3. Machtige steden en staten

1. Jagers worden boeren

3. Machtige steden en staten
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

1. Jagers worden boeren

3. Machtige steden en staten

Slide 1 - Tekstslide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats Memo

Slide 2 - Tekstslide

Hoe heet dit gebied?
A
De vruchtbare halve zon
B
De onvruchtbare maan
C
De vruchtbare halve maan
D
Midden-Oosten

Slide 3 - Quizvraag

De vruchtbare halve maan is een gebied waar de eerste landbouw was te vinden. Waar was de vruchtbare halve maan?
A
In het Midden-Oosten
B
In Zuid-Afrika
C
In West-Europa
D
Geen van de genoemde antwoorden

Slide 4 - Quizvraag


A
Vóór de landbouwrevolutie
B
Na de landbouwrevolutie

Slide 5 - Quizvraag


A
Voor de landbouw revolutie
B
Na de landbouwrevolutie

Slide 6 - Quizvraag

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen 
-Waardoor er steden ontstonden in Mesopotamië
-Waardoor er in Egupte een staat ontstond
-Waarom de Nijl zo belangrijk was voor de Egyptenaren
-Hoe het leven van een Egyptenaar er uit zag

Slide 7 - Tekstslide

Wat weet je eigenlijk
van mummies?

Slide 8 - Woordweb

Egypte onder één heerser (1)
  • Bestuur moest controleren of dijken en kanalen goed werden onderhouden.
     
  • De hoogste bestuurder was de farao.
    >>Legeraanvoerder, maakten wetten, hoogste priester, hoogste rechter, zorgde voor orde en veiligheid. 

  • Farao werd ondersteund door ambtenaren. 

Slide 9 - Tekstslide

Egypte onder één heerser (2)
  • Belasting werd betaald door middel van oogst.
     
  • Belasting werd gebruikt om soldaten te betalen, paleizen te bouwen en voorraden aan te leggen. 

  • Er kwam een eind aan het bestuur van de farao's toen Alexander de Grote Egypte veroverde. (332 v. C.)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Ontdekking van het graf van Toetanchamon
  • 1922 Ontdekking van Toetanchamon door Howard Carter.

  • De vallei der Koningen, graf was goed verborgen voor grafrovers. 

  • Inteelt en malaria.

  • Vloek van de de Farao.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Irrigatielandbouw en het schrift
  • Werkzaamheden, voorraden en bezit van vee en handel: vastgelegd door ambtenaren.
    Hiërogliefenschrift. 

  • Uitvinding kalender voor Nijl.

  • Mesopotamiërs hadden het spijkerschrift. 
  • Het schrift betekent einde prehistorie!

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

De Griekse schrijver Herodotus kwam tijdens één van zijn vele reizen in Egypte. Hij beschreef het land en zijn bewoners uitgebreid in zijn boeken. Daarin sprak hij over Egypte als het geschenk van de Nijl.

Maar, wat zou hij daarmee bedoeld hebben?

Slide 16 - Open vraag

Egyptische goden en bestuur (1) 
  • Honderden goden in Egypte: polytheïsme.

  • De farao kon contacten onderhouden met goden, hij was  ook een god, of door goden gezonden. Onder farao  worden belangrijke goden geselecteerd. 

  • Geloof in dezelfde goden zorgt voor eenheid in het rijk.

Slide 17 - Tekstslide

Egyptische goden en bestuur (2) 
  • Goden werden vereerd in tempels: een gebouw waar één of meerdere goden worden vereerd.

  • Zonder verering zou de zon niet schijnen en zou de Nijl droogvallen.

  • Vereren van natuurkrachten: natuurgodsdienst.

Slide 18 - Tekstslide

Osiris
  • Oppergod (belangrijkste god) Hij wordt gezien als eerste koning van Egypte.

  • Vermoord door zijn jaloerse broer Seth. 

  • Begraven in een tombe, maar opgestaan uit de dood. 

Slide 19 - Tekstslide

Isis
  • Godin van de Vruchtbaarheid

  • Thoth zegt Isis dat zij zal bevallen van een zoon.

  • Heeft haar zoon Horus als maagd gebaard: zwanger van geest Osiris.

  • Jezus en Maria en de onbevlekte ontvangenis. 

Slide 20 - Tekstslide

Horus
  • God van de koningen en god van de zon.

  • Zoon van Osiris en Isis. Geboren op 25 december.  

  • Afgebeeld als havik.
     

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Anubis
  • God van het Dodenrijk
    (Kop van een) jakhals

  • Jakhalzen werden vaak gezien in de buurt van graven

  • Het wegen van het hart, als het hart zo licht is als een veertje, mag de persoon door naar het dodenrijk. 

Slide 23 - Tekstslide

Leven na de dood
  • Grafgiften. 

  • Dodenboeken:
    42 bekentenissen.
    - Ik heb geen man of vrouw gedood. 
    - Ik heb niet gestolen.
    - Ik heb geen andere vrouwen verleid.
    -  Ik lieg niet.
    -  Ik heb de goden niet vervloekt. 




Slide 24 - Tekstslide

Vallei der Koningen 
  • Koningen en hoge ambtenaren werden begraven in piramides.

  • Piramides werden gebouwd door arbeiders, die werden hiervoor beloond. 

  • Piramides werden leeggeroofd.

  • De vallei der Koningen.

Slide 25 - Tekstslide

Mummificeren
  • Het lichaam moet goed blijven.
    Men moet heelhuids het dodenrijk betreken. 


  • Alles dat ervoor zorgt dat het lichaam kan gaan rotten moet eruit (organen en vocht).

Slide 26 - Tekstslide





Leven na de dood

Slide 27 - Tekstslide

Eerst worden de organen verwijderd. Deze worden in speciale vazen gedaan: canopen
Vervolgens wordt er een berg zout over het lichaam gelegd om al het vocht uit het lichaam te krijgen

Slide 28 - Tekstslide

Het lichaam wordt na ongeveer 70-90 dagen schoongemaakt en gebalsemd met geurige olie
Alle lichaamsholten worden gevuld met doeken, stro, klei en kruiden

Slide 29 - Tekstslide

Daarna wordt het lichaam in doeken gewikkeld, zodat er een mummie ontstaat
Het hart is teruggeplaatst, onder een amulet van een scarabee, maar alle andere organen worden bewaard in canopen.

Slide 30 - Tekstslide

Opdracht
"spel met de bak"
  • Maak 4 teams van de klas.
  • Iedereen schrijft 5 begrippen, personen of gebeurtenissen op een papiertje, vouwt het 2x dubbel en doet het in een bak.
  • Eerste ronde. Doe 30-seconds met de bak met papiertjes (om de beurt omschrijven). Je deelt de bak, dus je kan ook je eigen papiertje pakken. Aan het einde tel je de punten op.
  • Tweede ronde. Doe alle briefjes terug. Doe hints met de papiertjes (uitbeelden). Aan het einde tel je de punten bij die van de eerste ronde op.
  • Derde ronde. Doe alle briefjes terug. Pak telkens een briefje en omschrijf hem met één woord. Voorbeeld: je pakt het briefje “Middellandse Zee” en er is geen ander concept met water, dus je zegt: “Water”. Tel de punten weer op.
  • Aan het einde tel je alle punten op. Het team met de meeste punten wint!

Slide 31 - Tekstslide