Een belangrijke hormoonklier voor de voortplantingsorganen is de
........................... . In de puberteit begint deze klier ..........................
te produceren. Hierdoor gaan zich in de eierstokken de .........................
ontwikkelen. Als een vrouw in de ........................ komt,
worden er steeds minder hormonen aangemaakt, waardoor uiteindelijk geen eicellen meer gaan ........................
Na de overgang kan een vrouw niet meer ........................... raken.