Lezen H4
1 / 20
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Theorie H4
Wat is het doel van een signaalwoord?
Wat is het doel van een signaalwoord?
Slide 3 - Open vraag
Bij welk verband horen woorden als: later, nu, eerst, daarna, vervolgens, nadat, terwijl, dadelijk, intussen.
Slide 4 - Open vraag
Welke signaalwoorden geven een opsommend verband aan?
Slide 5 - Open vraag
Wat is het verschil tussen een tegenstellend- en toelichtend verband?
Slide 6 - Open vraag
Tegenstellend verband
Slide 7 - Woordweb
Slide 8 - Tekstslide
Noteer zoveel mogelijk signaalwoorden met een toelichtend verband
Slide 9 - Open vraag
In de zomervakantie had ik een bijzonder aardig baantje,
[?] daar heb ik nu geen tijd meer voor.
[?] daar heb ik nu geen tijd meer voor.
A
en - opsommend vb
B
maar - tegenstellend vb
C
dus - tegenstellend vb
D
zo - chronologisch vb
Slide 10 - Quizvraag
[?] het morgen regent, gaat de geplande sportdag niet door.
A
Wanneer
B
Toelichtend vb
C
Als
D
chronologisch vb
Slide 11 - Quizvraag
[1] haalde ik nog wel eens een onvoldoende;
[2] scoor ik altijd bovengemiddeld
[2] scoor ik altijd bovengemiddeld
A
1- C.vb 2- To.vb
B
1- To.vb 2- Te.vb
C
1- C.vb 2- O.vb
D
1- C.vb 2- C.vb
Slide 12 - Quizvraag
[1] haalde ik nog wel eens een onvoldoende;
[2] scoor ik altijd bovengemiddeld
[2] scoor ik altijd bovengemiddeld
A
1- Later 2- daarna
B
1- Intussen 2- vervolgens
C
1- Vroeger 2- nu
Slide 13 - Quizvraag
De hoofdgedachte van een tekst...
A
Staat altijd in de eerst zin.
B
Kan je vinden door te kijken in het slot.
C
Is soms een vraag.
D
Staat altijd letterlijk in de tekst.
Slide 14 - Quizvraag
Ik herken het middenstuk van een tekst aan.....
A
Het is een nieuwe alinea.
B
Deze start na de inleiding.
C
Er staat een kopje boven.
Slide 15 - Quizvraag
Deelonderwerpen kan ik vinden en formuleren door...
A
De tekst globaal te lezen.
B
De eerste en laatste zin te lezen van de alinea's.
C
De tekst continentaal te lezen.
D
Ik lees de tekst helemaal.
Slide 16 - Quizvraag
Wanneer ik zoekend lees...
A
Ben ik opzoek naar een woord.
B
Kijk ik naar signaalwoorden ed.
C
Ben ik mijn boek kwijt.
D
Scan ik de tekst op vet gedrukte woorden ect.
Slide 17 - Quizvraag
In de inleiding vind ik...
A
Een introductie tot de tekst.
B
Stelt de schrijver zich voor.
C
Hier vind ik de hoofdgedachte.
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Weet je wat er van je verwacht wordt,
kan het verder en lukt het?
kan het verder en lukt het?
😒🙁😐🙂😃
