1HV Hoofdstuk 4 par 2 Het leenstelsel

1HV Hoofdstuk 4 par 2 Het leenstelsel
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1HV Hoofdstuk 4 par 2 Het leenstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Vandaag
- Herhaling vorige les: Wat weet jij nog?
- Bespreken vragen werkboek over betrouwbaarheid. 
- Start uitleg Leenstelsel
- Huiswerk maken 

Slide 2 - Tekstslide

Wie was Karel de Grote?
A
Koning van de Germanen
B
Koning van de Engelsen
C
Keizer van de Romeinen
D
Keizer van de Franken

Slide 3 - Quizvraag

Wat kon
Karel de Grote NIET
A
Gelovig zijn en bidden
B
Lezen en schrijven
C
Zwaardvechten en oorlog voeren
D
Zijn land verdelen

Slide 4 - Quizvraag

- Welk woord hoort op de stippellijn?

Karel de Grote wordt koning in 771 n.chr in het rijk der     .....
Franken
Germanen
Karolingen
Frankrijk

Slide 5 - Sleepvraag

Zet de zinnen in het goede vak
Waar
Niet waar
De Franken werden gesteund door de christelijke kerk.
De leider van de Franken was koning Clovis.
Het rijk van de Franken liep rondom de Middellandse zee.
Na de val van het West-Romeinse rijk werd de macht van de Franken groter.

Slide 6 - Sleepvraag

Het rijk van de Franken, een Germaans volk.
Het Romeinse Rijk wordt in tweeën gesplitst. Het West-Romeinse Rijk blijft nog geen 100 jaar bestaan terwijl het Oost-Romeinse Rijk blijft bestaan tot 1453.
De handel verdwijnt omdat het onveilig is geworden. De steden lopen daarom leeg en de meeste mensen worden boer of vertrekken.
De laatste keizer van het West-Romeinse Rijk wordt afgezet
Germaanse stammen vluchten voor Atilla de Hun in de 4 en 5e eeuw.
Volksverhuizingen
395
Door de val van het West-Romeinse rijk....
476
Frankische rijk
Maak de goede combinaties

Slide 7 - Sleepvraag

Betrouwbaarheid van bronnen is een probleem bij geschiedenis, omdat bronnen onjuiste informatie kunnen bevatten
A
Ja, dat klopt
B
Nee, dat is niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Welke van deze bronnen is niet betrouwbaar?
A
Je school site
B
NOS journaal
C
RTL nieuws
D
Wikipedia

Slide 9 - Quizvraag

Bij het controleren van de betrouwbaarheid van bronnen let je op:
A
Wanneer is de bron gemaakt
B
Wat is de bedoeling van de maker van de bron
C
Hoe is de maker aan zijn informatie gekomen
D
Alle drie!

Slide 10 - Quizvraag

Vragen 29 en 30
Wat maakt een bron meer of minder betrouwbaar?

Slide 11 - Tekstslide

Leenstelsel

Slide 12 - Tekstslide

Het Leenstelsel

Slide 13 - Tekstslide

Leenstelsel

Slide 14 - Tekstslide