3 Afval en emballage wk3.p6

Week 3, periode 6
Hoofdstuk 6: Afval en emballage

Soorten emballage
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeroepsoriëntatiePraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Week 3, periode 6
Hoofdstuk 6: Afval en emballage

Soorten emballage

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik vorige les
Hoofdstuk 6: Afval en emballage

Restafval

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

1. Aan het eind van de les weet ik waarom het belangrijk is om afval goed te scheiden.



2. Het is belangrijk dat ik dit kan omdat afval scheiden helpt om het milieu schoon te houden.

  • 1. Aan het eind van de les weet ik waarom het belangrijk is om afval goed te scheiden.
  • 2. Het is belangrijk dat ik dit kan omdat afval goed scheiden helpt om het milieu schoon te houden.

Slide 5 - Tekstslide

Instructie:
Soorten emballage

Zelfstandig werken:
Leerwerkboek Kiem
H6 Pagina 122 - 125

Klassikaal werken:
Meerkeuzevragen
Gebruik je ipad


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Wat is een rolcontainer?
A
Een soort winkelwagentje.
B
Een container voor artikelen in winkels.

Slide 8 - Quizvraag

Waarom worden
rolcontainers hergebruikt?
A
Ze zijn te goedkoop om weg te gooien.
B
Ze kunnen nog een keer gebruikt worden.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het voordeel
van hergebruik?
A
Minder afval en kostenbesparing.
B
Meer artikelen kopen.

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent hergebruik
van verpakkingsmateriaal?
A
Verpakking verkopen
B
Verpakking terugbrengen
C
Verpakking weggooien
D
Verpakking opnieuw gebruiken

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een retourgoed?
A
Verpakking opnieuw gebruiken
B
Verpakking weggooien
C
Artikel dat teruggebracht wordt

Slide 12 - Quizvraag

Is hergebruik hetzelfde
als retourgoed?
A
Nee, dat is verschillend
B
Ja, dat is hetzelfde
C
Beide zijn afval

Slide 13 - Quizvraag

Wat is niet goed
voor het milieu?
A
Afvalscheiding
B
Recyclen
C
Verbranding van afval
D
Afval

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekent recyclen?
A
Nieuwe materialen maken van afval
B
Afval weggooien
C
Afval verbranden

Slide 15 - Quizvraag

Wat gebeurt er
normaal met afval?
A
Het wordt verbrand
B
Het wordt gerecycled
C
Het wordt hergebruikt

Slide 16 - Quizvraag

Wat houdt duurzaam
rekening mee?
A
Kosten
B
Snelheid
C
De toekomst
D
Het verleden

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Volgende les
Hoofdstuk 6: Afval en emballage

Waar let je op tijdens je werk?

Slide 19 - Tekstslide

Einde van de les
Laat het lokaal netjes achter! 😉

Slide 20 - Tekstslide