
geen cirkeltje, geen uitsmijter
D
zowel cirkeltje als uitsmijter
Slide 32 - Quizvraag
Welke manier van afsluiten is hier gebruikt?
A
samenvatting
B
toekomstverwachting
C
advies
Slide 33 - Quizvraag
Heeft dit slot een uitsmijter? En is het cirkeltje rond gemaakt?
A
wel cirkeltje, geen uitsmijter
B
geen cirkeltje, wel uitsmijter
C
geen cirkeltje, geen uitsmijter
D
zowel cirkeltje als uitsmijter
Slide 34 - Quizvraag
Welke manier van afsluiten is hier gebruikt?
A
samenvatting
B
toekomstverwachting
C
advies
Slide 35 - Quizvraag
Heeft dit slot een uitsmijter? En is het cirkeltje rond gemaakt?
A
wel cirkeltje, geen uitsmijter
B
geen cirkeltje, wel uitsmijter
C
geen cirkeltje, geen uitsmijter
D
zowel cirkeltje als uitsmijter
Slide 36 - Quizvraag
Schrijf nu zelf een slot van ongeveer 50 woorden over 'ijzel' of over 'magneten'. Kies zelf een manier van afsluiten, maar vergeet de hoofdgedachte, de uitsmijter en het cirkeltje rond maken niet!