Unidad 6.1

Hoy es el 21 de febrero de 2022.


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansBeroepsopleiding

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Hoy es el 21 de febrero de 2022.


Slide 1 - Tekstslide

Mirar los deberes
Slide  maken
WB.: p.50 oef. 24,26
p.51-52:Reglas y Sistemas: Afmaken
p.53 Test maken.
TB.:
Panamericana: Lezen en antwoord geven aan de vragen.
Unidad 6: Por la ciudad, p.53-54 Woordjes kijken, Oef. 1, 2a ( lezen en invullen)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

la hora
schrijf de tijden op die je hoort:

Slide 4 - Tekstslide

a las siete y media
a las ocho menos veinte
a las ocho y cuarto
a las once menos diez
a las doce menos cuarto

Slide 5 - Tekstslide

¿ Cuál es tu horario? Pregunta a tu compañero
¿ A qué hora......
Gebruik de volgende werkwoorden:
desayunar, leer el periódico, salir, trabajar/empezar las clases, almorzar, volver a casa, cenar, ver la tele, dormir ... 
Gebruik ook de dagdelen!!!
Ejemplo:
¿A qué hora desayunas?
Desayuno a las ocho de la mañana

Slide 6 - Tekstslide

Reglas y Sistemas Unidad 5, WB: p.51
Het Nederlandse "men" 
TB. p.52 en p.123
En España se come tarde.
Se comen tapas con amigos.
>>Het persoonlijk vnw als lijd.vw.
TB. p.52 en p.119
Un té.  Lo quiere..
Una tortilla. La quiere...
Calamares. Los quiere..
Aceitunas. Las quiere...
>> De pers.vnw staat meestal vóór het vervoegde werkwoord
Mannelijk: lo/ los
Vrouwelijk: la/ las
¿Cuánto/-a/-os/-as?
>>¿Cuánto cuestan..?/ ¿ Cuánto es todo?
>>¿Cuánto queso ?  / ¿Cuánta pasta?
     ¿Cuántos huevos?  / ¿Cuántas mandarinas?
Werkwoorden met klinkerwisseling e->ie en o->ue
TB. p.52 en p.122( zie vervoegingen)
>> De beleefheidsvorm van querer is quería

Slide 7 - Tekstslide

Werkwoorden met brekende stamklinkers
Querer (ie) (willen)

quiero
quieres
quiere
queremos
queréis
quieren

Poder (ue)
(kunnen/mogen)

puedo
puedes
puede
podemos
podéis
pueden
Bij sommige werkwoorden verandert de stamklinker als de klemtoon op de stam valt. De uitgangen blijven regelmatig

Slide 8 - Tekstslide

Reglas y Sistemas Unidad 5, WB: p.52
Hoeveelheidsaanduidingen
>> Un kilo de tomates  /
 1½ un litro y mediode agua mineral

De getallen vanaf honderd.
TB. p.52 en p.131 ( 10.1)
1010: mil diez
1999: mil novecientos noventa y nueve
100.000: cien mil
10.000.000: diez millones
>>ciento una casa
>> 55.555
>> doscientos euros/ trescientas flores
>> Tres millones de pesos
De kloktijden (TB. p.52 en p.132)
>> (informeel)Hoe laat is het?
(formeel)Weet u, hoe laat het is?
>> minuten, kwartieren en halfuren worden met "y "bij het voorafgaande uur opgeteld, daarna.....met "menos" van het volgende uur afgetrokken.
13.00: Es la una de la tarde
14.05: Son las dos y cinco
14.15:....y cuarto
14.30:....y media
14.35:...Son las tres menos veinticinco
14.45:....Son las tres menos cuarto
14.55:...Son las tres menos cinco
15.00:.....Son las tres en punto

Slide 9 - Tekstslide

Introducción Unidad 6
Por la ciudad

Programma:
  • een stad beschrijven
  • ser/ estar/ hay
  • toeristische informatie inwinnen
  • plaatsaanduidingen 

Slide 10 - Tekstslide

TB: p.53, oef.1 Vul de juiste namen van de steden in....
¿Qué ciudades de España conoces?

1. Granada
2.Buenos Aires
3, Cuba
4.Bilbao
¿ A qué fotos se refieren estos comentarios?
a: 4,1,2         d.4
b: 3               e. 2,3,4
c: 1                 f. 2

Slide 11 - Tekstslide

24 horas en Sevilla
TB.p.54 Lectura 
Un día en Sevilla
oef.2a
1) comer
2) escuchar
3) comprar
4) ver
5) descansar
a) uitrusten
b) kopen
c) eten
d) luisteren
e) zien/ kijken
1-c
2-d
3-b
4-e
5-a
Waar kan je deze dingen in Sevilla doen? 
Más palabras: lugares de la ciudad p. 172

Slide 12 - Tekstslide

  • Gastronomía:
  • Partes de la ciudad:
  • Monumentos:
  • Actividades:
comida tradicional,confiterías,dulces
barrio Santa Cruz,barrio Triana
la Giralda,tumba de C.C.,Alcázar
visitar el museo Bellas Artes,visitar monumentos,ir de compras,ir al teatro
oef. 2b
Lees de tekst en schrijf zoveel mogelijk dingen uit de teks: 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

TB p. 55 oef. 3a 
Vul het schema in m.b.v de tekst en probeer de regel te ontdekken......daarna lezen we 3b
Hay--estar
hay--está
hay--está
hay--están

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

DEBERES
TB.:Zie slide 15 ( TBp.55 oef.3a/ b)
WB.: p.55 t/m 57, oef. 1, 3, 4. 5
Stencil: zie slide 16

Slide 17 - Tekstslide

Adiós 
Buen Carnaval

Slide 18 - Tekstslide