Begin schooljaar klas 2021-2022

• Duits
• Middelbare school

Planung 

- Wie waren die Ferien?

- Regeln 

- Wiederholung Verben

- Verben Bingo 

 

Wie waren die Ferien?

Regeln 

- Je doet goed mee en luistert naar mij en anderen.

- Je respecteert elkaar.

- In de les gebruik je je mobiel of laptop alleen als dat       aangegeven wordt. 

- Heb je dorst of honger, vraag dan even of je wat mag eten en drinken?

- We hebben een gezellige tijd met elkaar.

- Kom naar me toe als je ergens mee zit of moeite mee hebt.

Wiederholung Verben

alle gewone zwakke werkwoorden:"spielen"

ich..............stam +

du..............stam  +

er/sie/es.....stam  +

wir..............stam  +

ihr..............stam  +

sie/Sie........stam  +

(fe)e st t en t en

e   (spiel+e)

st  (spiel+st)

t  (spiel+t)

en  (spiel+en)

t  (spiel+t)

en  (spiel+en)

voltooid dw: gespielt

voltooid deelwoord: gespielt

speciale werkwoorden....let weer op bij du en bij er/sie/es en ihr

rechnen  (rekenen)             gerechnet

regnen   (regenen)             geregnet              

zeichnen (tekenen)             gezeichnet

öffnen   (openen)                geöffnet

atmen   (ademen)               geatmet

deze gaan net zo als de werkwoorden die eindigen op t of d

alle zwakke werkwoorden die in de stam eindigen op een s-klank (s/ß/z) :"reisen"

ich..............stam +
du..............stam  +
er/sie/es.....stam  +
wir..............stam  +
ihr..............stam  +
sie/Sie........stam  +

let op bij "du" !!!

(fe) e st t en t en)

e  (reis+e)

t   (reis+t).....dus géén s!!

t   (reis+t)

en (reis+en)

t    (reis+t)

en  (reis+en)

voltooid dw: gereist

'haben' en 'sein'

Herhaal nu de rijtjes van;

- haben = hebben

- sein = zijn

werden:(onregelmatig)

betekenis 1: worden

betekenis 2: zullen

Voorbeeld 1:

Ich werde morgen 13 Jahre alt.

(ik word morgen 13 jaar oud)

Voorbeeld 2: Ich werde später die Hausaufgaben machen.

(ik zal later het huiswerk maken)

ich werde

du wirst

er/sie/es wird

wir werden

ihr werdet

sie/Sie werden

voltooid dw: geworden

Modalverben & wissen

Was wisst ihr noch über die Modalverben?

Hoe zat het ook alweer met deze werkwoorden?

Wat zijn de verschillen?

1. ich  en  er/sie/es/men  hebben geen uitgang

2. in het enkelvoud staat een andere klinker dan in het meervoud (behalve sollen)

wissen

Ezelsbrug

De Klas Moet Maar Snel Weg Wezen